Hoofdstuk 6

359 23 1
                                    

Alex POV.

'Waarom ben je haar niet achterna gegaan!' Boos kijkt mijn vader mij aan. 'Sorry vader.' Mjin hoofd hangt omlaag. 'Ik wilde Meghan wel volgen, maar ze was te boos om met haar te kunnen praten. Ze was ook bang voor mij.' Het liefst zou ik nu tegen mijn vader willen schreeuwen. Hij vindt altijd dat ik het verkeerd doe. Altijd! 'Zoek haar! We hebben haar nodig. En anders doe ik het zelf wel, maar dan behandel ik haar hoe ik het wil.' Geschrokken kijk ik recht in de ogen van de koning. Als Meghan in mijn vaders handen komt, loopt het niet goed met haar af. Dus moet ik haar vinden voordat hij het doet. 'Als u aan Meghan komt, komt u ook aan mij!' Ik heb het gevoel alsof ik haar voor iets moet beschermen. Ik weet niet wat, maar daar kom ik misschien vanzelf wel achter.


Ik draai mij om en loop richting de deur. 'Ik wil dat je haar vindt in één week, langer krijg je niet.' Zegt de koning als ik net de deur uitloop. Twee bewakers lopen achter mij. 'Prins Alex? Als er iets is wat ik kan doen zegt u het maar.' Zegt een bewaker. 'Ik heb jullie nu even nodig. Zoek tien soldaten en vind Meghan. Als we nu beginnen kunnen we haar nog vinden. Ze zou nog niet zo ver weg zijn.' De bewakers lopen met grote passen weg. Langzaam loop ik naar mijn slaapkamer.


Ik lig languit op mijn bed en denk aan Meghan. Waar zou ze heen zijn gegaan? Er wordt op de deur geklopt. 'Binnen!' Roep ik. Het dienstmeisje loopt naar binnen met een dienblad vol met wijnglazen. Ik sta op en pak een glas van het dienblad. In het wijnglas zit vers bloed proef ik. 'Meneer, ik moest doorgeven van Jeff dat de soldaten op weg zijn. Ze zullen haar vast wel vinden.' 'Dankjewel Elise.' Het diestmeisje loopt uit de kamer en sluit de deur. Ik ga weer op het bed zitten met mijn drankje. Bloed is zo heerlijk. Toen ik voor Meghan stond rook ik haar bloed. Eigenlijk wilde ik wel een slokje nemen, maar ik hield mij tegen. Als ik het bloed op heb leg ik het glas op het nachtkastje en ik sta op. Ik ga Meghan ook helpen zoeken.


Het is lekker warm buiten en het is erg druk op het plein. Allemaal mensen roepen door elkaar heen. Als ik dichter bij de mensen kom is het gelijk stil. De mensen kijken mij vreemd aan. Een vrouw loopt naar mij toe. 'Prins? Wie is dat meisje waar ze op zoek naar zijn?' 'Dat meisje heet Meghan. Ze is een mens en verder kan ik er ook niet meer over zeggen.' Antwoord ik. 'Een mens? Wat is er zo bijzonder aan haar en waarom is ze hier?' vraagt de vrouw verder. Zonder haar antwoord te geven loop ik door.


Ik sta voor de poort en knik naar de bewaker dat hij de poort moet openmaken. 'Oh wacht prins! Ik heb soort van informatie over Meghan.' Zegt de bewaker. 'Informatie? Wat voor informatie?' Vraag ik aan hem. 'Ik denk een half uur geleden, vroeg een meisje of de poort open kon. Ik zei natuurlijk dat ze eerst toestemming nodig had, maar ze begon te schreeuwen dat ze weg wilde. Uiteindelijk is ze niet door de poort gekomen, maar is ze over de muur geklommen. Ik moest van haar de groeten doen aan u.' Ik bedank hem en hij doet de poort open. Vervolgens loop ik erdoor en wordt de poort weer achter mijn rug gesloten.



Meghan POV.

'Ik ben Sylas.' Stelt de jongen zich voor. 'Wie ben jij?' Ik veeg mijn tranen weg. Ik kijk in de jongen zijn ogen. Ze zijn prachtig heldergroen. 'Oh hallo, ik ben Meghan.' Sylas komt dichterbij en ruikt aan mij. Hij trekt zijn neus op, terwijl hij naar achteren deinst. 'Ben jij een vampier?' Vraagt hij geschrokken. 'Nee, dat ben ik niet.' Wat een rare vraag... en typisch dat hij aan mij ruikt. 'Waarom ruik jij dan naar vampier? Of is er een vampier in jouw buurt geweest?' Natuurlijk, de geur komt vast Alex. 'Ik was eerst wel bij eh ja, vampieren, maar ik ben weggelopen. Ik ben hier nog maar één dag.'

NeverEverWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu