83.

196 6 4
                                    

"Nee bedankt. Ik kan mijn fiets niet zomaar achterlaten." Wimpel ik haar voorstel vriendelijk af. "Niemand hoeft een kapotte fiets joh. Laat die hier gewoon achter en kom er een andere keer om. En daarbij: een ritje achterop bij zo een coole chick?" Ik zie een knipoogje vanonder haar helm. Ik glimlach oprecht. "Ach ja. Waarom niet?" Na die woorden draait ze even aan haar handvat waardoor de motor van de brommer luider ronkt, maar ze schiet niet vooruit. "Ik ga even mijn fiets tegen James' brievenbus zetten." Ze knikt, maar haar helm dempt deze beweging. "Ik wacht wel." Verklaart ze. Ik laat mijn gsm opnieuw op zijn oorspronkelijke plaats in mijn broekzak glijden. Ik draai mijn stuur dusdanig dat ik enkele seconden later al in de tegenovergestelde richting sta. Mijn beide handen steunen nu op het stuur en ik trek met een galoppje naar de oude vervallen brievenbus voor me. De donkergroene verf is er al gedeeltelijk afgepelt en een oorspronkelijke felblauwe kleur wordt daardoor onthult. Mijn fiets haakt ertegenaan en door het gewicht verschuift het gekleurde brokstuk een stukje, waardoor ik klaar sta mijn fiets terug te nemen, maar de brievenbus komt al snel tot stilstand.

Ik loop achteruit en draai me dan om waardoor ik nog maar enkele meters van de beige brommer van Kaylee vandaan sta. Ik steek mijn duimen in de lucht en laat nog even een glimlach zien. "Off we go." Zeg ik nog nadat mijn voet op het metaal van de brommer haakt en een lichte plof weerklinkt. Ik zit achterop. Mijn handen sieren Kays heupen.

"Woont James hier?" Knikt ze naar het gebouw rechts achter ons. "Ja." Het is een paar seconden stil. "Ju paardje ju." Ik bal mijn hand tot een vuist en klop er even mee op Kays helm. Ik hoor haar lach weerklinken waardoor ik ook begin te lachen. Mijn hoofd nestelt zich tegen haar aan en mijn armen verstrengelen zich wederom met haar middel. Ik zit strak tegen haar aangedrukt en voor de eerste keer stoort ons lichaamscontact me niet. Ik sluit mijn ogen genietend wanneer de wind door mijn haren vliegt en de motor opnieuw luid weerklinkt.

Eenmaal thuis stap ik soepel af en gebaar Kaylee waar ze haar brommer mag achterlaten. Bijna vanzelfsprekend nodig ik haar uit voor het avondeten. Ze aanvaardt het aanbod en bergt haar helm op in de rugsteun waar ik eerder tegen leunde tijdens het rijden. Het sleuteltje klinkelt in haar hand en ze laat hem even in de lucht zweven, waarna ze hem daarna simpel uit de lucht plukt.

Ondertussen heb ik de voordeur al opengemaakt. Ik hoor meteen gerommel in de keuken en na het uitschoppen van mijn schoenen leiden mijn voeten me naar het geluid. "Hey Kaylee! Leuk je weer eens te zien! Eet je mee?" Weerklinkt Luccas stem. Blijkbaar staat Kaylee dus al achter me. Mijn vermoeden wordt meteen bevestigd als ik even kort omkijk.

"Ja, ik eet graag mee als dat oké is voor jullie?" "Tuurlijk! Lekker gezellig." Ze plaatst de witte borden op de glazen tafel waarna ze vervolgt: "Eet James ook mee?" Ik schraap mijn keel bij die naam. "Nee, hij moest naar huis." "Oh oké. Ik hoop dat alles oké is daar. Mijnheer zal tante morgen erover aanspreken op de herdenking. Ik heb het hem gevraagd." Beiden weten we wat 'het' betekent en dat ik genoeg voor ons om het gesprek hierbij te laten rusten.

"Herdenking?" Hoor ik achter me. "Ja, mijn moeder haar herdenking." Verklaar ik terwijl ik naar haar omkijk. "Oh ja tuurlijk. Sorry." "Dat is niks Kaylee. Je komt toch ook morgen?" De diepe stem van mijn vader weerklinkt links achter me en ik schrik ervan. Ik wist niet dat hij onderhand al uit zijn labo was gekomen. Kaylee kijkt nu vragend mijn kant uit, alsof haar blik hulp vraagt. "Ach! Had Jack je dat nog niet gevraagd dan?" Zijn hand klopt op mijn schouder en hij kijkt me veelbetekenend aan. "Vergeten." Probeer ik het incident weg te lachen als een boer met kiespijn.

Besmet met liefde *BxB*Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu