Samen met Draco sta ik aan de rand van het bos en bekijk de cirkel tovenaars met daarboven de familie Rolvink. Woede stroomt nog steeds door mijn hele lichaam en Draco lijkt het te voelen. Met angst in zijn ogen kijkt hij me aan.
'W- wat wil je doen, Kate? Je kan niet daarheen! Ze zijn met veel te veel en veel beter met magie!'
Ik kijk kort naar Draco en geschrokken stapt hij achteruit. Het leek van de blik in mijn ogen. Al snel kom ik erachter dat het is omdat mijn ogen niet meer dezelfde kleur hebben. Ze zijn rood, felrood, mijn woede weerspiegelend. Samen met mijn haar, dat zo'n zelfde felrode kleur heeft gekregen. Ik lijk nu een beetje op een duivel.
Zelfverzekerd loop ik het bos uit, dichterbij de groep mensen. Het wordt tijd dat er een einde aan de pret gemaakt wordt. Dan wordt plots mijn arm gegrepen. Draco is achter me aan gekomen om me weer tegen te houden.
'Kate, doe het niet! Ze kennen geen genade!'
'Draco, laat me los,' sis ik, toch gevleid om zijn bezorgdheid en mijn woede neemt een beetje af. 'Ik kan ze helpen dus ik ben verplicht ze te helpen.'
'Hoe?' is zijn enige vraag, terwijl zijn greep op mijn arm verslapt. Ik grijp mijn toverstok en draai me om naar de groep.
'FINITE INCANTANTEM' schreeuw ik en met een enorme kracht schiet de spreuk richting de Dreuzels. Doordat al mijn woede in de spreuk zit, is hij vele male krachtiger dan hij hoort te zijn en een bal van rode gloed spreidt zich rond de Dreuzels. Mevrouw Rolvink gilt geschrokken en uit de groep tovenaars klinken verbaasde kreten. Ook Draco hoor ik een kreet inslikken.
Langzaam beweeg ik mijn toverstok richting de tovenaars van het Ministerie op de grond en de familie Rolvink doet in de lucht hetzelfde. Uiteindelijk landen ze veilig en hef ik de spreuk op. Direct worden ze geholpen door de tovenaars van het Ministerie.
Iedereen staat enkele seconden stil en kijkt verbaasd om zich heen, zoekend naar de eigenaar van de spreuk. Ze zien me niet, ik sta daarvoor teveel verscholen tussen de bomen. Met half toegeknepen ogen bekijk ik de familie Rolvink en de tovenaars van het Ministerie. Het lukt me om twee bossen rood haar te onderscheiden, maar ik weet niet bij welke Wemel ze horen.
Dan begint het gevecht tussen de dooddoeners en de mensen van het Ministerie. Er klinkt geschreeuw en er schieten flitsen in het rond. Wederom klinken er verscheidene knallen. Sommige mensen rennen weg. Ook komt er een dooddoener haastig deze kant op lopen.
Ik voel een hand om mijn pols, die me snel naar achter trekt. Struikelend loop ik verder de schaduw van de bomen in, maar niet snel genoeg. De dooddoener kijkt op en ziet me staan. Mijn arm schudt ik uit de greep van Draco en ik richt me op.
Beiden kijken we niet weg. De dooddoener heeft zwarte kleding en een masker. In zijn rechterhand zie ik zijn toverstok, dus ik zal snel genoeg zijn als hij iets doet. Door zijn masker kan ik zijn gezicht niet zien en iets in me zegt me dat dat wel nodig is.
Ik richt mijn linkerhand op, de hand zonder stok. In de lucht maak ik een beweging naar rechts ermee, alsof ik iets weg veeg.
Het maskeer schiet van het hoofd van de dooddoener en even grijpt hij geschrokken met zijn hand naar mijn gezicht.Dan kijkt hij weer terug en voor het eerst zie ik het gezicht wat bij het lichaam hoort. Een gezicht, van een man van middelbare leeftijd, met zwarte haren en grijze ogen. Een man, die mij net zo verbaasd aan kijkt als ik hem.
Een man, die ik herken.
Zijn gelaat komt me te bekend voor om hem nog nooit eerder te hebben gezien. Ik kan niet plaatsen waar en wanneer, maar zeker wel dat ik hem ooit eerder gezien heb, misschien zelfs voordat ik naar Zweinstein ging.
Een naar gevoel bekruipt me. Er is iets, wat ik me niet meer kan herinneren. Iets waarbij deze man een rol heeft gespeeld.
Ik besluit een kijkje in zijn gedachten te nemen.
Dat meisje. Haar krachten, haar uiterlijk. Kan zij het zijn? Is zij het meisje van toen? Is zij het meisje op de klif? Is zij een heks? Niet zomaar een heks, een krachtige heks. Wie is zij?
Ik word uit zijn gedachten getrokken door een schreeuw verderop uit het bos, gevolgd door gegil van andere mensen. Mijn blik richt zich omhoog, naar de lucht, die een duistere vorm heeft aangenomen. Naast me hoor ik Draco naar adem happen. De jongen heeft zich achter een boom verscholen, buiten het zicht van de dooddoener, maar hij kan de lucht goed zien.
Een groot, donker teken is gevormd uit de wolken. Een teken, dat men jaren angst aan heeft gejaagd. Een teken, dat meldt dat we moeten vluchten.
En dat doen de meesten ook. Ik zie dooddoeners vlug weg verdwijnselen, andere mensen rennen en ook de dooddoener voor me zet het op een lopen, dit keer bij ons vandaan.
Ik wil erachteraan gaan, maar Draco houdt me tegen.'Kate, we moeten hier weg' roept hij angstig. Zijn blik schiet vluchtig heen en weer naar het teken in de lucht. 'Dit is niet goed.'
Even denk ik erover na om niet naar hem te luisteren, om de dooddoener achterna te gaan. Ik wil weten waarvan ik hem ken. Mijn verstand wint het uiteindelijk en ik pak Draco's hand beet en samen rennen we door de bomen, naar de andere kant van het bos.
Ondertussen schieten mijn gedachten alle kanten op.
Een klif. Het meisje van de klif.
En dan leg ik de link met de droom, de nachtmerrie, die ik al sinds mijn tiende heb, maar die ik zodra ik wakker word, vergeet. De nachtmerrie, die ik nog steeds niet weet, maar waarin de dooddoener een hoofdrol speelt.
Ik moet en zal weten waarover die nachtmerrie gaat.
En dan word ik uit mijn gedachten getrokken door een aantal stemmen, die allemaal een en dezelfde spreuk schreeuwen.
'PARALITIS'
Ik heb nog net de tijd om Draco op de grond te trekken en mijn hand uit te steken voor een schild. Boven ons schieten allemaal verlammingsstralen langs en ik zie Draco angstig naar me kijken. Dit gaat nog moeilijkheden brengen.
-----------------------------------
Oee, bijna kerstvakantie :)
Give a guess, waar zal de nachtmerrie over gaan? Is er jullie eerder in dit boek misschien iets opgevallen? Iets waarvoor ik nog geen uitleg heb gegeven en wat verband met deze nachtmerrie kan hebben? Laat het horen! x
JE LEEST
Slytherin girl
FanfictionKatelynn Verbrugge is een dreuzel en enorme Potterhead. Ze is dertien als ze opeens in een wereld terechtkomt, die alleen in boeken leek te bestaan. Wat moet ze doen als ze de toekomst blijkt te weten van iedereen om haar heen? Zwijgt ze, of veran...