Hoofdstuk 41

81 14 1
                                    

Meghan POV.

Gisteravond was ik toch in slaap weten te komen. Mijn droom bestond uit een grote nachtmerrie. Ik droomde over vandaag wat er zou gebeuren en hoe het bloed uit onze aders werd weggezogen. Ook kwam de ontsnapping erin voor. We werden gepakt en alles mislukte totaal. Het bloed werd nog meer afgenomen totdat we dood waren. Ik rek mij eens flink uit. Mijn rug doet enorm veel zeer door de slechte matras. Ik heb nog niet eens twee uur kunnen slapen, want ik werd wakker door de vreselijke pijn.

Na lang zitten wachten hoor ik buiten de cel mensen praten. Is dat het teken dat we worden opgehaald? Mijn hart begint sneller te bonken. De zenuwen gieren door mijn lichaam heen. Het gepraat wordt steeds harder en dan hoor ik het geritsel van sleutels. Ik sta vlug op en druk mij stevig tegen de muur aan. De celdeur gaat met een snel tempo open. Twee Paholainen komen de cel binnen en de andere twee blijven buiten staan. Hardhandig word ik vastgepakt en mijn armen worden fijngeknepen. Ik wil mij uit de vaste greep trekken, maar dat lukt niet zo eenvoudig.

De Paholainen schreeuwen in een taal die ik niet ken naar elkaar. Ik kijk ze vragend aan, maar ik word al snel naar buiten geduwd. De twee andere bewakers die net stonden te wachten, zijn een andere cel binnen gelopen en halen Sylas en Felix op. Ik hoor Sylas schreeuwen en hij slaat wild in het rond. Ook hij komt buiten de cel te staan. Ik kijk om mij heen en vraag in mijn hoofd af waar Felix is. Sylas lijkt mij te snappen en vraagt: 'Waarom halen jullie Felix er niet uit?' De Paholainen trekken ons naar voren door de gang heen. Gehoorzaam lopen wij mee. We hebben nog steeds geen antwoord op Sylas' vraag gekregen dus deze keer vraag ik het nog een keer. De bewaker links van mij draait zijn hoofd om en antwoordt dan als enige. 'Die is al geweest. Hij ligt nu al stil in het laboratorium.'

Sylas en ik schrikken van zijn antwoord. 'Betekent dit dat hij is leeggezogen en nu niet meer leeft?' Vraag Sylas stomverbaasd. Twee Paholainen knikken. De andere twee schudden hun hoofd. Hier worden we niet veel wijzer van. We komen aan bij het eind van de gang en lopen de trap op tot we boven zijn. We worden naar een andere kant geleid dan toen we uit de troonzaal kwamen. Felix mag niet dood zijn. Schreeuw ik in mijn hoofd. We hebben hem ook nodig om te ontsnappen en de koning te kunnen vermoorden. Hij moet hier levend uit zien te komen. Als hij nog leeft gaan we hem redden ook al staat er dan veel op het spel. Ik wil dat we hier alle drie levend uitkomen.

We lopen vele gangen door en nog steeds niet zijn we bij het laboratorium aangekomen. Dit kasteel is enorm groot en ik weet niet of we nog lang moeten lopen. We lopen ook nog in een snel tempo wat Sylas en ik nog maar net kunnen bijhouden. De laatste hoek slaan we om en dan houdt de lange gang op. Aan het einde van de gang is het donkerder en hangt geen lamp. Is daar het lab?

De deur gaat al open voordat we er zijn. Er staat een Paholain met een lange, zwarte laboratoriumjas aan. We worden naar binnengeleid. De kamer is erg groot. De muren zijn zwart, zoals eigenlijk alle muren in het kasteel en de vloer is van donkerbruine, houten planken. Vroeger toen ik klein was en nog in de mensenwereld leefde, moest ik bloedprikken in het ziekenhuis. Daar was alles wit en vrolijke kleuren op de muren. Knutselwerkjes van kaarten tot grote cadeaus. Nu is alles donker, grauw en is er nauwelijks iets vrolijks.

In het laboratorium lopen Paholainen door elkaar. Hier staan maar twee bedden in de ruimte en nergens zie ik Felix. Zou hij hier wel geweest zijn of ligt hij in een andere kamer? Ik zie Sylas ook nauwkeurig in het rond zoeken, want ook hij is nieuwsgierig waar Felix zich bevindt. Ik kan alleen maar hopen dat hij nog leeft en dat we samen hieruit komen. Het allermeest waar ik aan denk ik het ontsnappingsplan van Kian. Zou hij zich aan de afspraak houden en komt hij ons echt helpen?

'Ga liggen.' Commandeert de Paholain die net de deur open had gedaan. Gehoorzaam lopen we naar het laboratoriumbed en gaan liggen. Ondertussen kijken Sylas en ik naar alle Paholainen die om ons heen zijn verzameld. Ik zie aan de andere kant van het bed een grote, zwarte emmer staan en er hangen buisjes aan de reling. Vroeger was ik nooit bang voor een ziekenhuis, maar van deze ruimte krijg ik toch echt wel de kriebels. Doctoren in zwarte labjassen, gereedschap en nog meer angstaanjagende middelen.

Eén van de Paholainen gaat naast het bed staan. Hij pakt de emmer van de grond en verplaatst hem meer naar mij toe. 'Hier komt al het bloed in.' Legt hij uit. 'Je kunt er voor kiezen om nu gelijk dood te gaan of we laten je langzaam leeglopen totdat er geen bloed meer door je aders stroomt. Aan jullie de keus.' Sylas gaat rechtop zitten. 'Laat mij nu maar doodgaan. Dan ben ik er sneller vanaf.' Ik schrik van de woorden die Sylas zegt. Ik heb er nog niet bij stilgestaan dat Sylas nog niet van het plan afweet. 'Nee, Sylas. Laten we allebei langzaam doodgaan. Dan kunnen we nog genieten van onze laatste momenten samen.' Zeg ik en stiekem geef ik hem een knipoog. Ik hoop dat hij mijn hint begrijpt en zoniet, dan loopt het plan slecht af.

Boven Sylas' hoofd hangt een vraagteken, figuurlijk dan. Hij snapt niet wat ik duidelijk probeer te maken. Hoe moet ik dit uitleggen? Ik kan niet zo vrolijk het plan gaan vertellen waar de Paholainen bij zijn. 'Meghan, wil je liever de hele tijd pijn voelen of in één keer pijn en daarna niet meer.' Vraagt hij. Ik schud mijn hoofd. 'We gaan geen pijn voelen. Ik geef de hoop nog niet op en zal de laatste minuten strijden voor wat het nog waard is. Ik wil dat jij hetzelfde doet.' En voor een tweede keer geef ik een kleine knipoog, hopend op het beste.

'Zo, zijn jullie eruit? Wat is de keuze?' Wordt er weer aan ons gevraagd. Sylas geeft weer als eerste antwoord. 'Laat ons maar langzaam sterven. We willen zien hoe ons bloed uit onze aderen wordt leeggepompt. Maar we hebben nog een laatste wens voordat de wereld ten ondergaat – het is tenminste ons bloed wat jullie koning zo helpt. Waar is onze goede vriend Felix. Leeft hij nog?'

De Paholainen kijken elkaar aan, totdat de bewaker die ons naar het lab had gebracht zegt: 'Ja, hij leeft nog. Hij wordt in een andere kamer behandeld. Hij is momenteel al voor een kwart leeggezogen.' Opgelucht haal ik adem. Er is dus nog een kans om Felix te bevrijden. Alleen moeten we nog weten waar hij precies zit.

Eerst worden onze voeten vastgebonden met twee stevige banden. Daarna zijn onze armen aan de beurt. We liggen stil en hulpeloos op het operatiebed. Ik kijk Sylas aan die zich in de strakke banden zit te wurmen. De banden zitten veel te strak om mijn enkels en polsen. De Paholainen willen natuurlijk niet dat we nog kunnen ontsnappen. De Paholain die ons gaat behandelen komt aangelopen met een spuit en een slangetje. Hij maakt het snoer vast aan de spuit en vervolgens stopt hij het uiteinde in de emmer. Waar blijft Kian toch? Hij zou er allang moeten zijn. Toch twijfel ik aan zijn woord. Misschien heeft hij ons erin geluisd en komt hij ons niet redden. De spuit gaat al sneller naar mijn arm dan verwacht. De zenuwen gieren door mijn lichaam, maar net voordat de Paholain in mijn arm boort gaat plotseling de deur met een grote zwaai open. Daar staat Kian. Nu kan de ontsnapping beginnen. 

~~~~
Hey Hoi! Oeh, spannend zeg! Gaat de ontsnapping lukken? 

Ik wilde even zeggen dat ik het erg jammer vind dat ik niet zo veel doorzettingsvermogen heb. Daarom had ik vorige week niet geupdate. Dat komt ook omdat ik hoofdstukken terug lees en denk: Dit is erg slecht. Vandaar dat mijn update dagen vanaf nu willekeurig zullen zijn.

En ohja! Volgende week is de dag dat ik precies een jaar geleden het eerste hoofdstuk van NeverEver plaatste. Dus, tijd voor een feestje. Oftewel, langer hoofdstuk?

Vote en Comment is altijd welkom ^^

NeverEverWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu