10

2.1K 173 13
                                    

Ik zit op mijn bed met een boek in mijn handen. Ik lees de woorden wel, maar na een paar zinnen heb ik geen idee wat ik gelezen heb. Ik zucht en leg het boek aan de kant. Mijn heimwee naar huis is verdwenen, maar daarvoor in de plaats is een holle lege ruimte teruggekomen. Het is nu al een paar maanden geleden dat Wolf, Julian, me gezoend heeft. Ik pieker er vaak over, maar ja, dat levert helemaal niks op. Hij wil niet dat ik zijn echte naam gebruik en daar heb ik natuurlijk respect voor, maar hij sluit Julian helemaal weg. Ik mag alleen Wolf kennen, niet Julian. Ik zou willen dat ik Julian ook een keer mag ontmoeten en dat hij zich niet zo voor me afsluit. Ik snap echt niks van jongens... Ik sta op van mijn bed en loop naar buiten. De winter is opkomst en het begint overal ijskoud te worden. Rosalie vertelde me dat de winters heel zwaar zijn. De huisjes zijn niet helemaal geïsoleerd, dus de kou komt ook de huizen binnen. Ik loop naar het kampvuur en plof naast Lexi neer. 'Heb je honger?' vraagt ze terwijl ze voor zich uit kijkt. Ik knik, maar besef dat ze me niet ziet. 'Ja,' zeg ik snel. Lexi staat op en loopt het huis van Rosalie en haar binnen. Ze komt terug met een appel en die gooit ze naar me. 'Heb je nog iets van Wolf gehoord?' vraagt ze als ze weer zit. Ik schud mijn hoofd, want ik weer dat ze nu wel naar me kijkt. 'Hij heeft zich opgesloten in zijn kamer en wil er niet uitkomen,' zeg ik met een volle mond. 'We hebben nieuwe spionnen nodig,' zucht Lexi en die woorden trekken mijn aandacht. 'Spionnen?' vraag ik, dit keer met een leeg gegeten mond. 'De meeste zijn gevlucht of vermoord en we hebben nieuwe nodig,' legt Lexi uit. Ik spring op en steek mijn vinger op alsof ik op school zit. 'Kies mij! Dan heb ik iets te doen en hoef ik niet de hele tijd aan Wolf te denken.' Lexi kijkt me verbaast aan en schudt haar hoofd. 'Jij? Je hebt nooit training gehad,' zegt ze met een grijns. 'Train me dan!' smeek ik haar zowat. Lexi begint te lachen en staat op. 'Weetje, ik denk dat dat best een goed idee is!'

We zijn een stuk dieper in het bos waar een soort trainingsbaan is gebouwd. 'Dit heeft Jean gebouwd. Hij was een jongen achttien en heel sterk. Hij is degene die de spionnen heeft ingezet en getraind. Mij heeft hij ook alles geleerd. Op zijn negenentwintigste is hij vermoord door de regering,' vertelt Lexi als ze me een rondleiding over de trainingsbaan geeft. Lexi loopt naar de geweren en pistolen en ze duwt me er eentje in mijn handen. 'Schiet op dat bord,' beveelt Lexi me en ze wijst op een bord dat ongeveer op tien meter afstand staat. Ik richt, maar schiet ongeveer drie meter naast het bord. Lexi verbetert mijn houding en laat me nog een keer schieten. Dit keer raak ik de rand van het bord en ik glimlach. Ik blijf de hele dag oefenen met schieten tot het me lukt om vanaf honderd meter een kogel door de roos te schieten. Trots staat Lexi naast me. 'Dit gaat lukken,' zegt ze vrolijk. 


Mijn tijd |deel 1|Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu