Hoofdstuk 35

102 19 6
                                    

Meghan POV.

Niemand praat. We horen alleen de motor brommen. Ryan zit geconcentreerd achter het stuur en alle knoppen. Soms drukt hij een knop in en gaat er een lampje branden. Felix had nog gevraagd aan Ryan of hij wel wat van dit busje afwist, maar hij antwoordde met: 'Ik heb er vaak naast gezeten. Eigenlijk alleen nog nooit achter het stuur. Het moet toch ook zonder uitleg lukken?'

We varen al een paar minuten verder en we zijn blij dat de bewakers ons niet achterna zitten. Nu kunnen we gewoon rustig aan doen zonder paniek. Vincent gaat staan. Hij loopt een rondje langs de stoelen. Dan gaat hij voor het raam staan en kijkt naar buiten. Vervolgens draait hij zich om en loopt alweer een rondje. Ik begin een beetje zenuwachtig van hem te worden. Vincent moet elke keer weer in beweging komen. 'Vincent, kun je ook gewoon zitten blijven?' Vraag ik. Hij slentert braaf weer naar stoel en neemt plaats. 'Hoelang moeten nog hierin zitten? Mijn kont gaat erg zeer doen.' Zeurt hij zuchtend. Ryans hoofd draait even naar achteren, maar al snel let hij weer voor zich op. 'We zijn net iets over de helft. Heb nog even geduld.'

Vincent staat weer voor de zoveelste keer op uit de stoel en gaat richting Ryan. 'Kunnen we niet anders gewoon recht omhoog gaan varen? Dan ben je een stukke sneller boven.' Ryan schudt zijn hoofd. 'Vriend, zo gemakkelijk is dat niet. Je moet via de stroming van het water gaan. Het duurt wel langer, maar het is wel de veilige route. Buiten de stroming kunnen er andere beesten zwemmen. Geloof me, die wil je niet tegen komen.'

Wanneer Ryan "veilige route" zegt, kijkt Felix uit het raam. 'Kijk, we komen weer in het Piranha gebied.' We kijken allemaal tegelijk door het glas heen. In de verte zie ik een grote vis zwemmen. Mijn ogen glijden naar links. Er zwemmen er nog meer. 'Daar komen al je vriendjes aan, Vincent.' Giechel ik. Een dodelijke blik komt mijn kant op. 'Kunnen we er wel door, vallen ze ons niet aan?' Vraagt Sylas voorzichtig.

'Ik had toch al verteld dat Piranha's niet door de ramen heen kunnen?' Antwoordt Ryan op Sylas' vraag. Sylas knikt. 'Dus in principe kunnen we erdoorheen?' Deze keer is het Ryan die knikt. 'Dat klopt. Alleen...' Hij maakt zijn zin niet af doordat een horde Piranha's onze kant op zwemmen. Ze komen dichter op ons af en zwemmen overal heen en weer. We vragen ons af, waarom ze zo druk worden. Ik tuur in de verte of er iets achter de Piranha's is. Tot mijn grote schrik vaagt er een grote, zwarte schaduw over de grond. Ik herken de vorm meteen. Daar is weer zo'n grote, irritante Octopus. Daarom begonnen de Piranha's zo onrustig heen en weer te zwemmen.

'Pas op. Octopus in aankomst!' Roept Sylas die het blijkbaar ook heeft gezien en herkent. Achter een grote, hoge rots komt het beest langzaam kruipend over de grond tevoorschijn. Het lijkt precies op de vorige octopus die we tegen kwamen in de grot toen we zochten naar het tweede kristal. Ryan gaat wat harder varen, maar we blijven de kraak nog steeds zien. We hebben geluk dat hij ons nog niet ziet. Alleen ik heb te vroeg gejuicht, want net als ik het erover heb, draait de octopus naar onze kant.

Het vreemde geluid wat we al eerder hadden gehoord, galmt door het water heen. Een stroom van water duwt tegen de onderwaterbus aan. De bus schommelt een klein stukje heen en weer. De kraak komt in beweging en zet een achtervolging in. Zijn tentakels zwieren sierlijk door het water heen. 'We moeten hem zien kwijt te raken.' Zegt Vincent kalm. 'We kunnen niet uit de stroming gaan. Dat is te gevaarlijk.' Antwoordt Ryan bazig. 'We kunnen wel kijken of de stroming sneller gaat dan de octopus, want dan krijgt hij ons niet te pakken en hoeven we ons geen zorgen te maken.' Ik hoop dat we hem weg krijgen, ik heb namelijk geen zin om nog langer hiermee bezig te zijn.

De octopus zwemt steeds meer dichterbij. Nog zo'n tientallen meters van ons vandaan. Ryan drukt het gas nog dieper in en de bus vaart nog sneller. 'Ryan, kunnen octopussen ook niet door dit busje?' Vraagt Sylas. 'Ha, dat was wel mooi geweest. Maar nee, kraken kunnen hier wel doorheen. Niet alles is ons gegund.'

Zonder dat ik oplet zijn de tentakels van de octopus plotseling nog maar enkele meters van ons vandaan. Een tentakel zwaait onze kant uit. Ryan maakt vele bochten met het stuur en we missen de slag. Vincent vliegt van zijn stoel af en komt op Felix zijn schoot terecht. Snel wurmt Vincent zich van Felix af en neemt weer plaats op zijn eigen stoel. De octopus suist naar voren en een tweede tentakel zoeft langs de bus. Ook deze poging mist hij.

De bus draait om een grote rots heen en de kraak volgt nog steeds. We varen langs verschillende kleuren zeewier en koralen en ondertussen zwaait er een tentakel voorbij die we makkelijk ontwijken. De vorige keer dat we zo'n beest hadden verslagen, stak Sylas zijn zwaard in de twee ogen. Deze keer zal dat onmogelijk zijn als we onder water zitten. Er is misschien wel een kans, maar die is erg klein.

'Ik heb een idee.' Alle ogen richten op Ryan. 'We doen de "Vincent tactiek".' Trots recht Vincent zijn rug om beter te kunnen luisteren. 'We gaan recht omhoog varen. Dan zijn we inderdaad sneller, maar het is gevaarlijker. Omdat we nu toch al in een benauwde situatie zitten, kan het wel nog iets spannender. We varen richting het land en gaan dan stranden. De octopus kan niet lopen op het droge, dus daar hebben we geluk mee. Als we in één keer recht omhoog gaan...' Hij stopt even om een volgende tentakel te ontwijken en dan gaat hij weer verder. '...verwacht hij het niet.'

Zonder nog enkel commentaar te kunnen leveren, schiet de bus in één beweging omhoog. Allemaal vissen duiken hun grot in wanneer de octopus voorbij racet. De kraak gaat onder ons door en ziet niet dat wij boven hem varen. Ik houd me stevig vast aan de zijkant van de stoel, maar de jongens vergeten dat te doen, waardoor ze van de stoel glijden en tegen de achterkant van de bus terecht komen. Ze botsen alle drie tegen elkaar op. Op de achtergrond hoor ik de jongens erop los gaan met verschillende scheldwoorden.

Ik kijk naar buiten en opgelucht haal ik adem als ik licht van bovenaf zie komen. We zijn bijna aan de oppervlakte. Ik kijk naar de andere kant, maar mijn gezicht vertrekt. Die stomme octopus volgt ons nog steeds. Ryan lijkt het ook te zien en mompelt zacht in zichzelf. Nog een paar meter en we zijn aan land. De kust is erg groot en kunnen makkelijk aanstranden. De octopus komt dichterbij, maar wij naderen ook bijna het droge.

Een fel zonlicht schijnt in onze ogen. We zijn boven water. Vlug vaart de bus verder naar de kant toe. We zien de tentjes waar we werden geholpen door de watermannen, maar er is niemand te bekennen. De jongens kruipen van elkaar af en lopen naar hun plaatsen toe. Voordat ze gaan zitten, bonkt de hele bus. We zijn gestrand. De bus staat stil op het zand en ik ga ook staan. Ik werp de tas op mijn rug en loop naar Ryan toe. 'We hebben het overleefd. Dankjewel.' Ik leg mijn hand op zijn schouder als teken dat het goed gaat.

Ryan drukt op een knopje en de deur schuift open. We stappen allemaal naar buiten en het warme zand brandt door mijn schoenen heen. Ik kijk naar het water en twee ogen verdwijnen geheimzinnig naar de diepte van de zee.

~~~~

Hey hoi!
Stomme octopussen!
Sorry dat ik vorige week geen nieuw hoofdstuk had, gelukkig nu wel. ^^
Ik wil jullie allemaal bedanken voor de 6K reads! Ik ben nu een blije eend! Ik wil ook alle fanatieke lezers bedanken voor de leuke berichtjes.
Ik wens jullie allemaal fijne feestdagen en geniet van de vakantie! :)


NeverEverWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu