Hoofdstuk 2

2.4K 93 25
                                    

(Davids pov)

De dag gaat traag voorbij, maar voor mijn idee nog steeds te snel. Als ik alleen naar het laatste lokaal loop, botst iemand hard tegen me op. Ik val hard op de blauwe de plekken van gister. Een pijnlijke kreun glipt uit mijn mond. "Omg sorry!" roept het meisje geschrokken. Ik herken de stem meteen, Lucy. Lucy is de beste vriendin van Chelsey, maar om een of andere rede doet zij niet gemeen. Ze steek een hand uit die ik dankbaar aanpak. Mijn mouw schuift omhoog waardoor de arm is te zien. Een mengeling van blauwe plekken en littekens vult mijn arm op. Lucy's ogen worden groot en ik schuif snel mijn mouw weer naar beneden. "Wat wat dat?" vraagt ze. In haar stem is een mengeling van angst en bezorgdheid te horen. "Niks." mompel ik snel voordat ik mijn spullen pak en wegloop.

In het klaslokaal kijkt Luke me vragend aan. Ik ga naast het hem zitten en laat al me ingehouden adem ontsnappen. "Gast, alles oké? Je ziet een beetje bleek." vraagt hij. Ik knik snel me hoofd en stroop me mouwen nog wat extra naar beneden. Luke haalt zijn schouders op en richt zich dan op de les. Terwijl de klas druk gefocust is op de voorbereidingen van het eindexamen zit ik voor me uit te staren. Ik voel een trap in me rug en draai me langzaam op. "We waren nog niet met je klaar David." zegt Brandon vals. Ik slik en wil draai me op. De rest van de les heb ik alleen maar trappen in me rug. Ik zal daar zeker nu ook wel blauwe plekken hebben, maar een paar meer maakt toch niet uit, ik verdien het toch. De bel verlost me van het geschop in me rug. Pijnlijk sta ik op en loop naar me kluisje. Als ik al me boeken heb verwisseld draai ik me om. Jack en Brandon staan grijzend voor me.

"Ik zei toch dat we nog niet klaar me je waren." zegt Brandon vuil. Ik slik en kijk naar beneden. Ik moet op tijd thuis zijn als ik me vader wil ontwijken. "Ik-k moet-t weg-g." hakkel ik. Ik vervloek mezelf door me onzekere stem. Jack lacht gemeen naar me. "Wat jammer nou, maar eerst moeten we je even duidelijk maken dat homo's er niet horen te zijn." Ik slik en kijk naar beneden. Maar hart staat in brand en ik moet me best doen om mijn tranen in te houden. De liefde van me leven heeft net gezegd dat het verkeerd is om homo is zijn. Auw..

Ik heb geen moed om ertegenin te gaan. Brandon pakt me als eerst vast duwt me tegen me kluisje aan. Hij kijkt me doordringend aan waardoor een rilling over me rug loopt. "Wat moet dat daar?" horen we opeens iemand roepen. Een opgeluchte zucht verlaat mijn lippen. De concierge loopt onze kant op. Snel laat Brandon me los en doet Jack net alsof hij me boeken aan het oppakken is. "Nou?" vraagt de concierge chagrijnig als hij bij ons is. "We waren David even aan het helpen, hij had zijn boeken laten vallen." zegt Brandon schijnheilig. De concierge knikt goedkeurend. "Ohh Brandon, ik je moest je nog melden." Brandon kreunt geïrriteerd en loopt met tegenzin mee. Jack daarentegen heeft al me boeken opgepakt. "Hier." zegt hij met een schuine glimlach. Mijn hart gaat sneller kloppen en ik pak je boeken voorzichtig aan. Ik glimlach zwak. "Ik zie je morgen op school." zeg ik dan voordat ik de wegloop. Niet veel later voel ik een hand op me schouder. "Morgen maken we af waar we mee bezig waren." zegt Jack gemeen. Ik slik en knik dan zacht. Hij geeft me een duw en loopt dan naar buiten. Ik loop ook snel naar buiten en pak me fiets.

Na een halfuur fietsen kom ik aan bij me huis. Shit, de auto van me vader staat er! Ik zet me fiets neer en met trillende handen maak ik de deur open. "David?!" wordt er direct geroepen. Ik mompel een zachte "Ja" terug. Me vader komt de gang ingelopen en kijkt me woedend aan. "Je bent drie minuten te laat!" snauwt hij. Ik slik en kijk naar beneden. "Je bent ook echt nergens goed voor hè? Je bent een misbaksel, een mislukkeling. Waarom heb ik niet al vanaf je geboorte gezien dat je een nietsnut bent, dan had ik je direct weggedaan." schreeuwt hij. Ik houd me tranen in en staar naar me schoenen. "Kijk me aan als ik tegen je praat!" hoor ik hem schreeuwen. Niet veel later voel ik een branderig gevoel tegen me wang. Ik grijp naar me wang en kijk hem gebroken aan. Een klapt volgt in me gezicht en buik, dan loopt hij boos naar buiten. Ik strompel naar boven en laat me op bed vallen. Zachte snikken verlaten me mond. Ik weet mezelf naar de badkamer te slepen en kijk met een verafschuwde blik in de spiegel. Mijn neus bloed en rond me oog wordt het langzaam blauw. Dan kijkt ik naar de rest van mijn lichaam. Ik zie er uit als iemand die net een flinke vechtpartij heeft verloren. Mijn blik blijft haken op mijn armen. Een paar extra littekens kunnen er bij toch? denk ik bij mezelf. Ik doe een kastje open en haal een mesje eruit. Langzaam laat ik het scherpe mesje langs mijn huis glijden. Elke snee voor elke zin waar me vader gelijk in had.

Misbaksel.

De eerste bloeddruppels vullen mijn arm al.

Mislukkeling.

Dit keer snijd ik wat dieper, ik verdien het. Ik ben een mislukkeling.

Nietsnut.

Hij heeft gelijk, hij heeft verdomme gelijk. Ik ben een nietsnut. Ik deug nergens voor. En weer stroomt er meer bloed over me arm.

Ik had je al veel eerder moeten wegbrengen.

Ik had gewenst dat me vader het had gedaan. Ik wil dat hij me had weggebracht, ook al is het naar Afrika het maakt me niks uit. Hij heeft gelijk, hij heeft al die tijd gelijk gehad; ik moet ook weg.

Met trillende handen trek ik het mesje terug en bekijk het resultaat. Zodra ik mijn bebloede arm zie gaat er een geruststellend gevoel door me heen. Ik veeg de tranen van me wangen en doe een verbandje om me wonden. Ik ga doodmoe op bed liggen en sluit me ogen. Avondeten hoef ik toch niet, want er kunnen wel wat kilootjes af. Met een leeg en vooral pijnlijk gevoel beland ik een onrustige slaap. Maar slapen is beter dan wakker zijn, alles is beter dan wakker zijn...

A Little Too Much... (boyxboy) ✔️Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu