Puzzel 48

963 57 25
                                    

Met moeite nam Eva afscheid, ook Floris vond het nog steeds niet makkelijk. 'We kunnen terug komen wanneer we willen.' Zei hij en ze knikte. 'Ze is voor altijd bij ons, hier.' Hij wees naar zijn hart en opnieuw knikte ze. Met zijn arm beschermend om haar heen geslagen liepen ze weg.
Voordat het graf uit hun zicht zou zijn keek ze nog even achterom. 'Ik ben blij dat ik het nu weet. Dat mijn dromen echt waren. Herinneringen van ons samen. Mooie en heftige herinneringen.' Zei ze terwijl haar blik op het graf bleef hangen. Ze voelde Floris zijn hand over haar rug strelen. 'Al denk ik ook, had ik het maar niet geweten. Dan had ik dit allemaal niet hoeven voelen.' Ze veegde haar opkomende tranen gelijk weg.
'Hé,' fluisterde Floris en hij ging met zijn hand door haar staart.
'En wij?' vroeg ze ineens en ze draaide zich terug naar hem om.
'Wij wat?'
'Wat is er tussen ons?' wilde ze weten. Hij twijfelde over wat hij moest zeggen.
'Wat jij wilt dat er is.' ze liet hem los en keek hem lang aan. Hij glimlachte, zij glimlachte terug. In een opwelling drukte ze haar lippen op die van hem. Een van de vele puzzelstukjes die ineens op zijn plek viel. Hun paste samen perfect bij elkaar. Dat gevoel was ineens zo sterk geworden.
'Je wilt niet weten hoe lang ik hier al op wacht.' Grijnsde hij. Hij streelde een pluk haar uit haar gezicht.
'Blijf je bij me?'
'Reken daar maar op.' knikte hij serieus. 'Je denkt toch niet dat ik zoveel moeite doe om bij je te blijven al die tijd.. Om er nu vandoor te gaan?' ze lachte.
'Ik denk dat ik van je hou Floris.' zei ze, ietwat onzeker. Hij boog naar haar toe.
'Ik weet zeker dat ik van jou hou, lief.' Fluisterde hij. Ze glimlachte tegen zijn lippen aan. Het voelde zo ontzettend goed.
'Ik hoop dat ik me ooit alles weer kan herinneren.' Fluisterde ze en hij knikte.
'Daar ben ik van overtuigd. Samen doen we dit.' beloofde hij.
'Alle fijne momenten. Van Luna, van ons samen..' ze wist zeker dat die er waren. Ze wist alleen nog niet hoe die herinneringen eruit zagen. 'Maken we ook nieuwe herinneringen?'
'Absoluut.' Glimlachte hij en ze sloeg haar armen weer om zijn nek. Opgelucht, blij maar ook verdrietig. Ze voelde alles tegelijkertijd, en dat was nog steeds verwarrend. Floris kuste haar nek. Ze had het idee dat ze ineens een stuk van haar leven terug had, maar tegelijkertijd voelde het als een droom. Het voelde zo onwerkelijk. 'Ga je mee naar huis?'
'Ons huis. Glimlachte ze en ze liep met hem mee. Hand in hand, hun vingers verstrengelde stevig ineen. Zodat ze elkaar nooit meer los konden laten. Ineens was hij niet meer alleen haar beste vriend en haar huisgenoot. Hij was van haar en zij van hem. Hun waren samen. Ze hadden elkaar. Ze wist nog niet goed hoe ze daar mee om moest gaan, maar ze zou net zo lang doorzetten totdat ze alles van de wereld weer zou weten. In ieder geval alles van hun twee, alsof het nooit was weg geweest. Dan pas zou haar puzzel weer compleet zijn.

PuzzelstukjesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu