De volgende ochtend vertelt Russell ons dat de leiders van Save Stadium 1 over ons lot zal beslissen. Om tien uur moeten we aanwezig zijn en dan gaan ze ons uithoren. Na het ontbijt maken we ons klaar en om half tien lopen we de deur uit. Russell loopt voorop en Theresa loopt achter ons. Ik voel haar ogen branden in mijn rug en vraag me af waarom ik haar ooit vertrouwd heb. Ze heeft dan misschien mijn leven een keer gered, maar toch voel ik me op dit moment echt niet veilig met haar in de buurt. We lopen naar een heel oud gebouw, waarschijnlijk het oudste gebouw van deze stad. Twee bewakers laten ons onze wapens inleveren en dat doen we braaf. Van binnen is het gebouw helemaal niet oud. We moeten in een soort wachtkamer wachten en zwijgend gaan we zitten. Na een tijdje komt een man in een net pak de kamer binnenlopen. 'Julian Winter,' zegt hij en hij werpt snel een blik op het briefje in zijn handen. 'Clary Valley en May Scott.' We staan zwijgend op en lopen achter de man aan. We komen in een onwijs grote zaal en mijn mond valt open. Er zitten allemaal mensen die allemaal naar ons kijken. Ik krimp ineen. Ik haat het om bekeken te worden. De man begeleidt ons naar een verhoging waar drie houten stoelen staan. Zodra ik ga zitten schiet er een riem om mijn buik om me op mijn plaats te houden. Ik kijk eerst naar Wolf en dan naar May. Beide kijken ze strak voor zich uit en ik adem diep in. Dan komen er vijf mensen binnen, alle vijf zien ze er zeer belangrijk uit en ze gaan op de verhoging tegenover ons zitten, achter een grote houten bureau. Een grote man met bruine doordringende ogen kijkt ons één voor één aan. Ik slik een brok in mijn keel weg. 'Horen we nou bij het slechte of bij het goede?' piep ik zachtjes. Wolf haalt zijn schouders op en ik zie aan hem dat hij zich hetzelfde afvroeg. 'Ik verzoek Julian Winter te gaan staan,' schalt het opeens door de zaal. Wolf's riem schiet los en hij doet braaf wat hem verzocht wordt. 'Vertel eens wat over je verleden, Julian Winter,' schalt de stem vervolgens. 'Mijn naam is Julian Winter, of Wolf Winter. Ik ben een on-doden. Ik zou op mijn veertiende sterven volgens mijn datum. Ik had mijn ouders en twee broers. Ik wist alleen van eentje niet dat hij mijn broer was. Mijn ene broer heette Jack en mijn andere...' Wolf stopt even en haalt diep adem. 'Marius,' zucht hij. 'Toen ik niet stierf hebben mijn ouders me voor onderzoek aan de regering gegeven. Ze deden onderzoek naar waarom ik niet gestorven was, maar nu ik hier ben twijfel ik of het onderzoek wel echt daar over ging. Ik ontmoette een meisje en samen zijn we gevlucht. Lexi, de leider van de on-doden, nam ons onder haar hoede. Later ben ik on-doden gaan opsporen en vond Clary. Daarna veranderde alles. Mijn ouders werden vermoord en de regering gaf ons, de on-doden de schuld.' Hij kijkt me aan met zijn grijze ogen. 'Clary zou de wereld gaan veranderen,' zegt hij met een glimlach. Ik glimlach niet terug, maar pieker over de reden van de tattoos en de reden waarom we niet dood zijn. In mijn hoofd probeer ik de ingewikkelde puzzel op te lossen en langzaam vallen er stukjes op zijn plaats. Ik hoor niet hoe de stem mij verzoekt om op te staan. Pas als May me een por in mij zij geeft heb ik weer besef van tijd. 'Clary Valley je wordt verzoekt om op te staan,' zegt de stem ongeduldig. Ik ga staan en de stem vraagt hetzelfde als hij aan Wolf vroeg. 'Mijn naam is Clary Valley en ik ben een on-doden. Maar eigenlijk zijn we allemaal on-doden. Niemand hoort de datum te hebben waarop hij sterft. De toekomst kan altijd veranderen en hoe moet dat wanneer je dood toch al vastligt? Iedereen gaat dood, dat weet ik, maar niemand hoort te weten wanneer.' Ik word onderbroken. 'We vroegen naar je verleden mevrouw Valley, niet naar je theorie.' Ik knik en adem diep in. 'Ik zou zestien jaar worden, maar ik werd ouder. Ik heb een vader, een moeder en een broertje. Hij heet Alex en woont in het dorp. Ik had altijd een normaal leven, niks bijzonders. Tot ik Wolf ontmoette en ik niet stierf boven op de rots. Er werd mij verteld dat ik iedereen kon redden, maar waarvan dan? De regering? De Blackeyes? De leiders van deze stad? Of van ons, de on-doden? Ik werd meegenomen achter de omheining van het dorp. Een plek waar alles wild groeide. De mooiste plek die ik ooit had gezien. Wolf en ik gingen naar het dorp terug om on-doden te zoeken en daar ontdekte ik dat mijn beste vriendin dingen voor me verzwegen had.' Ik werp een korte blik op May. Ze grinnikt. 'Daar kreeg Wolf een brief en ons plan veranderde. We moesten opzoek naar ene Russell en we vonden hem. Maar uiteindelijk is het me eigenlijk niet duidelijk geworden waarom we hém moesten vinden. We werden ontvangen als helden en kregen te horen dat alles vernietigt was door de Blackeyes.' Ik kijk strak de vijf mensen tegenover ons aan. 'En voor mij is alles duidelijk nu.'
JE LEEST
Mijn tijd |deel 1|
خيال علميIedereen weet wanneer hij of zij dood gaat. Het staat op onze arm getatoeëerd, een datum. Waarom is niet duidelijk, maar het helpt ons. We kunnen ons voorbereiden op onze dood en we kunnen afscheid nemen van de mensen van wie we houden. Helaas zou i...