Hoofdstuk 47

44 8 0
                                    

Felix POV.

Mijn ogen gaan open. Ik lig op een ijzeren tafel met een felle lamp die in mijn ogen schijnt. Ik kan haast niets meer herinneren wat er is gebeurd.

'Goed je bent wakker.' Klinkt een stem naast mij. Ik kijk recht in de ogen van een onbekend iemand. 'Jij kent mij natuurlijk nog niet, maar mijn naam is Kian. Ik ben de broer van Meghan.' Van schrik ga ik rechtop zitten, maar de jongen duwt me weer terug. 'Je bent nog niet helemaal hersteld. Blijf nog even liggen voordat je omvalt.'

Alles schiet me weer te binnen. Koning Darkmir. Het drankje. Het bloed afnemen. 'Ik ben een wolf. Ik herstel uitermate snel. Dus...' Ik ga weer rechtop zitten met mijn benen bungelend boven de grond. 'Waar zijn Meghan en Sylas?' Ik kijk Kian aan met een sombere blik. 'Ze zijn zeker aan het duelleren met de koning, jouw vader.' Ik zucht. 'Een gevecht zonder mij, wat triest.' Ik zet mij af van het bed en ik sta wankelend op mijn benen. De omgeving om mij heen draait en ik moet me aan iets vasthouden om niet om te vallen, maar daar ben ik iets te laat mee, want ik verlies toch mijn evenwicht en ik zak naar de grond.

'Je mist niet alleen een gevecht,' grinnikt Kian hevig, 'je mist ook je evenwicht.' Hij lacht harder, terwijl hij mij overeind helpt. Ik kijk hem nijdig aan. 'Er is geen tijd voor grapjes. We moeten Meghan en Sylas achterna.'

'Dat is niet handig. In de troonzaal...' Kian stopt even en hij kijkt mij met een ernstige blik aan. 'In de troonzaal is er een groot feest gaande. Als de Paholainen jou zien, ben je er geweest. Ik kan je dan ook niet helpen. Dat risico gaan we zeker niet nemen.

'Dat maakt mij niet uit. Ik moet ze helpen. Het zijn nou eenmaal mijn vrienden. Ik kan ze niet verliezen nu.' Zeg ik en ik probeer een stukje te lopen. Het gaat al beter dan net. De kamer draait niet meer en ik kan normaal op mijn benen staan. 'Goed, kom mee dan.' Zegt Kian.

Kian begeleidt mij door de gangen van het kasteel heen. We komen nog steeds niemand tegen – wat erg vreemd is, omdat er normaal gesproken meerdere Paholainen ronddwalen. We kunnen gemakkelijk doorlopen zonder enkele obstakels. We slaan de hoek om en komen bij twee enorme deuren. 'Hierachter is de troonzaal.' Zegt Kian. 'Weet je dit helemaal zeker? Je kunt niet goed terug als je binnen staat. Als je gezien wordt, is het niet mijn schuld. Ik had je nog gewaarschuwd.'

'Doe die deur maar snel open voordat het te laat is.' Roep ik snel. Kian kijkt me nog aan en dan legt hij zijn hand op de deurklink. Beide deuren gaan open en de troonzaal komt langzaam voor onze ogen tevoorschijn. Ik kijk de kamer rond, maar wat mij opvalt, is dat er niemand te bekennen is. Ze hielden hier toch een groot feest?

'Wat is hier gebeurd?' Mompelt Kian binnensmonds. We kijken nog meer rond en plotseling schiet Kian naar voren richting het midden van de troonzaal. Eerst weet ik niet waar hij naartoe rent, maar al snel zie ik mensen op de grond liggen. Ik strompel achter Kian aan, naar de mensen.

Meghan en Sylas. Allebei liggen ze stil op de koude, betonnen vloer. Van het strompelen ga ik in een snellere pas lopen. Kian is als eerst bij Sylas neergevallen en ik loop gelijk op Meghan af. Ze mogen niet dood zijn. Kian zit voorzichtig Sylas wakker te schudden, maar er komt geen beweging in. 'hé! Sylas!' Roept Kian. Hij schudt nog een keer en Sylas schiet omhoog en hapt naar adem.

'Meghan!' Dat is het enige wat Sylas uit kan brengen. 'Rustig maar! Wij zijn er.' Zegt Kian. Ik draai mijn hoofd naar Sylas en zijn hoofd gaat van Kian naar mij en weer terug. Vervolgens kom ik bij Meghan aan en ik doe precies hetzelfde als Kian bij Sylas had gedaan. Met mijn handen houd ik Meghan stevig vast bij haar schouders. Kian komt naast mij op zijn knieën zitten. Ik kijk achterom en zie Sylas ook naar ons toe lopen.

'Wat is er gebeurd?' Vraag ik snel aan hem terwijl hij ook naast Meghan komt zitten. 'We hebben de koning verslagen. Nee, eigenlijk heeft Meghan dat gedaan.' Ik kijk Sylas vragend aan, en hij vertelt verder. 'Jouw vader,' hij maakt een gebaar naar Kian. 'noemde een spreuk op en ik vloog naar achteren. Hetzelfde gebeurde bij Meghan, maar toen zij op de stil op de grond lag en de koning met zijn zwaard boven mijn hoofd hing, kwam er een enorme lichtstraal uit de hand van Meghan, die vervolgens op de koning terecht kwam. De lichtstraal verspreidde over zijn hele lichaam tot hij plotseling uiteenspatte. Scherven van zijn lichaam schoten alle kanten op en raakten alle Paholainen, waarna zij ook in duizend stukjes uiteenspatte.'

Ik kan het bijna niet geloven, maar waarom zou hij hierover gaan liegen? Ik stel nog meer vragen, maar krijg geen antwoord. Sylas is te druk bezig in zijn hoofd dat hij niet op de omgeving let.

Sylas ontwaakt uit zijn gedachte en roept: 'Hartslag gaat omlaag.' Terwijl hij Meghans hand vasthoudt, gaat hij verder: 'Wat moeten we doen?' Hij draait zijn hoofd naar ons toe. Hij begint in paniek te raken, en ik ook. Ze mag niet doodgaan. Niet nu we zo ver zijn gekomen. We mogen niet het gevoel krijgen dat de koning haar verslagen heeft.

'We brengen haar naar het laboratorium, de plek waar ik Felix ook behandelde. Dat moet snel gebeuren voordat haar hart het helemaal begeeft.' Zegt Kian snel en zonder dat hij een reactie krijgt schuift hij zichzelf dichter naar Meghan toe. Zijn handen duwt hij voorzichtig onder het lichaam. Zijn ene hand bij de schouder en de andere in de knieholtes. Kian tilt haar op en ze ligt veilig in haar broers armen. Hij knikt en wij volgen hem richting het laboratorium.

Kian houdt Meghans hand stevig vast en voelt of haar hart nog klopt. Hij versnelt zijn pas wanneer het bloed langzamer rondpompt. We slaan de hoeken om en lopen door de lange gangen van het oude kasteel. Het is hier zo groot dat ik de weg naar het lab al ben vergeten, terwijl ik er ben geweest. We slaan de hoek weer om.

'Hé, jullie!' Voor mij een onbekende stem klinkt in de gang. Voor ons staan drie jongens. Ik herken de eerste niet, maar de twee anderen kan ik uit duizenden herkennen. Alex, de prins van de Vampieren, zit ook in het complot dat we hier aanwezig zijn. En Vincent, de Vampieren broer van Alex, de jongen die meeging op onze reis en ons vervolgens verraadde. Ik ben nog steeds kwaad op hem, en terecht. De onbekende jongen zal uit verhalen wel de oudste broer zijn van Meghan en Kian. Ook omdat alle Paholainen vernietigd zijn, kan dit er geen zijn.

Ze versperren duidelijk onze weg en dat laat Kian merken. 'Ga weg! Laat ons erdoor. Caiden wil je soms dat je zusje overlijdt.' Caiden laat een grijns achter en hij verplaatst zich echter niet. Hij kijkt naar Meghan in de armen van zijn jongere broer. 'Is vader verslagen? Want anders mag je zo niet tegen de koning praten.'

Hier hebben we geen tijd voor. Meghan ligt op sterven en ze laten ons niet door. Het boeit hen volgens mij niet als zij sterft. 'Speel geen spelletjes. Ga aan de kant zodat wij verder kunnen.' Roept Sylas geïrriteerd. Vincent schudt zijn hoofd en Caiden opent zijn mond weer om iets te zeggen. 'Ik laat jullie erdoor...' Hij wacht even. 'Op één voorwaarde. Kian, jij wordt mijn bediende in dit kasteel en jullie mogen verder.'

Ik kijk Kian aan. Wat een onzin. 'Prima, akkoord. Mogen we nu naar het laboratorium?' Zegt Kian. Ik schrik van zijn antwoord. Waarom zou hij dit willen? Een bediende van zijn kwaadaardige broer? Kian kijkt ons één voor één aan. 'Het is goed. Als we maar Meghan kunnen redden, hoef je je geen zorgen over mij te maken. Ik red me wel.' Caiden knikt kort. 'Oké. Dat staat vast. Loop maar verder. Wij achtervolgen jullie wel. Dan kunnen we zien of ons zusje het overleeft.'

We staan voor de deur van de kamer en Sylas smijt de deur open. We lopen naar binnen en Kian loopt meteen naar het bed. Wanneer Kian Meghan op het bed heeft gelegd, kijken Sylas en ik elkaar angstig aan. Vincent gaat op de enige stoel zitten in het lab en Caiden staat nonchalant tegen de muur. Kian rent naar de muur van het lab en haalt een monitor tevoorschijn. Allemaal snoeren hangen langs het beeldscherm en hij snelt onhandig terug naar ons toe. Hij struikelt bijna over de snoeren die over de grond slepen. Hij probeert het apparaat te installeren, maar het gaat moeilijker dan verwacht. Alles zit door elkaar heen en in de knoop. Na een tijdje staat de monitor aangesloten en we zien de hartslagen van Meghan. De golven gaan te langzaam voor een normaal persoon. Het lijkt alsof haar hartslag nog lager is.

'Zijn hier ergens infuuszakken?' Vraagt Sylas mompelend, terwijl hij naar de kastjes loopt en ze opent. Hij gaat steeds sneller met het openen van deurtjes, maar er ligt niet datgene wat we nodig hebben. 'Ja, daar.' Kian wijst naar het laatste kastje waar Sylas nog niet in had gekeken. Vlug loopt hij erheen en doet het deurtje open. Zoals Kian al zei, liggen er infuuszakken in. Sylas pakt er één en rent terug naar het bed. Hij geeft het door en neemt een spuit van de tafel.

Ik kijk even weg als de naald in de huid wordt geprikt. De infuuszak wordt aangehangen en Kian spuit de vloeistof epinefrine in de zak. We wachten totdat het vloeistof in het slangetje glijdt en vervolgens gaat onze blik naar de monitor. Het duurt een minuut voordat Meghans hartslag omhoog gaat. Het is gelukt. De rode golven stijgen hoog in de lucht, nog net niet het normale, maar het is beter dan net. Ik volg de lijn, maar we hebben te vroeg gejuicht. De golf gaat weer omlaag.

Een lange piep klinkt door het laboratorium. We kijken van schrik tegelijk naar de aangesloten monitor. De rode lijn staat horizontaal zonder enkele golven. Haar hart staat stil. Ze is dood.


NeverEverWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu