24.

1.1K 45 25
                                    

"En dan heb ik nog alleen maar je hand aangeraakt." Het blijft nog altijd stil. Een onrustige ademhaling en het trappen van de pedalen is te horen.

Vanwaar kwam die opmerking opeens? Wat bedoelde ik ermee? En vanwaar komt die zelfzekerheidsboost ineens?

De rest van de rit blijft de grimas op mijn gezicht zitten en de fijne stilte heerst tussen ons. Allebei zijn we in gedachten verzonken. Ik kom na een aantal minuten tot stilstand voor het huis van James. Hij springt van mijn fiets en grabbelt ongeduldig in zijn jaszak.

"Shit." Vloekt hij nogmaals zachtjes, weer tegen zichzelf. Ik weet al wat dit betekent en zucht gefrustreerd. "Serieus?" Hij kijkt me schuldig aan. "Sorry?" "Is je ma niet thuis?" "Café waarschijnlijk." Antwoord hij al snel. Ik loop langs het huis naar de omheining toe. "Wat ga je doen?" Ik loop verder. Mijn hand raakt het zwartgeverfde handvat van het tuinpoortje en probeert deze open te trekken, maar tevergeefs. Het poortje is op slot.

"En wat nu?" Hoor ik achter me vragen. Ik zucht en denk na. "Het parkje?" Stel ik voor. Hij knikt zwijgend en loopt alweer naar mijn fiets toe. Hij neemt hem van de grond en gaat op het zadel zitten. Ik grom. "Bedaar die unicorn even en klim achterop. Ik rij." Ik doe maar wat hij zegt. Inwendig zucht ik voor de zoveelste keer vandaag. "Mijn fiets nu." Daagt hij me uit. "Dat dacht je maar!"

Ik hou de onderkant van het zadel vast, maar nadat James snel over een vluchtheuvel rijdt, klem ik me bang vast aan zijn middel. James lacht uitbundig, waardoor we bijna in de gracht belanden. Net op tijd draait hij het stuur weg en trapt door. Eindelijk aangekomen zucht ik opgelucht. Ik stap rustig af, waarna James ook afstapt.

We gaan onder de bloeiende kastanjeboom zitten en mijn blik vestigt zich op de vruchten die eens van de boom vielen. Ik neem er een in mijn hand en kijk er gefassineerd naar. James begin onverwachts te praten, waardoor ik schrik en de kastanje uit mijn hand laat glippen. Hij lacht weer luidkeels. Ik grinnik even, maar wacht dan geduldig totdat hij is uitgelachen.

Hij begint zijn verhaal: "Ik kwam hier vroeger met mijn vader en zusje." Zijn stem kraakt. Mijn blik richt zich nogmaals op de kastanje.

Ik kijk medelevend naar James. Tranen blinken in zijn ogen en ik merk op dat hij er tegen vecht om ze los te laten. Ik wrijf over zijn rug. "Het is goed om te huilen. Het lucht op. Ik ben het maar. Ik snap het als je huilt." Na die woorden breekt de dam. Tranen vloeien, gevolgd door enorm luide snikken.

Hij wrijft als maar weer onder zijn ogen om te tranen weg te vegen, maar ze komen onherroepelijk terug. Hij snottert, enkele stotterende woorden verlaten zijn keel.

"Shhh, het is in orde." Ik draai zijn hoofd naar me toe en zie zijn vermoeide, waterige, bloeddoorlopende ogen. Daaronder bengelen tranen die blinken door het zonlicht.

Hij doet weer een poging ze weg te vegen maar ik ben hem voor. Ik kijk diep in zijn ogen.

"Het is oké."

Besmet met liefde *BxB*Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu