18

1.4K 124 13
                                    

We horen voetstappen boven ons hoofd en ik houd mijn adem in. We horen hoe iemand aan het slot begint te rammelen. 'Wapens klaar,' fluistert Theresa gespannen en we laden onze wapens. Langzaam gaat de deur open en we richten. 'Niet schieten!' schreeuwt opeens een stem en Theresa laat meteen haar wapen zakken. 'Russell!' roept ze en ze rent naar de jongeman die de kelder binnenstapt. Ze omhelst hem en lacht. 'Ze zijn weg,' zegt de jongen. Ik laat mijn wapen nu ook zakken en May en Wolf doen hetzelfde. Russell kijkt naar Wolf en zijn gezicht wordt ernstig. Hij kijkt naar mij en May en knikt dan. 'May, Clary en Wolf,' zegt hij beslist en ik knik. 'Mijn naam is Russell. Willen jullie met mij meelopen voor de uitleg dat ik jullie verschuldigd ben?' Ik knik en we nemen vluchtig afscheid van Marie en Alexander. 'Wacht!' roept Alexander voor ik de kelder uitga. Hij geeft me het boek. 'Deze is voor jou,' zegt hij met een verlegen glimlach. Ik omhels hem dankbaar en loop dan de andere achterna. Ik stop het boek in mijn rugtas en we lopen de stad in waar er nog steeds chaos heerst. Mensen rennen door elkaar. Vele zijn in paniek, omdat ze niet weten wat er met hun vrienden en familie gebeurd is. Russell en Theresa negeren dit alles en lopen met stevige passen door. Een jongetje klampt zich angstig aan zijn knuffelbeer vast en vol medelijden kijk ik hem na. We lopen naar een groot gebouw en Russell opent de deur voor ons. Er zijn drie liften die naar boven gaan en er staan allemaal borden met informatie. 'Dit is de Bron. Dit is het belangrijkste gebouw van deze stad. Hier worden soldaten opgeleid, wetenschappelijke testen uitgevoerd en hier wonen ook de leiders van de stad. Het heeft nog zoveel meer functies, maar daar zal ik jullie voor nu even niet lastig mee vallen,' legt Russell uit. 'Wat doen wij hier precies?' vraag ik me hardop af en Russell glimlacht. 'Mijn kamer is op de twintigste verdieping.' Hij drukt op de knop van een van de liften en binnen enkele seconde gaat de lift open. 'Niet schrikken,' zegt Russell voordat hij op knop twintig drukt en zodra hij drukt snap ik wat hij bedoelde. De lift stijgt met een enorme vaart naar boven en het duurt volgens mij iets van drie seconde voor we op de twintigste verdieping zijn. Een beetje duizelig stap ik uit de lift en Wolf probeert me recht te houden. 'Gaat het?' vraagt hij bezorgt. Zwakjes steek ik mijn duim op en hij lacht. Russell opent een deur en tot mijn verbazing is achter de deur een gigantische kamer. 'Dit is mijn woning,' zegt hij met een glimlach. Twee muren van de kamer zijn blauw en de rest is wit. Er staat een grote witte bank en daarboven hangt een grote foto. Er ligt een blauw vloerkleed en er staat een wit bijzettafeltje. Er hangt een aangename sfeer in de kamer. Russell hangt zijn zwarte jas aan de kapstok en nodigt ons uit te gaan zitten. Theresa loopt naar de grote witte keuken en opent de deur van de koelkast. Ze schenkt voor ons allemaal iets te drinken in en pakt ook nog een schaaltje met koekjes. 'Dus je kende mijn broer, Marius,' begint Wolf. Russell knikt en zucht. 'Je broer was een goede jongen, Julian. Hij werkte hard voor deze gemeenschap om zijn pijn te vergeten. Hij had jou achtergelaten bij twee verschrikkelijke mensen zoals hij altijd zei. Hij had een goed leven en ontmoette een meisje: Elina. Bij haar was hij gelukkig en straalde hij. Maar toen sloeg het noodlot toe.' Russell stopt om aan deze pijnlijke herinneringen te denken. Waarschijnlijk zoekt hij naar de juiste woorden om het ons te vertellen. 'Elina ging op een missie naar jullie dorp. Ze was samen met William en Josh. Ze werd aangehouden, want er heerste chaos daar door de on-doden. Toen de regering erachter kwam dat ze alle drie helemaal geen tattoo hadden werden ze opgepakt en geëxecuteerd,' zegt Russell voorzichtig. Ik pak Wolf's hand en knijp erin. 'Marius kwam er achter en draaide door. Zijn ogen werden zwart. Toen hij daar achterkwam wilde hij niet meer verder leven. Hij schreef een brief en liet mij beloven dat ik de brief zou afleveren. Daarna sprong hij in een kloof.' Het is stil. Niemand durft iets te zeggen verder. De stilte is als bommen en granaten. Maar niemand breekt hem. 

Mijn tijd |deel 1|Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu