Onze koffers zitten in de trein en we hebben ons in een coupé gesetteld. Naast ons zit Remus Lupos en hij 'slaapt'. Ik speel met mijn toverstok in mijn handen. Toen we weer in de Lekke Ketel waren gekomen na de Wegisweg, hebben Harry en ik meteen het verhaal over de toverstok verteld. Toen vertelde Hermelien nog over de bijzondere uil en ik vertelde over de rare stem die sprak over een terugkeer. We vonden het allemaal maar verwarrend, maar een ding wisten we zeker; er zit meer achter.
'Jongens kan ik jullie even spreken?' vraagt Harry, 'onder vier ogen?' Hij kijkt naar Ron en Hermelien. Ik weet dat hij mij er ook wel bij wil hebben, maar ik weet het al. 'Ja Ginny, rot op' snauwt Ron en beledigd staat Ginny op. 'Ik ga al hoor Ronald' zegt ze en ze loopt boos de coupé uit. Ik sta ook op en wil de coupé al uitlopen als Harry me tegen houdt. 'Jij mag er bij zijn Kate.' Ik glimlach naar hem. 'Ik weet al wat je wilt vertellen Harry, en ik ga gewoon even de trein door lopen. We zitten zo meteen toch al uren stil.' Hij haalt zijn schouders op en laat me gaan. Met Trix op mijn schouder loop ik door de gangen van de trein. De trein zelf is al een tijdje in beweging gekomen en af en toe moet ik mezelf vasthouden zodat ik niet omval.
Bijna wordt ik omver gelopen door een tweetal eerstejaars die verdacht veel op elkaar lijken. Ik glimlach bij het aanzien van de vrolijke gezichten. Hoe zou het zijn als je opeens naar een toverschool mag? Ik weet het wel, maar ik was een laatkomer. Een paar coupés verderop stapt opeens een jongen uit de coupé en een van de eerstejaars botst tegen hem op. Beiden vallen ze op de grond. Snel ren ik er heen. Als ik zie op wie de jongen gebotst is, krijg ik een grijns op mijn gezicht.
'Kijk eens aan, Draco Malfidus omver gelopen door een brugsmurf.'
Hij kent het woord brugsmurf niet, maar weet goed wie ik bedoel. Ondertussen hijs ik de jongen die tegen hem gebotst was omhoog en snel geeft zijn zusje hem een knuffel. 'Kan je niet uitkijken rotkind' snauwt Draco en angstig gaan de twee achter me staan.
'Ik denk dat jij niet veel te zeggen hebt Draco, of wil je nog even een tweede kennismaking met Trix?' vraag ik en naast me flappert Trix kort met zijn vleugels. Draco kruipt geschrokken even naar achter en schudt zijn hoofd. Ik grijns en steek mijn hand uit, als teken om hem omhoog te trekken. Aarzelend pakt hij hem aan en met een soepele beweging trek ik hem overeind.
'Ik wist niet dat jij zo sterk was' mompelt hij terwijl hij zijn gewaad recht strijkt.
'Dan ben je alvast gewaarschuwd' zeg ik. Licht geïrriteerd kijkt hij me aan en wilt wat terug zeggen als de trein met een schok tot stilstand komt. Verbaasd kijkt hij om zich heen. 'Bij Merlijns Baard, wat is er aan de hand''Dementors' mompel ik. Hij kijkt me geschrokken aan en ik meen even angst te zien in zijn ogen. 'Ga naar je coupé Draco en bereid je voor' zeg ik. Ik draai me om naar de tweeling, die nog steeds achter me staat. 'Jullie twee gaan even met mij mee. Dat is veiliger.' Angstig knikken ze en ze volgen me naar onze coupé. Daar voeren Harry en Ron een debat over wat er gebeurt kan zijn. Ze kijken me een beetje verbaasd aan als ik met twee brugsmurfen binnen kom. Ze gaan naast me zitten en kijken met grote ogen richting Harry. Hij zucht diep. 'Ik zeg het je Ron, er een probleem. De trein stopt nooit zomaar.'
'Dementoren'
Geschrokken kijken ze me aan. 'Wat zei je?' stottert Harry. 'Dementoren' herhaal ik nogmaals. 'Wat zijn dat?' piept het meisje naast me. Ik ben niet van plan het uit te leggen, dus haal mijn schouders op. 'Ik weet niet precies hoe ze eruit zien, maar het is geen pretje. Waarschijnlijk wordt het zometeen heel koud' en precies als ik uitgesproken ben, vliegt er een koude gloed langs ons heen. Ik ril kort. Ondertussen heb ik mijn toverstok al in mijn hand. Het wordt pikkedonker en er zijn een paar geschrokken kreten te horen. Naast mij knijpt een van de tweeling in mijn arm. 'Lumos' fluister ik en een zwak lichtje verschijnt. Ginny en Marcel trekken de coupédeur open en gaan bij ons zitten. Doodstil wachten we af.
De kou verergerd en ik zie de omtrek van een dementor voor de coupédeur verschijnen. 'Maak je klaar Harry' zeg ik. Hij kijkt me niet begrijpend aan en wilt iets zeggen, maar krijgt de kans er niet voor. De deur wordt open getrokken en de dementors komen binnen. Ik voel al het geluk uit me verdwijnen en het wordt koud en kil vanbinnen. Eén van de dementors richt zich op Harry. Naast me zie ik Remus overeind springen en zelf heb ik ook mijn toverstok getrokken.
'Expecto patronum' roepen we tegelijk en twee wolven spuiten uit onze toverstokken. Geschrokken verlaten de dementors onze coupé. Voorzichtig proberen we Harry weer wakker te krijgen en ik geef de tweeling een stuk van mijn chcocolade en Remus geeft aan Hermelien en Ron. Harry krijgt als hij wakker wordt ook een stuk.'Kate, waar heb jij een patronus geleerd?' roept Hermelien. 'Dat vraag ik me ook wel af' zegt Remus. 'Thuis' Ze bekijken me verward. 'Maar.. Dan moet je toch door het ministerie gesnapt zijn? Ik bedoel ik werd bijna gepakt toen ik mijn tante had opgeblazen.'
'Je hebt wat?!' Hermelien kijkt geschrokken naar Harry, die beseft dat hij zijn mond voorbij heeft gepraat en kijkt ons schaapachtig aan. Ron en ik barsten in lachen uit terwijl Hermelien haar best doet om boos te kijken. 'Wie zijn dat trouwens?' vraagt Ginny opeens en ze wijst naar de tweeling.
'Ik ben Elise' zegt het meisje. Vervolgens wijst ze op haar broertje. 'En dat is Tom' zegt ze en ze wijst op haar broertje. 'Weten jullie al in welke afdeling je wilt komen?' vraagt Ron aan ze. Het meisje haalt haar schouders op, maar haar broertje kijkt enthousiast op. 'Zwadderich' roept hij. Het gezicht van Ron en Harry betrekt, maar Hermelien en ik blijven glimlachen. 'Waarom wil je in Zwadderich?' vraagt ze nieuwsgierig. Ik ben zelf ook nieuwsgierig naar de reden. 'Onze ouders zaten in Zwadderich en ik kan dan net zo goed worden als mijn vader.'
Ron snuift luid. 'Klinkt als Malfidus' Ik grinnik. 'Nou ik hoop dat jullie in de afdeling komen waarin je het liefste wilt. En als je hulp nodig hebt van ons mag je ons altijd roepen als je ons nodig hebt' zeg ik. 'Dank je... Hoe heet je eigenlijk?' vraagt Elise aan me. Ik bedenk me dat ik dat nog helemaal niet heb verteld. 'Ik ben Kate en dat zijn Harry, Ron, Ginny, Marcel en Hermelien. Oh en dit is professor Lupos. Onze leraar verweer tegen Zwarte Kunsten.' Remus kijkt me verbaasd aan, maar ik negeer het.
De trein mindert vaart en niet veel later staan we buiten. Ik weet niet of ik in de bootjes moet of de koets, dus ik ga maar met mijn vrienden mee. Als we bij de koetsen zijn, blijf ik verschrikt staan, wat me veel verbaasde blikken oplevert. 'Terzielers' fluister ik zacht. Ik weet niet waarom ik ze kan zien. Ik heb nog nooit iemand zien sterven. Met gemengde gevoelens stap ik uiteindelijk de koets in.
Op naar Zweinstein
JE LEEST
Slytherin girl
FanfictionKatelynn Verbrugge is een dreuzel en enorme Potterhead. Ze is dertien als ze opeens in een wereld terechtkomt, die alleen in boeken leek te bestaan. Wat moet ze doen als ze de toekomst blijkt te weten van iedereen om haar heen? Zwijgt ze, of veran...