6

2.9K 248 25
                                    

Een vrouw met lang blond haar komt de kamer binnenlopen. Ik schat dat ze ergens begin twintig is en ze glimlacht naar me. 'Mijn naam is Lexi. Ik ben de leiders van deze on-doden.' Vragend kijk ik haar aan. Het valt me op dat ze er moe uitziet, alsof ze al weken niet geslapen heeft. 'De on-doden?' vraag ik verbaasd. Ik snapte er al niks van, maar nu weet ik het helemaal niet meer. De vrouw, Lexi, gaat op de rand van mijn bed zitten en ze glimlacht nog eens naar me. 'Het begon allemaal toen ik zestien was,' begint ze. Ze laat me haar arm zien met de datum zien. 'Dat is acht jaar geleden,' zeg ik geschrokken. De vrouw knikt. 'Ik ontmoette James en Flynn vlak daarna. Beide moesten ze al een jaar dood zijn, maar ze waren springlevend. Hun andere vriend was op de regering afgestapt, maar hij is nooit meer teruggekomen.' Ze stopt en kijkt uit het kleine raampje in de hoek van de kamer. 'Na een paar jaar ontdekte we een paar nieuwe mensen. Eén daarvan was een vrouw van vijfendertig, terwijl ze eigenlijk maar veertien zou worden. Johanna is nu onze kok en ze verzorgt ons. We zijn nu met een groep van twintig mensen en dat is met jou erbij opgeteld,' gaat ze verder. 'Waarom zijn we niet dood?' vraag ik zachtjes. Lexi schudt haar hoofd. 'Geen idee,' antwoordt ze, maar ik zie dat ze liegt. Ze staat op en glimlacht. 'Ik zal Wolf even voor je roepen.' Zonder verder nog iets te zeggen loopt ze de kamer uit. Het blijft aan me knagen dat ze niet de waarheid vertelde. 

Na een paar minuten komt Wolf de kamer binnenlopen met een dienblad. Hij zet het dienblad naast me op een kastje en hij gaat op mijn bed zitten. Hij glimlacht en veegt een verdwaalde pluk haar uit mijn gezicht. 'Hoe ben jij hier gekomen' vraag ik hem nieuwsgierig. Wolf schuift zijn mouw omhoog en laat zijn datum zien. 'Ik had dood moeten gaan toen ik vijftien was,' zegt Wolf terwijl hij zijn mouw weer naar beneden trekt. 'Mijn ouders hebben de regering bericht en ik wist dat het mis was. Voor ik weg kon lopen ben ik meegenomen voor onderzoek.' Het woord onderzoek spuugt hij uit alsof het iets heel smerigs is. 'Ze bonden me vast op een tafel en deden onderzoek naar mijn hersenen en mijn gezondheid. Ik had elke nacht nachtmerries en het hield maar niet op.' Hij balt zijn vuisten en kijkt woedend voor zich uit. Ik leg mijn hand geruststellend op zijn schouder. 'Ik ontmoette op een keer een meisje. Ze vertelde me dat ze haar beste vriend vermoord had zien worden en we besloten te vluchten. Op een avond zijn we ontsnapt en na een paar weken werden we gevonden door Lexi. We wisten dat er nog vele andere zouden volgen en ik besloot om on-doden op te sporen. Toen ik jou ontmoette had ik je datum gezien en ik wist dat jij waarschijnlijk niet zou sterven op die datum. Je was te levendig, te jong en te gezond,' zegt hij en hij kijkt me aan. 'Waar zijn we nu?' vraag ik na een tijdje. 'Acht kilometer achter de omheining.' Ik schrik en kijk naar buiten. Ik besef me dat ik gezonde bomen en planten zie. Planten die ik nog nooit heb gezien en bomen zo hoog dat we inderdaad alleen achter de omheining kunnen zijn. 'Hoe kom ik hier? Het werd wit voor mijn ogen en ik ging dood,' vraag ik me hardop af. Wolf glimlacht. 'Sorry.'






Mijn tijd |deel 1|Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu