"We zijn er." Klinkt de norse stem van Mijnheer. We blijven nog zitten in de auto tot tante komt aangelopen. Synchroon stappen we samen naar de voordeur, maar al snel blijkt dat enkel James de bezitter van de huissleutel is. Ik grijp naar mijn capuchon, wetende dat het mijn natte kapsel niet meer zal kunnen redden. Verwachtingsvol kijk ik naar de haag voor de voortuin die de rest van de straat verbergt.
Komaan James, doe eens een beetje door. Het is koud!
Een rilling glijdt over mijn rug en om de koude tegen te gaan beslist mijn lichaam om in protest te treden. Mijn handen zitten ver in mijn mouwen verborgen en ik maak kleine sprongetjes om mijn spieren warm te houden. Mijnheer kijkt me geïrriteerd aan, maar ik besteed er geen aandacht aan. Ik zie zijn ogen van Kaylee naar mij glijden, alsof hij wilt seinen dat er iets moet gebeuren. Hij trekt zijn wenkbrauw op, zijn minachting tonend. Ik laat een blik van verwardheid zien, quasi vragende wat hij verwacht van me. Als antwoord kijkt hij naar onze handen, of nu ja, wat ervan te zien valt. Met een lichte tegenzin laat ik de stof van mijn mouwen in mijn handpalm los, waardoor een gure wind mijn huid meteen tegemoet komt. Ik twijfel even of ik toch niet de warmte verkies, maar neem dan toch Kaylees hand vast. Onze gerimpelde natte vingers verstrengelen zich. Lang hou ik het echter niet vol. Ik besluit onze verstrengelde vingers enige warmte toe te reiken door ze in mijn jaszak te stoppen.
Kaylee schenkt me een dankbare blik toe. Nu pas merk ik hoe erg onze vingertoppen onderkoelt waren. De stof van mijn jas gloeit tegen mijn huid en ik weet zeker dat Kaylee hetzelfde voelt. "Gaat het?" Vraag ik enigsinds bezorgd aan het meisje naast me. Ze knikt. Geen woord verlaat haar lippen. Enkele seconden blijft het stil voordat er een kleine conversatie terug op gang komt. "Ik zou eigenlijk naar huis moeten weet je?" "Oh sorry dat was ik helemaal vergeten!" Verontschuldig ik me oprecht. "Het is oké." Zegt ze met een bepaalde ondertoon in haar stem. Onderwijl kijkt ze naar de trappen die gezien haar blik interessanter blijken te zijn dan mijn ogen. "Ik ga." Kondigt ze aan. De regen begint te verminderen waarna ze eindelijk stopt, of toch zo goed als. Ik kijk verwachtingsvol naar de hemel. Onbewust siert me een glimlach rond mijn lippen. Ik kan het niet laten te blijven lachen terwijl ik Kaylees capuchon van haar haar af laat glijden. Meteen springt er me een bos aan wilde krullen tegemoet. "Oh mijn unicorn god!" Lach ik verrukt. Mijn armen blijven op haar schouders rusten. Ik kijk haar tevreden aan terwijl ik haar hoor zeggen: "Tja, dat is wat regen nu eenmaal doet met krullend haar." Ook haar lippen ontglipt een onderdrukte grinnik. "Het is oké." Glimlach ik haar toe een plukje haar achter haar oor brengend met mijn hand. "Nah." Lach ik het uitzicht weg. Ze lacht met me mee. Ik maak voor mezelf een metale notitie: krullend haar steek je nooit achter je oor. Dat is duidelijk.
Het besef dringt tot me door. Zonder enige geforceerdheid staan we hier. Enkele luttele centimeters zijn onze gezichten van elkaar verwijderd. Mijn lach verdwijnt even. Ik schraap mijn keel naar de grond starend. De gedachte komt in me op ons fysiek contact te verbreken door mijn armen rond haar nek weg te halen, maar ik kan het om de één of andere reden toch niet opbrengen.
"Ik euh-" Ze wenkt achter zich met haar duim. "Oh ja, sorry." Verontschuldig ik me nogmaals. Mijn handen gaan naar de onderkant van haar jas en trekken deze even naar beneden, hopend haar jas goed te trekken, maar dat heeft uiteraard weinig zin. "Tot nog eens dan?" Hint ze, de ongemakkelijke sfeer negerend. Ik voel aan wat ze bedoelt. Kaylee leunt in en ik zie dat ze haar ogen sluit. Volledig in paniek grijp ik haar bij haar middel en trek haar zo in een knuffel.
Gefriendzoned...
Het lukt me gewoon niet om dit te spelen. Om met háár te spelen. Onze vriendschap is een leugen niet waard en al zeker niet dit soort leugen. De kans op een gebroken liefde laat ik liever links liggen. Ik ben blij met vrienden zijn. Ik sluit mijn ogen tijdens de innige knuffel. Ondanks het feit dat ik groter ben dan haar en mijn moet bukken tijdens onze omhelzing, voelt de knuffel zeer veilig. Ik durf zelfs te zeggen dat ik me vertrouwt voel in haar armen. Mijn ogen sluiten zich genietend en ik zucht tevreden in haar nek. Wanneer ik mijn ogen terug open zie ik James staan naast de haag, kijkend naar onze diepe omhelzing. James is niet dom. Hij ziet ook wel dat ik hier nood aan had. Dat dit moment geen geforceerde situatie is.
Hij lijkt verbouwereerd door die gedachte. Wachtend op een volgende beweging om te registreren. Een reden om weg te kunnen rennen, maar die komt niet. Ik kan het nu niet opbrengen, laat staan later. Ik laat Kaylee los en knijp nog even langs haar hand wanneer de mijne in de hare glijdt. Mijn mond neemt een vriendelijke grimas aan. Zo nemen we afscheid. James lijkt eindelijk in beweging te kunnen komen. Hij ontwaakt uit zijn versteende staat en loopt tegen het achterwiel van mijn al kapotte fiets die nog steeds tegen de brievenbus gedrapeerd stond door het vorige bezoek.
Als die al niet kapot was, dan nu wel.
Mijn fiets klettert namelijk op de grond met James vol op zich.
JE LEEST
Besmet met liefde *BxB*
Teen FictionGeforceerde liefde die móét resulteren in je eerste keer met een meisje die je helemaal niet kent. Dat is de opzet van een achterlijk plan van je vader, wetenschapper, dat móét slagen. Het zogenaamde 'sexperiment', noemt hij het zelf. Een klein prob...