Niet veel later mochten we de ziekenzaal verlaten en zo komt het nu dat Harry, Ron, Hermelien en ik door een leeg Zweinstein slenteren. Iedereen is naar Zweinsveld en zelfs de leraren lijken deze hitte niet te willen trotseren.
Uiteindelijk eindigen we bij het Zwarte meer en gaan aan de rand zitten. We praten wat over de gebeurtenissen van de afgelopen week, maar dan sta ik op. De anderen kijken me verbaasd aan.
'Ik wil nog even kort een spoedbezoek aan Zweinsveld brengen,' zeg ik. 'Even laten weten aan onze vrienden dat het goed met ons gaat en nog wat dingen kopen.'
Ze vinden het een prima idee en ik verdwijnsel naar Zweinsveld.
Terwijl ik door de drukke straten loop van het dorp denk ik na over het afgelopen jaar. Het was een bijzonder jaar. Er is echt heel veel gebeurd. Veel dingen wist ik al, denk aan Sirius en Pippeling, maar ook veel onverwachtse dingen.
En het toppunt daarvan is toch wel mijn identiteit.
Een Mergel met speciale gaven, wie had dat gedacht. Wie had gedacht dat ik zo ergens heen verdwijnsel, eigenlijk teleporteer, of de elementen kan beheersen.
Maar het was ook een enorm leuk jaar. Met de start van de Wolf, die we nog jaren zullen tegenkomen, en mijn vriendschap met Draco, die wat weg heeft van een knipperlicht, en dan komen we weer terug bij mijn gaven. Wat ik allemaal kan.
En op dit moment kom ik bij de ingang van Zonko's Fopmagazijn.
Als ik me niet vergis zie ik een aantal hele bekende gezichten. Te beginnen bij Fred en George. Het zou best kunnen dat ze nieuwe mestbommen kopen, of andere dingen om mee te pranken. In de hoek van de winkel zie ik echter een groepje scholieren die ik hier niet zo snel had verwacht.
Draco Malfidus staat samen met Patty Park, Benno Zabini en de ezels te fluisteren.
Laten we eens hallo zeggen. Met een grijns loop ik naar ze toe. Zabini ziet me als eerste en stoot Draco aan. Hij fluistert iets in zijn oor en direct draait Draco mijn kant op en loopt een paar passen weg van zijn vrienden.
'Kate!' zegt hij als ik binnen gehoorsafstand ben. 'Waar was je de afgelopen dagen? En waarom ben je alleen?'
Even doet de bezorgde Draco me perplex staan, maar dan glimlach ik naar hem.
'Ik was op de ziekenzaal, maar maak je geen zorgen. Alles is oké. En ik ben nu alleen omdat Ron, Harry en Hermelien hebben besloten niet naar Zweinsveld te gaan. Ik ga ook maar even kort hoor.'
Hij lijkt er genoegen mee te nemen, maar ik weet zeker dat hij wil weten waarom ik op de ziekenzaal lag. Draco is niet dom, dus ik moet uitkijken met wat ik zeg.
'Ik krijg trouwens het idee dat je vrienden verder willen' zeg ik lachend. Draco draait zich om naar de andere Zwadderaars. Ze staan met argwanende en ongeduldige blikken naar ons te kijken en draaien een beetje in het rond.
'Tja' zegt Draco.
'Ik spreek je nog wel' beloof ik. 'Desnoods in de Zweinstein express.'
Als ik alle spullen heb en met iedereen die ik wilde even heb gepraat, ben ik weer op mijn terugweg naar Zweinstein. Ik kom nu nog maar enkele leerlingen tegen, waaronder een groepje van drie jongens, die me iets te lang aankijken, vind ik. Volgens mij zitten ze in Zwadderich. Als ik voorbij ben, kijk ik nog even achterom en zie de drie druk met elkaar fluisteren.
Ik vertrouw het niet helemaal, maar dit is niet de tijd om me daar druk over te maken.
Sloom vervolg ik mijn weg en zoek waar mogelijk de schaduw op. Thuis liggen mijn vrienden waarschijnlijk op het strand en ik verlang er ook wel naar.
Als ik bijna bij Zweinstein ben, zie ik een lang figuur met veel spullen mijn kant op komen lopen. Nieuwsgierig bestudeer ik hem. Dan herken ik plotseling het aquarium onder zijn arm.
'Remus!'
Hij kijkt op en er verschijnt een verdrietige glimlach. Ik versnel mijn pas en stop als ik bij hem ben. Zijn gezicht heeft er een paar schaafwonden bij en hij ziet er een beetje gehavend uit, maar ik zie geen extreme wonden die overgebleven zijn van het gevecht met Sirius en mij.
'Tot ziens Katelynn' zegt Remus. 'We zien elkaar nog wel, denk ik.'
'Natuurlijk' antwoord ik. 'Eh, heb je nog wonden overgehouden aan ons gevecht?'
Remus ogen verwijdden zich en hij kijkt me geschrokken aan.
'Ge-gevecht?'
Goed gedaan, Kate. Remus weet dus heel weinig nog van dat stukje nacht. Heel kort leg ik aan hem uit dat ik een faunaat ben en dat ik samen met Sirius, toen Remus veranderd was, met hem heb gevochten en hem ervan heb weerhouden Harry, Hermelien en Ron aan te vallen.
De hele tijd kijkt Remus me geschrokken aan, maar ik meen ook te zien dat hij onder de indruk is.
'Het spijt me Kate' zegt hij als ik klaar ben. Ik schud glimlachend mijn hoofd.
'Dat hoeft niet Remus.' Achter ons klinkt een geluid en als ik me omdraai zie ik een koets met een Terzieler ervoor staan. 'Je koets is er.'
Samen met Remus loop ik naar de koets. Voor de Terzieler blijf ik staan en aai het beest even. Ik heb nog steeds geen idee waarom ik deze dieren kan zien, maar of ik het antwoord wil weten..?
'Tot ziens, Remus. Ik zie je nog wel' zeg ik. Hij knikt me toe en stapt dan uiteindelijk de koets in. De Terzieler draait zich om en loopt weg. Door de opening zwaait Remus nog even snel en ik zwaai terug.
Dan wordt het tijd om mijn vrienden weer op te zoeken en misschien een duik te nemen in het meer, want mijn kleding plakt aan me.
-------
Nu wel weer op tijd!
Wat denken jullie dat dat groepje jongens van plan was?
JE LEEST
Slytherin girl
FanfictionKatelynn Verbrugge is een dreuzel en enorme Potterhead. Ze is dertien als ze opeens in een wereld terechtkomt, die alleen in boeken leek te bestaan. Wat moet ze doen als ze de toekomst blijkt te weten van iedereen om haar heen? Zwijgt ze, of veran...