Puzzel 43

787 53 12
                                    

Zuchtend zocht Wolfs naar een geschrikt kaartje. Eentje die bij hun paste, eentje die bij hun baby paste. Hij keek naar haar. Hij had haar in haar wipstoeltje gelegd en bij hem op tafel gezet. Eva weigerde dit samen met hem te doen, hoe graag hij dat ook wilde. Ze kon het niet, ze wilde er alles aan doen het niet steeds bevestigd te krijgen. 'Ben je daar nou nog steeds mee bezig?' vroeg ze toen ze de keuken weer binnen kwam. Ze had geslapen, ze was gaan douchen en ze had gehoopt dat hij er nu wel klaar mee zou zijn.
'Ik kan niks vinden dat geschikt is voor ons.' Zuchtte hij. Zijn blik viel op het laatste voorbeeldkaartje van het boek dat ze te leen hadden gekregen. Honderd en één rouwkaartjes. Op de voorkant sierde sterren, misschien vijftig, misschien waren het er wel honderd. Dit werd het kaartje, hij wist het gelijk. Zijn prinsesje was bij de sterren. Dit paste perfect. 'Deze wordt het.'
'Leuk.' Reageerde Eva zonder te kijken.
'Eef..' hij vond het niet leuk dat ze zo deed. Het deed hem pijn. Veel pijn. Ze kon op z'n minst doen alsof het haar iets kon schelen. Voor hem.
'Aan wie moeten we in hemelsnaam zo'n klote kaartje geven dan?!' riep ze uit. Kwaad zette ze het glas dat ze vast had op het aanrecht. Te hard, want gelijk zat er een barst in.
'Aan Maurice? Ik wil Fleur graag een kaartje geven. Marion, Romeo, misschien Mechels ook wel. Aan vrienden en kennissen.' somde hij op. 'Aan de mensen die we anders een geboortekaartje hadden gestuurd.'
'Dan doe dat gewoon en val mij er niet mee lastig Floris.' Ze gooide het glas leeg en met geweld smeet ze het in de prullenbak.
'Waarom doe je nou zo tegen me Eva?' onbegrijpend keek hij haar aan, strak keek ze terug. Ze negeerde het verdriet in zijn ogen. 'Ik respecteer jouw manier om hier mee om te gaan, Ik zou het waarderen als jij dat ook bij mij doet.' Het bleef stil. Ze huilde, maar zei niks. 'Morgen komt de begrafenisondernemer weer. Dan kunnen we definitief vertellen hoe we haar begrafenis willen hebben.' zei hij rustig.
'Die wil ik niet.' Fluisterde ze.
'We kunnen haar niet voor altijd hier houden. Ze moet begraven worden over drie dagen.'
'Bepaal jij het maar.' snikte ze. 'Jij kent haar ondertussen beter dan ik dat doe.' Ze sloeg haar handen voor haar ogen en liep zo snel ze kon naar boven. Ze wilde weg. Weg van haar verdriet, ook al wist ze dat ze het verdriet nooit zou kwijt raken.

PuzzelstukjesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu