17.

59 2 2
                                    

Ze liep met haar zusje uit het appartement en richting het politiebureau. Dat was het aanraden. 'Kom naar het bureau voor het beantwoorden van meer vragen.' Ze wist dat ze geen vervoer hadden en dat ze moesten lopen. Nadat Mi zo stil was geworden en de auto herkende, had ze gelijk de telefoon opgepakt en naar de politie gebeld. Het was nodig dat ze moest uitleggen waarvan ze hem kenden en waarom ze wisten waar hij woonde, ondanks ze niet veel wist te vertellen over wíé hij was. Hij was een behulpzame, aardige jongeman, die hen hielp op beide benen te blijven staan en niet onderuit te gaan. Zo zag Kate hem. Zo zag Naomi hem. Dat was hoe beiden zich voelden over de situatie. Ze keek naar haar zusje, die ongerust voor zich uit bleef staren, terwijl ze haar hand vast had tijdens het lopen. Ze gaf zachte kneepjes in haar hand en zag haar zusje naar haar omhoog kijken.

"Het komt allemaal goed. Er is niks aan de hand," probeerde ze haar gerust te stellen, "We gaan nu naar het politiebureau en daar kunnen ze vast wel helpen. En als het te donker wordt buiten, dan kunnen we altijd vragen of ze ons kunnen brengen of dat we daar blijven." Haar zusje knikte traag, maar leek het te begrijpen. Ze is zelf dertien en haar zusje is acht. Nu haar vader weg is en hun moeder in het ziekenhuis ligt te herstellen, moest zij de rol van moeder over gaan nemen. Het zou een zware rol worden en ze wist niet hoe ze die moest spelen. Nee. Eerst de rol van zus goed op gaan pakken. Geef je zusje bescherming als ze die nodig heeft. Zorg voor haar. Help haar als ze pijn heeft. Wanneer er iets engs of gevaarlijks gebeurd, blijf dan kalm, zodat je zusje ook kalm blijft. Ja. Dat zijn dingen die een zus minstens moet voelen. Kate keek links en rechts en stapte met Naomi over het zebrapad. "We zijn er bijna en het is lekker warm binnen," stelde ze haar zusje gerust. Beiden hebben een zware jeugd gehad en moesten snel opgroeien. Ze keek naar de onbewolkte sterrenhemel. 'Die beeldschone wereld hoort niet thuis bij ons..'

Twee maal klonk een luide claxon van een auto achter hen, waarbij de twee opzij moesten springen voor de auto. "Waar is Lydia." Bij het horen van de stem, sloeg Kate's hart een slag over. Ze begon gelijk te rennen en trok haar zusje met zich mee. "Waar is ze!", riep de stem vanaf de rijdende auto. Kate nam een afslag en rende door de steegjes heen, Noami nog achter zich mee trekkend. Een man die voor hen langs liep over de stoep, stopte bij de uitgang van de steeg. Kate stopte onmiddellijk met rennen en voelde hoe haar zusje tegen haar op botste. Ze keek achter zich en zag de auto met haar vader achter het stuur, de weg terug blokkeren. Zachtjes kneep ze in de hand van haar zusje. Ze hurkte naast haar neer en legde haar uit welke route ze nog moest volgen. Het was een kort stukje. Ze waren zó dichtbij.. Kate haalde diep adem en rende op de man af. Het was duidelijk dat hij niks verwacht had, dus ze had een kleine kans om haar zusje te laten ontsnappen. Ze wilde een knietje geven op een plaats waar de zon niet schijnt, maar voordat ze ook maar in de buurt kwam, was ze al tegengehouden, omgedraaid en vastgeklemd. Haar zusje keek haar angstig aan en een ongeboren moederinstinct begon in te werken.

"REEEEENNNN!!!!!"

They Found Out (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu