Gehersenspoeld?

336 9 3
                                    

Yara's POV:

Ik had weer exact dezelfde droom als eerder in de loods.

Alleen werd ik deze keer niet meer plotseling wakker. Ik probeerde mijn ogen te openen maar het lukte niet. Het water trok me telkens weer naar beneden en als ik boven kwam was ik aan het hyperventileren, maar dat had ik vroeger ook weleens gehad, dus ik wist ermee om te gaan.

'Help!!' Wilde ik schreeuwen, maar er kwam niks behalve water uit mijn mond.

Plots werd het water iets kalmer, kalm genoeg om niet meer naar beneden te worden gezogen. Ik had eindelijk tijd om op adem te komen.

Op een gegeven moment was het water zelfs helemaal stil.

Was ik dood? Er moest wel iets zijn gebeurd.

Ik probeerde nog een keer mijn ogen te openen, met succes deze keer. Ik keek om me heen. Alles was heel wazig, maar ik kon ontdekken dat ik in een kamer lag. Zodra ik mijn nek probeerde te strekken merkte ik dat mijn lichaam protesteerde, want alles deed pijn.

'Yara, hoor je me?' Ik schrok me rot, blijkbaar was er nog iemand in de kamer. Ik keek en zag heel wazig een gedaante met blonde krullen.

'Waar ben ik? Wie ben ik?' Mijn stem klonk heel vreemd.

'Ik ben het, Grace!'

Grace? Wie was Grace nou weer?

'Ken ik jou? Waar ben ik?'

Mijn beeld werd scherper en ik zag duidelijk dat het meisje met blonde krullen teleurgesteld was.

'Ja je kent me ja, maar dat komt later wel. Je bent zwaar gewond, dus heb ik je geopereerd.'

'Ben ik in het ziekenhuis?'

'Nee, je bent in mijn huis, het is trouwens ook een beetje jouw huis. Wat is je laatste herinnering?'

'Is dat wel legaal, zomaar mensen in je eigen huis opereren?'

'Laat maar zitten. Vertel maar over je laatste herinnering.' Het meisje leek niet veel ouder dan mij, dus ze kon onmogelijk arts zijn.

'Uhhm, dat mijn ouders me hebben verteld dat we morgen gaan verhuizen. En dat het net uit is met David.'

'Ohh, dat is niet zo best. Dat is namelijk al een paar weken terug.'

'Huh?'

'Je bent verhuisd en sindsdien is er veel gebeurd. Je bent, nouja, veranderd'

'Hoe bedoel je?'

'Je bent een vampier Yara, en je hebt een vampier vriendje die beneden voor jou aan het vechten is, misschien moet ik ze gaan helpen.'

Ik begon te lachen, was dat meisje niet goed bij haar hoofd?

'Hahaha, dat is onmogelijk.'

'Yara, dit is geen grapje, ga alsjeblieft even uitrusten, ik moet helpen beneden.'

'Ik dacht het niet, debiel. Ik ga naar huis.'

Ik stond op van het bed en merkte dat de meeste pijn was weggetrokken, behalve dat stekende gevoel bij mijn hart.

'Je bent gestoken met een mes. Die wezens beneden zijn gevaarlijk, ze hebben je geprobeerd te vermoorden.'

Waar had dat mens het toch over?

Ik stond toch op, ondanks de pijn.

'Doe nou niet, alsjeblieft. Je zou Deavon er heel veel pijn mee doen.'

Ik draaide me geschrokken om toen ik de naam Deavon hoorde. Waar kende ik die naam ook alweer van? Het voelde enorm vertrouwd. Misschien had Grace me gehersenspoeld? Ik wist het niet, maar ik moest hier weg.

Ik strompelde naar de deur. Toen ik de deur opende keek ik uit over een lange gang. Ik liep naar het einde en zag links van me een openstaande deur, ik kon het niet laten om er naar binnen te kijken. Ik zag een mooie kamer met een groot bed. Weer zo'n vertrouwd gevoel.

'Yara wacht nou!' Ik keek om en zag dat Grace aan kwam lopen.

Ik moest sneller. Ik begon te rennen. Dat was raar, ik ging veel te snel voor menselijk zijn, maar het voelde goed. Ik bleef rennen tot ik beneden was, daar bleef ik verstijfd staan.

Ik keek door het raam wat recht voor me was, daar buiten zag ik 3 grote gespierde jongens. Ze waren prachtig. De eerste had blond haar en toen hij naar me omkeek zag ik dat hij, net als Grace, felgekleurde ogen had. Die van hem waren oranje. Hij keek heel verbaasd naar me. Grace stond inmiddels naast me, maar ik kon niet meer rennen. ik stond aan de grond genageld. Toen tot de jongen door leek te dringen wie ik was zei hij iets tegen de andere jongens en die draaiden zich ook om. De tweede jongen had halflang bruin haar. Zijn ogen waren ijsblauw. Hij keek met grote ogen naar me. Mijn ogen keken een stukje opzij naar de laatste jongen. De knapste van de 3. Zijn haar was donkerbruin en het zat een beetje wild. Zijn ogen waren felgroen. Wauw, deze jongen deed me echt iets. Toen hij me aankeek kreeg hij de mooiste glimlach die ik ooit had gezien. Ik lachte terug.

'Yara, je bent beter!' Ik keek om naar de stem. Ik zag een mooi meisje van onze leeftijd, ze had zwart haar en felgele ogen.

'Wie ben jij?'

'Irena, wil je me helpen met haar naar boven krijgen, ze lijdt aan geheugenverlies en ze moet uitrusten.' Zei Grace.

Ik keek terug naar het raam, en zag nog maar twee jongens staan. De jongen met groene ogen was weg.

Ik probeerde hem te vinden door nog een keer goed te kijken.

'Deavon?!' Ik verbaasde me erover dat ik dat had gezegd. Maar hij moest wel Deavon zijn. Het oogcontact was zo vertrouwd geweest.

'Weer je nog wie Deavon is?' Vroeg het meisje die blijkbaar Irena heette.

'Ik geloof het wel ja. Maar waar is hij?' Irena had geen tijd om te antwoorden, want ik zag hem net binnen komen lopen. Nouja, eerder rennen.

Zonder iets te zeggen rende ik hem tegemoet.

Hij sloeg zijn armen om me heen en ik deed hetzelfde bij hem.

'Heb je pijn liefje?'

'Een beetje.' Maar hij zag aan mijn gezicht toen hij me tegen zich aandrukte dat ik loog.

'Je moet rusten.' Zei hij streng, maar hij keek er heel lief bij.

'Nee, het gaat wel. Echt.'

'Ze is zo'n beetje alles vergeten, behalve wie jij bent.' Zei Grace ernstig.

'Dat geeft niet, het komt wel weer. Waar ik wel mee zit is dat Cloe, Claudia en Jona zo komen.'

'Zijn zij slecht?' Vroeg ik

'Zij hebben geprobeerd je te doden.' Zei Deavon.

'Ja dus.' Zei ik.

'Liefje je moet echt rusten, ik moet de jongens helpen.'

'Nee, alsjeblieft Deavon blijf, ik heb je net terug. Of laat mij anders helpen!'

Deavon liet me los. Zijn gezicht ging van lief naar ijzig.

'Je kan niet helpen.'

'Blijf dan bij mij, alsjeblieft.'

'Maar ik moet Jaiden en Caleb echt helpen. Sorry schat, trouwens Irena en Grace, kunnen jullie ze misschien alvast helpen, zeg maar dat in zo kom.'

'Deavon, laat me helpen, alsjeblieft. Ik ben heus geen teer poppetje.'

'Dat weet ik ook heus wel, maar het gaat ze om jou, dus als ze tegen jou kunnen vechten doen ze alles om je te doden. En ik kan niet nog een keer leven met het gevoel dat je misschien dood bent.'

'Maar Deavon dat kan ik ook niet, en als ik er niet bij ben dan weet ik dat ook niet.'

'Yara...' Hij keek me verdrietig aan en streek een lok haar achter mijn oor.

'Deavon.' Ik keek naar hem en gaf hem een kus.

Zonder iets te zeggen liepen we hand in hand naar buiten.

Madly in loveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu