Hoofdstuk 11

207 25 3
                                    

Meghan POV.

Ik zit tegenover Alex aan de tafel in de eetkamer. 'Wil je iets te eten?' Vraagt hij aan mij terwijl hij de kok aanwijzingen geeft dat hij moet opletten. 'Oh ehh ja, het maakt niet uit wat voor eten.' De kok loopt naar de keuken toe. 'éh Meghan? Je weet toch wel dat ik je hier bescherm voor je eigen veiligheid. Ik wil niet dat je weer gepakt wordt. Je moet beseffen dat je in gevaar bent.' Ik kijk hem aan. 'Alex, je hoeft niet als een vader te spelen die mij wilt beschermen. Laat me gewoon naar huis gaan, dan weten ze toch niet waar ik ben.' Ik verhef mijn stem, want het is echt irritant als mensen denken dat ik het niet alleen kan. Boos slaat hij met zijn platte hand op de tafel. 'Accepteer het gewoon!' Roept hij hard. Ik durf niks meer te zeggen. Anders krijg ik toch weer commetaar. Hij is ook even stil. Dan staat hij op. Stamelend loopt hij de eetkamer uit en smijt hard de deur achter zich dicht. Ik wil hem achterna gaan maar de kok houdt mij tegen. 'Laat hem maar even. Hier, ik heb een tosti gemaakt. Dat zul je vast lekker vinden.' Ik pak het bord aan. Ik leg het voor me neer. Ik wil een hap nemen, maar ik krijg het niet door mijn keel.


Eindelijk heb ik de tosti op, maar ik zat echt met lange tanden te eten. Ik zie nergens meer de kok, hij is waarschijnlijk in de keuken bezig. Ik sluip naar de deur toe. Voorzichtig open ik hem en loop erdoorheen. Zachtjes sluit ik de deur weer achter mij dicht. Op zoek naar Alex.


Ik loop door de gangen waar ik nog nooit ben geweest. Opeens hoor ik allemaal stemmen. Stiekem kijk ik om de hoek van de gang. Daar staat Alex met drie andere mannen die ik niet ken. Aan hun gezichten kun je zien dat het over iets serieus gaat. 'We moeten wel opschieten voordat ze door krijgt waar we mee bezig zijn. Als ze het weet gaan we meteen beginnen ookal hebben we niet alle benodigdheden.' Verteld Alex aan de mannen. Waar hebben ze het over? En wie mag er niet vanaf weten? 'Hallo, wat doe jij hier?' Er ligt een hand op mijn schouder. Met een schrik draai ik me om. Er staat een meisje achter mij. 'Hé! Jij ben dat ene meisje dat ik de vorige keer ook tegen kwam op de gang en jij was diegene gezocht werd en...' 'Ja, dat ben ik.' Onderbreek ik haar verhaal geïrriteerd. 'Oh sorry, mijn naam ik Elise en jou naam is?' Met een nieuwsgierige blik kijkt ze me aan. 'Ik ben Meghan.' Antwoord ik. Snel kijk ik om de hoek of Alex er nog staat, maar hij is verdwenen. Ik draai me weer om naar Elise, maar ik zie dat Alex naast haar staan. 'Hé Meghan, ik zocht je.'


~~~~~

3 Maanden later...

Ik strompel nu al maanden door de gangen van het kasteel. Ik ken elk hoekje en gaatje en weet precies de weg. Ik kan niet ergens anders aan denken dan aan Sylas. We hebben elkaar nog steeds niet gesproken en gezien na die laatste keer. Ik mis hem heel erg. Vooral zijn droge humor en kwaaltjes. Alex is steeds aardiger aan het worden, want hij is meer aan het lachen en is vrolijker. En Elise? We zijn goede vriendinnen geworden en hebben het erg gezellig met elkaar. Als ik een probleem heb vertel ik het aan haar en dat is ook andersom. Ze kwam met het idee om een plek af te spreken om te chillen en dat is onze ''geheime'' plaats geworden. Wel lopen er af en toe andere mensen langs, maar dat maakt opzich niet uit.


Elise vroeg een paar minuten geleden of ik naar onze plek kwam. Ik loop ondertussen even de eetkamer in en pak stiekem een broodje dat ik op de tafel zie liggen. Snel neem ik een hap, terwijl ik met grote passen naar de deur op weg naar buiten loop. Het is lekker weer en de zon schijnt fel. Overal lopen mensen op straat en zwaaien naar mij als ik ze voorbij loop. Ik ben erg gewend aan NeverEver, maar ergens diep van binnen wil ik ook wel weer terug naar de mensenwereld. Ik ben te diep in gedachten waardoor ik steeds tegen allemaal mensen opbots. Het is wel raar dat ze me vandaag niet boos aankijken ofzo. Anders doen ze dat wel namelijk.


In de verte zie ik al het meer en het lichtbruine bankje. Ik ren die kant op. Als ik bij het bankje sta ben ik helemaal buiten adem. Elise is er nog niet dus ik ga rustig op het bankje zitten en staar naar het water. De wind blaast zachtjes mijn haren opzij. Het is stil in het parkje, want er is bijna niemand die aan het wandelen is.


Ik wacht nu al een lange tijd op Elise, maar ze is er nog niet. Ik kijk op mijn horloge. Ze is ongeveer een uur te laat. Waar blijft ze nou? De zon schijnt nog fel en ik besluit maar een andere plek op te gaan zoeken. Ik sta op en draai mij om. Achter me staat een boom en daar is een grote plek schaduw. Sloom loop ik naar de boom toe en net als ik wil gaan zitten, valt me iets op aan de stam. Er staat iets ingekerfd - ik denk met een mes - en ik probeer het te lezen. 'Mis je je vriendin al? Ik heb haar even geleend. Probeer haar vooral niet terug te halen, want dat gaat je toch niet lukken. Liefs Koning Darkmir.' Wat? Nee! Dit moet Alex weten. Misschien kan hij er iets tegen doen.

NeverEverWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu