Ontvoerd

514 12 0
                                    

Ik moest ergens heen, of ik kon gewoon in dit bos blijven? Ik besloot te gaan voor het laatste.

Het was nu echt pikkedonker en alle dieren werden actief. Ik deed er niks mee, want door mijn verdriet was ik als verdoofd.

Opeens hoorde ik een stem, hier heel dichtbij.

'Yara, waar ben je?' De stem klonk een beetje duivels.

'Of je komt nu te voorschijn, of ik trek je achter die boom vandaan.' Hij wist waar ik zat, maar het maakte me niks uit. Ik bleef zitten waar ik zat.

'1, 2, 3. Genoeg, ik kom je halen.'

Vanuit het donker zag ik een jongen met een zaklamp opdoemen,

'Dawsen?' Hij was wel de laatste persoon die ik hier verwacht had.

'Yara, je zit in grote problemen. Zo'n beetje alle beschermers zijn opzoek naar je.' Hij greep me bij mijn arm.

'Kom nu mee naar mijn huis, ik kan je een mildere straf geven dan de dood.'

'Laat me los, de dood klinkt eigenlijk prima.' Ik klonk verveeld.

'En die bloedzuiger-vriend van je dan?' Op het moment dat hij dat zij voelde ik vanbinnen iets knappen, het had me geraakt dat hij over Deavon sprak.

'Hou je mond over Deavon!' Ik keek boos naar hem. Ik moest mezelf in de hand houden, anders had ik nog grotere problemen.

'Kom mee naar mijn huis, dan praten we erover.'

'Nee!'

'Okee, ik heb het geprobeerd! Kom maar tevoorschijn jongens.'

'Jongens?' Maar voor ik dat had gezegd, begreep ik hem.

Twee lange, brede jongens kwamen ook uit het donker opdoemen. Tegen hen kon ik zeker niks beginnen in mijn eentje.

'Neem haar mee.' Dawsen gebaarde naar de jongens.

Ze grepen me allebei aan 1 arm, en trokken me zo mee het bos uit. Ik was te leeg om weerstand te bieden, dus het ging hen heel makkelijk af.

'Sleep haar maar naar binnen', hoorde ik Dawsen zeggen toen we voor zijn huis stonden.

In het huis stonden allemaal van dit soort lange, brede jongens.

De beschermers.

'Nou iedereen, dit is Yara.' Hij maakte er gebaren bij alsof hij me aan het presenteren was.

'Waarom ben ik hier?' Ik keek om me heen, om iedereen in dit donkere hol te bestuderen.

'Wat doen jullie?', vroeg ik.

'Je hebt een onschuldig meisje vermoord Yara, de beschermers zijn een beetje boos op je.' 1 van de jongens stapte uit het donker.

'Ik heb spijt.' Ze zouden me vast niet geloven, maar het was de waarheid.

'Dat zal. Maar we kunnen je misdaad niet meer terugdraaien.' De mannen duwden me op een stoel, en bonden mijn handen vast.

'Meisje je gaat heel veel meer spijt krijgen.' Een grimas verscheen op Dawsen's gezicht.

Hij liep op me af en gaf me een klap in mijn gezicht. De pijn voelde niet eens heel erg. Ik had het verdient.

'WACHT!'

Een mysterieuze gedaante kwam uit het donker gestapt.

Deavon.

Madly in loveWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu