Dumbledore's tower

2.7K 109 28
                                    

Op hoog tempo loop ik door de gangen van Zweinstein, richting de toren van Perkamentus. De wallen onder mijn ogen zijn gelukkig niet heel duidelijk te zien. Na vannacht heb ik niet heel lang geslapen. De lessen hebben me gelukkig daarmee geholpen; extra slaaptijd. 

Ik denk even terug aan mijn visioen van vannacht. Ik oefende krachten. Onzichtbaar zijn, bijvoorbeeld, maar ik wist helemaal niet dat ik meer krachten had. Weet Perkamentus het wel? Vast wel.
'Hij laat je dus alles weten over iedereen, behalve over jezelf' mompel ik in mezelf. Hij heeft me nooit ook maar iets verteld erover. Een halfjaar heeft het geduurd voordat ik er uiteindelijk zelf achter kwam. 
Hoe langer ik er over nadenk, hoe chagrijniger ervan word. Waarom mag ik niet weten dat ik een Mergel ben? Omdat ik zo krachtig ben? Is dat het? 

Uiteindelijk kom ik woedend aan bij de Phoenix voor de toren van Perkamentus. 'Zoutzuurtje' sis ik, alsof iemand me ooit heeft verteld dat dat het wachtwoord is. De Phoenix schuift opzij en ik stuif de trap op. 
Bovenaan neem ik niet eens de moeite om op de deur te kloppen. Mijn bloed kookt vanbinnen. Met een zwaai klapt de deur open. Sneep, die in gesprek was met Perkamentus, draait zich geschrokken om. Hij kijkt even verbaasd als hij mij ziet. 

'Juffrouw Verbrugge, wat doet u hier? En hoe weet u het wachtwoord? Ooit gehoord van kloppen?' 
'Ik heet geen Verbrugge, Secretus' sis ik. Stug loop ik langs hem. Volgens mij vond hij zijn bijnaam niet heel leuk, want hij loopt rood aan. Perkamentus zit achter zijn bureau en kijkt me geschrokken aan.
'Juffrouw Verbrugge wilt u even kalmeren en ons uitleggen waarom u ons gesprek verstoord!' zegt Sneep dreigend achter me. Uitleggen wil ik best, maar kalmeren gaat niet echt. 

'Waarom?' sis ik, starend naar Perkamentus. Ik moet moeite doen om de duisternis weg te houden. De kilte in mijn stem is echter onmisbaar.
'Wat bedoel je Kate?' vraagt Perkamentus vriendelijk, maar de schrik in zijn stem is goed te horen. Ik wend mijn blik geen moment van hem af.

'Waarom denkt u? U laat me verdomme alles weten! U heeft me het verleden laten weten, het heden, de toekomst, maar niet mijn eigen identiteit? Ik mag alles over iedereen weten, maar niet wie ik zelf ben?' 

Ik kijk woedend naar Perkamentus. Sneep is achter hem gaan staan en kijkt me met een verontruste uitdrukking aan. Het is tevens de eerste keer dat ik Perkamentus geschrokken zie. 
'He lang weet je het al?' vraagt hij voorzichtig.
'Een aantal weken' antwoord ik.

'Ik ben niet dom. Ik had vanaf dag één al door dat er iets anders aan me was en u heeft er bijna voor gezorgd dat ik mensen nog wat aan deed omdat ik mezelf niet kende. Omdat ik niet wist wat ik kan' zeg ik. Met mijn handen laat ik weer een vuurslang verschijnen. Hij kruipt rustig door de toren heen en laat af en toe een onschuldig blaadje in de fik vliegen. 

'Wat weet ik nog meer niet over mezelf?' vraag ik. Ik zie Sneep Perkamentus raar aankijken. Weet hij het dan nog niet?
'Albus, wat is hier aan de hand als ik vragen mag?' zeg hij plots. Verward kijk ik naar Sneep, en vervolgens weer naar Perkamentus. 

'Dus zelfs onze dubbelspion weet het nog niet?' merk ik op. Ik krijg echt een dodelijke blik van Sneep. Perkamentus glimlacht even. 'Alleen jij en ik.' 
'En Harry, Ron en Hermelien' voeg ik toe. Ik kijk naar Sneep. 'Ik heet geen Verbrugge Sneep' zeg ik.
'Professor' voegt hij toe. Ik grijns.
'Ik heet ook geen professor hoor. Nee mijn naam is Kate Mergel.' 

Zo geïrriteerd als zijn blik eerst was, zo verbaasd is hij nu. Hij wendt zich tot Perkamentus. 'De Mergels waren toch uitgestorven?' Perkamentus schudt zacht zijn hoofd, zijn blik op mij gericht. 'Nee, ze leven nog. Kate's ouders zijn tijdens de eerste tovenaarsoorlog ondergedoken, uit angst voor Voldemort. Wel hebben ze een tweeling gekregen in die tijd. Kate en Noah.' 

Ik glimlach onbewust. Mijn ouders leven en dat is voor mij het belangrijkste. 'Wat doen we met leerlingen die het te weten komen professor?' vraag ik. Perkamentus kijkt even naar Sneep. 'Geheugen wissen' antwoordt Sneep. Ik knik.

 'Waarom zit ze trouwens in Griffoendor? Ze is een afstammeling van Zwadderich zelf!' vraagt hij plots. 'Dat moet je aan Kate zelf vragen Severus' zegt Perkamentus kalm. 

'Ik mocht kiezen in welke afdeling ik wilde. De hoed vond mij in allemaal evenveel passen, hoewel zijn voorkeur wel uit ging naar Zwadderich. Ik koos echter Griffoendor' leg ik uit. Ik kijk naar Perkamentus. 'Professor, wat is de profetie geweest en wat weet ik nog meer niet over mezelf?' 

'Waarschijnlijk ben je hier al wel achter gekomen; jullie hebben bijzondere gaven. Het is aan jou uit te vinden welke je hebt, maar er is wel een boek over. Ik zal het voor je pakken.' Hij staat op uit zijn stoel en loopt naar een enorme boekenkast. Vanaf de bovenste plank komt een boek aanvliegen. Het is een zwart boek, niet heel dik, met op de voorkant een mooie Z. Onbewust pak ik met mijn hand het kettinkje om me nek vast. Vanuit mijn ooghoek zie ik Sneep naar me kijken. Vlug laat ik het weer los. 

'Deze is voor jou Kate. Bewaar het goed' zegt Perkamentus, terwijl hij me het boek overhandigd. Voorzichtig pak ik het beet. De gouden Z wordt mooi laten zien door de zwarte kaft. 'Mergels, de afstammeling' staat op de voorkant. 'Dank u wel' fluister ik bijna. 

'En de profetie meid.. Kom maar mee' zegt hij. Meteen volg ik hem, nieuwsgierig naar wat hij gaat doen. We lopen een stukje verder de toren in, tot Perkamentus uiteindelijk stop bij een schaal.
'De hersenpan' roep ik vrolijk. Mijn woede is al helemaal verdwenen. Hij knikt vriendelijk en pakt een glazen potje uit de kast. Een blauwe vloeistof glijdt de hersenpan in. 

'Na jou Kate' zegt hij. Dat laat ik me geen twee keer zeggen! Voorzichtig steek ik mijn hoofd erin. Meteen begin ik te tuimelen. Om me heen verschijnt een kamer. Hij is kaal met wat sjofele meubels. In de kamer zit een iets jongere Perkamentus en een vrouw. Het duurde echter niet lang voordat ik de vrouw herkende. De jampotglazen en rare kledingstijl kenmerken haar meteen. 

'Sybilla Zwamdrift' mompel ik. 

Zwamdrift's ogen vormen zich raar en ze krijgt een paar epileptische trekjes.

'Een jongen geboren als de zevende maand sterft...' zegt ze. Haar stem klinkt raar. Schor en laag. Ze heeft duidelijk geen controle over wat er gebeurt.
Ik zie Zwamdrift de hele profetie over Harry zeggen. Ze voorspelt dat hij uiteindelijk Voldemort zal doden. 

'Geboren in de maand van het leven... kind uit een verboden familie... behorend tot de meest directe familie van de Heer van het Duister, zal de macht van zijn familie tegen hem gebruiken... bezit krachten die de Heer van het Duister niet heeft... geboren in de maand van het leven...' stamelt ze. Perkamentus kijkt haar verbaasd aan. 'Wie bedoel je Sybilla?' vraagt hij zacht.

'Kind uit een verboden familie...' herhaalt Zwamdrift nog één keer.

Zo plots als hij kwam, is de profetie ook weer weg. Met de laatste zin maakt ze bekend wat ik vermoedde. Hij gaat over mij. Ik zal uiteindelijk samen met Harry Voldemort verslaan. De brief van mijn moeder klopt.
De kamer vervaagt weer en langzaam voel ik mezelf terugvallen naar de werkelijkheid.
'Ik- eh. Ik ga maar weer eens' stotter ik. Vlug loop ik richting de deur, nog een vuile blik werpende op Sneep. Voordat ik de deur echter door loop, draai ik me nog even om.

'Bedankt professor' zeg ik. Perkamentus knikt vriendelijk. 

---------------

Gezellig even een iets langer hoofdstuk. Welke gaven denken jullie dat Kate allemaal bezit?
xx

Slytherin girlWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu