Sylas POV.
Meghan en Felix verdwijnen langzaam dieper in de linker tunnel. Vincent en ik wachten totdat ze zijn verdwenen en dan lopen we de rechter tunnel in. Het liefst had ik gehoopt dat ik samen met Meghan mocht lopen. Oké, de band met Vincent is wel beter opgebouwd, dus het is niet een groot probleem, maar samen met Meghan is het toch wat vertrouwelijker. Stel je voor dat Vincent ineens van gedachten verandert en mij gaat aanvallen. Dan ben ik er geweest. Dan is het: dag Syl...
'Sylas. Waarom zou ik jou aanvallen?' Vincent staart mij aan. 'Omdat...' Begin ik. 'Ehh, omdat je een vampier bent.' Zeg ik snel erachter. 'Vincent voelt zich beledigd.' Hij zet een pruillipje op. 'Dit heet nou discriminatie. Niet alle vampieren zijn kwaadaardig.' Hij stopt even met praten en zet een bedenkelijk gezicht op. 'Ehh, nee dat is ook niet waar. Laten we het gewoon bij houden dat ik soms in een slechte bui ben. En ja, wanneer ik in een slechte bui ben, vermoord ik mensen.'
'Maar ik heb een vraag. Wil je alsjeblieft niet mijn gedachten afluisteren? Sommige dingen hoef je niet van mij te weten.' Jammerend knikt Vincent zijn hoofd. 'Oké, ik zal het proberen, maar het is zo verleidelijk. Je denkt aan teveel leuke en interessante dingen.' Er hangt een grijns rond zijn mond. 'Alleen omdat jij het bent, zal ik stoppen.' Ik bedank hem vriendelijk. Aan de ene kant vertrouw ik hem, maar aan de andere kant denk ik dat hij mijn gedachten nog steeds afluistert. Ik zie dat Vincent zijn grijns nog breder maakt. Jup, dat dacht ik al. Vincent als je dit hoort. Je bent een vieze, vuile...
'Oké Oké, rustig! Zal ik dan maar vertellen hoe je je gedachten kan blokkeren voor mij?' Zegt Vincent vlug erachteraan voordat ik mijn zin kan afmaken. 'Je moet deze spreuk opzeggen: lieve Vincent, ik zal nooit meer gemeen tegen je doen of je verkeerd inschatten.'
'Maar dat is niet een echte spreuk. Die verzin je nu ter plekke.' Mijn gezicht gericht op Vincent. 'Doe het nou maar. Dan zal ik niet je gedachten afluisteren.' Met tegenzin gaat mijn mond open om de ''spreuk'' te luiden. Wanneer ik klaar ben, glundert Vincent helemaal van top tot teen. 'Goed zo. Deze keer kom je er goed vanaf.'
'En nu, ehh ga je mijn gedachten niet meer lezen?' Vraag ik aan Vincent. Hij knikt. Mooi zo, nu kan ik weer lekker overal aan denken zonder dat hij mee geniet.
We zijn weer een paar minuutjes aan het lopen door de gang heen. We praten niet tegen elkaar. Het is muisstil. Ergens in de verte hoor ik water ruisen. Ik ben nog steeds benieuwd waar we uitkomen. Misschien hebben wij wel de verkeerde route genomen en moeten we straks weer helemaal teruglopen.
De stilte wordt onderbroken door het gehuil van... een wolf? Vincent heeft het ook gehoord en vraagt zich vast ook af wat er aan de hand is. Zou er iets ernstig zijn? Is er iets met Meghan of Felix gebeurd? Ik kijk Vincent bezorgd aan. Hij denkt precies hetzelfde waar ik ook aan denk. De vampier knikt en ik zet me af van de grond en we sprinten samen snel door de tunnel heen.
We rennen al een paar minuten en er komt maar geen einde aan de gang. Vincent en ik hebben nog steeds niet met elkaar gesproken. We verminderen onze snelheid en komen tot stilstand. 'Laten we onze energie niet verspillen.' Zegt Vincent tegen mij al hijgend. Ik ben het met hem eens en lopen op een rustig tempo door.
Ineens hoor ik een ijselijke gil dat door de tunnel galmt. Ik weet meteen van wie die gil is. Meghan! We stoppen weer direct met lopen. 'En daar gaan we weer.' Zegt Vincent geërgerd. 'Ja hallo, dit klonk alsof er iemand dood gaat. We moeten snel zijn. Misschien komen we nog bij haar.' Vincent rolt met zijn ogen. 'Prima, hoppakee vooruit met die geit.' Vincent duwt me vooruit de tunnel in. 'Super Sylas, dan moet je wel snel zijn hè. Let maar niet op mij. Ik haal je later wel in.' Ik besluit voor me te kijken en ren zo snel als ik kan door de tunnel. Ik kijk nog even achterom en zie dat Vincent verveelt wat om zich heen zit te staren.
Ik kom aan in een grote ruimte van twintig meter. In het midden van de ruimte is helemaal van vies water. Een grote octopus komt uit het water vandaan. De kraak is wel vijftien meter lang en weet ik veel meter breed. Hij ziet er erg angstaanjagend uit. In één van zijn tentakels heeft hij iets vast. Tot mijn schrik zie ik dat het Meghan is. Haar hoofd hangt slap naar beneden. Er loopt een straaltje bloed langs haar wang naar beneden. Is... Is ze dood? Ik schud de gedachten weg. Nee! Ze mag niet dood zijn.
'He!' Schreeuw ik hard door de ruimte. 'Laat haar los!' Ik tover een zwaard in mijn handen. Het ijzeren zwaard richt ik op de gigantische octopus. Het hoofd van het dier draait zich mijn kant op. Zijn ogen zijn groot en pikzwart. Ik had wel eens verhalen gehoord dat dit enorme beest zou bestaan, maar dat gerucht geloofde ik niet. Totdat ik nu zie dat hij bestaat.
Een vreemd geluid komt uit de mond van de octopus. Het geluid is niet te omschrijven. Ik zie dat een tentakel mijn kant op komt suizen. Met mijn zwaard snijd ik de tentakel af. In vele liters stroomt er donkerblauw bloed uit. Tot mijn grote verbazing hoor ik gekraak en er groeit een nieuw deel aan de afgesneden tentakel. Het vreemde geluid van de kraak galmt weer door de ruimte heen en tegelijkertijd zoeft er weer een tentakel mijn kant op. Ik duik weg en hij vliegt over mij heen.
Precies op het goede moment hoor ik snelle voetstapbewegingen de ruimte in rennen. Ik draai mijn hoofd opzij en zie een wolf staan. Felix is nu ook bij het feestje aanwezig. Hij heeft iets in zijn mond. Kleding? Hij kijkt mij aan en hij draait zich om en rent weer de tunnel in. Na een paar seconden komt hij weer terug, maar dan als een normaal mens. Nog even ritst hij zijn gulp dicht en komt mijn kant op. Ik zit niet op te letten en dan voel ik een klap tegen mijn achterhoofd. Met een harde dreun kom ik pijnlijk op de grond terecht.
Mijn hoofd bonkt en ik reik mijn hand naar mijn achterhoofd. Vervolgens kijk ik naar mijn vingers. Bloed. Dan voel ik een straaltje langs mijn nek naar beneden glijden. Ondertussen staat Felix naast mij en bied zijn hand aan. Ik trek me met zijn hulp overeind en pak het zwaard dat op de grond gevallen was op.
'Sylas? Ben je klaar voor de strijd?' Hoor ik Felix vragen.
JE LEEST
NeverEver
FantasyMeghan Hills leidt een normaal leven, maar als haar pleegouders en broer op vakantie gaan ontmoet ze een vreemde jongen. Alex blijkt een knappe prins van de Magische wereld NeverEver te zijn. Hij brengt haar naar de wereld en doet alles voor haar zo...