Hoofdstuk 44

5.1K 103 3
                                    

George Harrison:

Met veel moeite stap ik in mijn auto. Ik wil helemaal niet werken, ik wil bij Rose en de baby blijven. Ik heb al dagen niks meer van mijn vader gehoord en ik maak me ergens toch wel zorgen. Ik ben nog altijd woest op mijn vader door wat hij gedaan heeft. Hij had zich niet met Rose en mij moeten bemoeien. Ik start de auto en rij naar het hotel.

Het verbaasd me dat Pleun niet achter de balie zit, heeft vast een vrije dag of zoiets. Op weg naar mijn kantoor probeer ik mijn vader te bellen, gaat lastig als hij niet opneemt. Verschillende mensen passeren mij en kijken me met medeleven aan. Waarom?

Ik schuif achter mijn bureau en glimlach als ik de ingelijste foto van Rose en mij zie. We kijken beide gelukkig naar elkaar. God ik houd van haar. Naast de ingelijste foto staat nog een foto van de echo van ons kindje. Ik kan niet wachten om hem in mijn armen vast te houden.

'George.' Ik schrik op uit mijn gedachten en ga iets overeind zitten. Mark Devains komt binnen, een goede vriend van mijn vader en zakenpartner van het hotel. Mark levert het meubilair.

'Mark Devains, waar kan ik je me helpen?' Ik zet een glimlach op.

'De vraag is andersom jongeman.' Mark kijkt me bezorgd aan. Wat heeft iedereen vandaag?

'En waarom zou de vraag andersom zijn?'

'Ik weet hoe het is al je eigen vader in het ziekenhuis ligt.' Mark kijkt naar de grond.

'Wat wil je hier mee zeggen?' Ik snap er werkelijk waar niks van. Verbaasd kijkt Mark me aan. 'Ik heb het over je vader.'

'Ja wat is er met mijn vader?' Ik sta op van mijn bureaustoel en kijk Mark strak aan.

'Die, hij, hij.' Mark begint te stotteren en dat heeft hij nog nooit gedaan.

'Mark!' Ik sla met mijn hand op het houten bureau, zo hard dat mijn hand begint te tintelen. Met mijn andere hand pak ik mijn kartonnen koffiebeker op. Fuck dat is ook nog warm. Mark schrikt van het geluid en krimpt ineen. 'Je vader ligt in het ziekenhuis, sorry.' Zegt Mark snel. Ik vergeet de tintelingen uit mijn hand en laat mijn koffiebeker op de grond vallen. De koffie vindt zijn weg op de grond maar dat boeit me niet.

'Je maakt een grapje.' Verward ga ik op het puntje van mijn bureau zitten. 'Ik zou willen dat ik een grapje maak George, het spijt me.' Mark kijkt wat schuldig naar de grond.

'Hoelang al.' Zeg ik zonder emotie.

'Iets langer dan een week.'

'En waarom vertelt godverdomme niemand dat aan mij? Ik ben zijn zoon!' Ik sta resoluut op en geef een trap tegen mijn bureau stoel. 'Sorry George, ik dacht dat je dat wel zou weten.'

'Ik koop verdomme niks voor sorry. Ga alsjeblieft weg.' Mark loopt snel de kamer uit.

Ik weet dat de band tussen mijn vader en mij slechter was maar hij is mijn vader! We hadden alleen elkaar nog nadat mijn moeder weg was. Ik pak mijn mobiel en bel naar het ziekenhuis.

Een kwartiertje later laat ik me verslagen op de bank in mijn kantoor vallen. Mijn vader ligt in kritieke toestand in het ziekenhuis. Er is van alles mis, de dokter sprak in dokter taal dus daar begrijp je geen kut van. Ik moet naar hem toe. Ik sta op en begin te ijsberen. Waarom?

Het gaat automatisch, ik bel Rose. De telefoon gaat over en over maar ze neemt niet op. Ik spreek haar voicemail in en kalmeer een beetje wanneer ik haar stem hoor zeggen. 'Laat een bericht achter en ik bel je zo snel als kan terug.' Ik loop wat heen en weer. Ik begin de moed te verliezen en wil iets omver gooien. Mijn telefoon gaat aan en begint te trillen. Ik weet niet hoe snel ik mijn telefoon oppak.

'Rose!' Zeg ik en ik merk dat ik paniekerig klink.

'Wat is er?' Zegt Rose bezorgd.

'Mijn vader ligt in het ziekenhuis.' Zeg ik zacht.

Rose Jones:

'Mijn vader ligt in het ziekenhuis.' Ik hoor George zijn stem breken.

'Jeetje! Wat is er aan de hand? Gaat alles goed?' Ik sta op en wil mijn jas pakken.

'Het gaat allemaal mis, ik kan hem niet verliezen.'

'Ik kom er nu aan.' Zeg ik vastbesloten.

'Roosje, ik ga nu naar het ziekenhuis. Blijf alsjeblieft thuis je moet rusten. Ik wilde je het alleen even vertellen ik moest je stem horen.' George zegt het rustig maar je kan zijn paniek bijna voelen.

'Ik ben bij Pleun dus ik kan prima naar je toekomen.'

'Rose blijf dan bij Pleun.'

'Nee George ik kom eraan. Ik laat je nu niet alleen.'

'Nee ik wil niet dat je autorijdt.' George klinkt nu streng.

'Lief, ik kan best autorijden en niks kan mij daar van weerhouden.'

'Voor geen goud dat jij nu gaat rijden! Ik haal je op.'

'Oké, rijd dan wel voorzichtig.'

'Ik hou van je.' Zegt George. Mijn hart slaat een paar slagen over. Hij houdt van me. Ik kan niet eens terug zeggen dat ik van hem houdt want hij heeft al opgehangen. Ik druk een kus op mijn telefoon. Boeien als dat er dom uitziet.

'Gaat alles goed?' Pleun kijkt me bezorgd aan.

'George zijn vader ligt in het ziekenhuis.' Zeg ik zacht.

'Oh god, is het ernstig?'

'Volgens George gaat het allemaal mis dus ik denk het wel.'

'Moet ik je brengen?'

'George komt me ophalen, maar toch bedankt.' Ik kijk Pleun dankbaar aan.

'Weet hij wat mijn adres is?'

'George weet alles.'

Nieuwe update: 16 oktober of eerder! X

De stagiaireWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu