Twee zwarte ogen priemen in de mijne. Vlak voor het me aanvalt schiet Theresa het door zijn kop. Wolf helpt me overeind en we rennen achter Theresa en May het gebouw in. Theresa sluit de deur met verschillende sloten af en daarna lopen we een soort verborgen kelder in. Theresa sluit ook deze helemaal af en we gaan aan de ijzeren tafel zitten die midden in de kamer staat. De muren zijn grijs en er staat een koelkast tegen de wand aan. Het gene dat achter me stond had dezelfde ogen als Wolf had, maar dan nog haatvoller en duister dan de zijne. 'Wat waren dat?' vraagt May met een trillende stem. 'Weten we niet precies, meestal zeggen we 'Blackeyes' vanwege hun ogen,' zegt Theresa ongeïnteresseerd. Boos slaat Wolf op de tafel en zijn ogen beginnen te veranderen. 'Wolf,' zeg ik zachtjes, maar hij luistert niet. 'Julian,' zeg ik dit keer iets strenger en hij kijkt me aan. 'Relax,' zeg ik snel, maar kalm. Hij kalmeert en vraagt aan Theresa of we wat antwoorden mogen. 'Natuurlijk mag dat.' Ze glimlacht naar hem en ik voel een steek van jaloezie. 'Doe normaal,' fluister ik tegen mezelf, maar het gevoel blijft. 'Wat is er gebeurd?' begint Wolf zijn vragenreeks. Theresa's gezicht wordt serieus en daarna ongelovig. 'Is dat jullie nooit verteld?' Ik schud mijn hoofd. 'Het begon toen de 'Blacheyes' binnenvielen. Ze verwoestte de steden en scheurde alles aan stukken. Als je te lang in hun ogen keek zag je je grootste angst of de dood voor je. Veel mensen zijn gestorven door zelfmoord. De regering is afgetreden en er zijn een paar veilige steden gekomen: Save Stadium 1, Save Stadium 2, Save Stadium 3 en Save Stadium 4. Alleen Save Stadium 1 bestaat nog. De andere steden zijn verwoest door de 'Blackeyes' en er zijn vier mensen die het overleefd hebben,' zegt Theresa. Wolf schudt zijn hoofd. 'Wacht even. Zei je nou net dat de regering afgetreden is?' vraagt hij ongelovig en ikzelf zat ook al met die vraag, dus kijk ik verwachtingsvol naar Theresa. 'Dat weten we niet helemaal zeker, maar we weten dat ze in ieder geval weg zijn en dus niet meer het hele land regeren.' Dat betekent dus dat ons dorp waarschijnlijk als enige nog bij de regering hoort. Ze hebben ons jarenlang voorgelogen. Ze hebben nooit gezegd dat alles verwoest is of dat ze alleen ons dorp nog bezitten. Nee, wij dachten dat deze stad ook nog bij de regering hoorde. En de steden hiernaast ook nog, maar allemaal zijn ze verwoest. En dan heb je nog het probleem met de 'Blackeyes'. Hoe komt Wolf aan die zwarte ogen? Was Marius, Wolf's broer, een 'Blackeye' geweest zijn? De vragen blijven maar ratelen in mijn hoofd en er is geen houden meer aan. Opeens klinkt er gebonk op de kelderdeur. 'Laat ons erin! Alsjeblieft!' schreeuwt een meisje in paniek. Theresa blijft onbewogen op haar plek zitten en ik kijk haar aan. Het meisje blijft schreeuwen en haar stem doet me denken aan Rosalie. Theresa kijkt me strak aan en ik kijk haar aan. Na een paar minuten sta ik op en open de deur. Een klein meisje met rood haar valt naar binnen gevolgd door een jongen met zwart haar en schattige sproeten. Een man van ongeveer zeventig stapt ook de ruimte binnen en sluit eigenhandig de deur af. Het kleine meisje staart naar haar schoenen en ik hurk naast haar neer. 'Wat is je naam?' vraag ik me een glimlach om haar gerust te stellen. 'Marie,' antwoordt het meisje zachtjes. 'Mijn naam is Clary,' zeg ik zachtjes terug. Het meisje glimlacht naar me en ik glimlach terug. 'Je mag wel op mijn plek zitten,' zeg ik en geef haar voorzichtig een duwtje in de richting van mijn stoel. Het meisje gaat zitten en kijkt met grote ogen naar Wolf, May en Theresa. May gaat net als ik een gesprek met haar aan, maar Theresa staart ongeïnteresseerd voor zich uit. Ik bekommer me om de jongen. Ik schat dat hij ongeveer vijftien is, misschien wel veertien. 'Ik ben Alexander,' zegt de jongen en hij steekt zijn hand naar me uit. Lachend schudt ik zijn hand en ik stel mezelf voor. 'Mijn broertje heet Alex,' zeg ik daarna tegen hem en hij lacht naar me. Daarna gaat hij naast het meisje, Marie, zitten. Hij pakt een boek uit de rugtas en begint te lezen. De oude man is zelf al gaan zitten en ik ga weer naast May zitten. Opeens zie ik welk boek de jongen aan het lezen. 'Tattoo?' vraag ik aan Alexander. De jongen kijkt op en knikt enthousiast. 'Het gaat over een dorp waar mensen weten wanneer ze dood gaan door een tattoo om hun arm,' vertelt de jongen. Ik trek mijn wenkbrauw op naar May en schuif mijn mouw omhoog en laat de tattoo aan de jongen zien. May en Wolf doen hetzelfde en gefascineerd kijkt de jongen naar onze armen. Dan trekt hij zijn wenkbrauw op en kijkt naar mij. 'Jouw datum is al geweest,' zegt hij niet-begrijpend. Ik knik en schuif mijn mouw weer naar beneden. 'Hoe en waarom weet ik ook niet,' zeg ik met een zucht en de jongen knikt. 'Ik zal het je vertellen als ik het boek uit heb,' grapt de jongen en hij grijnst. Opeens klinkt het alsof er een bom inslaat boven ons. Marie begint te gillen en Wolf grijpt mijn hand vast. 'We gaan er allemaal aan,' zegt de oude man terwijl hij zich vastklampt aan zijn stoel. 'Niet over mijn lijk,' zegt Theresa en trekt een wapen. Ik volg haar voorbeeld als ik bedenk dat ik zelf ook een wapen heb. May en Wolf doen mij weer na en zo staan we met zijn vieren met onze wapens op de deur gericht. Niet bang voor wat er gaat komen, maar doodsbang.
![](https://img.wattpad.com/cover/58272203-288-k276165.jpg)
JE LEEST
Mijn tijd |deel 1|
Science FictionIedereen weet wanneer hij of zij dood gaat. Het staat op onze arm getatoeëerd, een datum. Waarom is niet duidelijk, maar het helpt ons. We kunnen ons voorbereiden op onze dood en we kunnen afscheid nemen van de mensen van wie we houden. Helaas zou i...