Tuberculosis.

77 3 0
                                    

Ik lag te slapen en werd ruw gewekt door gegil en geschreeuw. Ik knipperde met mijn ogen en trok mijn gordijn voor mijn celdeur vandaan. Ik keek naar de celblokken en zag mensen rennen en gillen. Een best wel grote groep Walkers volgde de mensen. Iemand sloeg zijn armen om me heen. 'Evy! Ben je gebeten? Ben je gekrabd?' Vroeg Carl bang. Ik schudde mijn hoofd. 'Ik werd net wakker.' Zei ik. 'Wat is er precies gebeurt!?' Vroeg ik. Carl haalde zijn schouders op. Ik zag dat er een Walker op hem afliep. 'Carl!' Riep ik en ik duwde hem opzij. Ik stak de Walker met mijn mes in zijn hoofd. Hij viel dood neer. 'Heb je een mes Carl?' Vroeg ik. Hij knikte. 'Oké! Jij gaat voorop. We gaan de rest helpen.' Zei ik. We staken verscheidene Walkers dood. We kwamen aan bij Rick. 'Iemand is doodgegaan aan een onbekend virus en veranderde in een Walker, hij beet de anderen. Is alles dood nu?' Vroeg Rick. Ik knikte. 'Goed, Evy! Zoek Beth en Judith en ga weg uit het celblok.' Ik schrok. 'Waarom.' Vroeg ik. 'Judith moet bij deze mensen weglopen, waarschijnlijk zijn meerdere besmet. Ik wil niet dat Beth alleen is.' Zei hij. Ik knikte. Ik pakte Judith op en liep naar Beth. 'We moeten hier weg.' Zei ik. Beth knikte ze pakte haar spullen en volgde mij naar een aparte kamer. Daar maakten we twee bedden en een soort van wieg klaar. Beth sloot de deur. Rick had ons genoeg proviand meegegeven. Ik zuchtte en leunde tegen de deur aan. 'Nu we hier toch vastzitten met z'n tweeën kunnen we beter gaan praten.' Zei Beth terwijl ze Judith aan mij gaf. Ik trok Judith op schoot en keek Beth aan. 'Waarover wil je praten?' Vroeg ik. 'Dingen.' Zei ze. 'Oh.' Zei ik. 'Ik heb gezien dat jij en Carl heel close zijn. Hoe komt dat?' Vroeg ze. 'We zijn gewoon goede vrienden.' Mompelde ik. 'Ja... Tuurlijk.' Zei Beth. En ze grinnikte. Ik zuchtte. Judith maakte brabbelende geluidjes. Ik grinnikte en kietelde Judith. 'Dit is echt zo saai!' Ik zuchtte en staarde voor me uit. 'Ik weet het.' Zei Beth. Ik deed mijn ogen dicht. Ik voelde dat Judith tegen me aan plofte. Ik kreunde zachtjes want ze was best zwaar. Beth giechelde. 'Slaapt ze?' Vroeg ik met mijn ogen nog steeds dicht. 'Jep.' Zei Beth. 'Evy. Waarom kan jij niet met mij over Carl praten?' Vroeg Beth. 'We zijn gewoon vrienden. Dat had ik toch al gezegd.' Zei ik. 'Jij en Carl kunnen beiden echt slecht over jullie gevoelens praten.' Zei Beth. 'Hoe bedoel je. Jij en Carl?' Vroeg ik en ik opende een oog. 'Ik heb hem al ondervraagt maar hij liet niks los.' Zei Beth. Ik grinnikte. 'Jij bent echt net zo moeilijk met gevoelens als Daryl.' Zei ze. 'Ik ben zijn zusje. Duh.' Zei ik en ik deed mijn ogen weer dicht. 'Maar wees eens eerlijk. Zijn jij en Carl een setje?' Vroeg ze. Ik schudde koppig mijn hoofd. Beth lachte. 'Ik ga wat proberen te slapen. Welterusten.' Zei ik tegen Beth. Ik leunde tegen de deur aan en deed mijn ogen dicht. 'Welterusten Evy.' Zei Beth.

Brown eyes. (TWD fanfic)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu