Barto Crouch

2K 86 14
                                    

Na enkele seconden is de kust weer veilig, maar voor de zekerheid hou ik het schild boven ons. Ik draai me naar Draco toe. Zijn gezicht en kleding zitten onder de vlekken van de aarde en ik zie op zijn armen een paar schrammen van enkele takken. 

'Ben je oké?' vraag ik, mijn stem op fluistertoon. Mijn hart zit nog steeds in mijn keel. Hij knikt zachtjes, maar ik zie de angst nog steeds in zijn ogen staan. 
'Wat was dat, Kate? Waar kwamen al die stralen vandaan?' 

'Van het Ministerie' zeg ik gedempt. Nog geen twee seconden later horen we voetstappen naderen. Ik kijk naar Draco en tegelijk schieten we omhoog. Ik zoek de eigenaar van de voetstappen en zie dan een paar meter verderop Barend Kannewasser staan. Hij bukt en neemt iets in zijn armen.

'Ja! We hebben ze! Hier ligt iemand! Buiten westen. Het is -  maar - jeetje...' roept hij. Een andere stem antwoordt, maar ik kan niet verstaan wat. Snel pak ik Draco's hand en trek hem mee. 

'Meneer Kannewasser, wat is er aan de hand?' vraag ik geschrokken, met een klein beetje toneelspel. Ik mag niet laten weten dat ik al iets van deze situatie afwist. Meneer Kannewasser draait zich geschrokken om, met zijn toverstok op ons gericht. Bij het zien van onze gedaanten lijkt hij eerst opgelucht, maar daarna verhardt zijn blik.

'Jullie twee, kom mee.' 

Verbaasd kijk ik hem aan. Herkent hij me dan niet meer van de heenreis? Hij gelooft toch niet dat wij dat teken hebben opgeroepen. Ik voel een kneepje in mijn hand en kijk opzij. Draco heeft een achterdochtige blik op Kannewasser, misschien zelfs minachtend. 

'Laten we meegaan, Kate. Hij beseft vanzelf zijn fout' sist Draco, die zijn gebruikelijke houding weer heeft gevonden. 

We lopen het bos uit, met meneer Kannewasser achter ons met uitgestoken toverstok. Al snel zien we een groep mensen verschijnen en ik herken direct de gedaantes van mijn vrienden. Als wij in het licht van de maan komen, hoor ik korte kreten van ontzetting. 

'Kate!' roept Hermelien geschrokken. Haar gezicht is doodsbleek en ze kijkt ons met grote ogen aan. 

'Maak je geen zorgen,' zeg ik kalm. 'Wij waren het niet.' 

Ik trek Draco mee opzij, zodat meneer Kannewasser en de huiself in het zicht komen. Niemand maakt een geluid als Kannewasser de huiself voor Barto Krenck neerlegt. Ook Krenck zelf lijkt ontnomen te zijn van zijn stem. 

Als Krenck bijgekomen is en het bos instormt naar de plek van zijn huiself, en zoon, blijft er een ongemakkelijke stilte achter. Dan draait Kannewasser zich opeens naar ons toe. Hij leek de hele tijd al de enige die niet overtuigd was van ons onschuld. 

'Wie van jullie was het?! Zeg op, wie heeft het gedaan?'

'Barend..' begint meneer Wemel. 'Kijk naar ze, het zijn kinderen! Ze hebben het teken niet opgeroepen.' Ik zie hem heel kort een blik op Draco werpen, die ook terugkijkt, maar meneer Wemel zegt niks en blijft ons verdedigen. Dat laat me beseffen wat voor bijzondere familie de Wemels ook al weer zijn. 

Ik richt me in mijn volle lengte op tegen Barend Kannewasser, die niet klein is maar zeker niet groter dan ik. Hij is alleen twee keer zo breed. Ook Draco steekt zijn neus weer in de lucht en laat een kille blik over de tovernaars van het Ministerie glijden.

'Wacht tot mijn vader hiervan hoort,' sist hij naar Kannewasser. 

'Meneer Kannewasser, het was een lage mannenstem die het teken opriep, niet wij. Ik heb een vrouwelijke stem en Draco's stem is nog alles behalve laag. U mag onze toverstokken als bewijs bekijken.' 

Na de opmerking over Draco, kijkt hij me quasi-geïrriteerd aan en ik voel een kleine trap tegen mijn been. Ik kan het niet laten even naar hem te grijnzen, terwijl ik mijn toverstok aan Kannewasser overhandig. Draco doet hetzelfde. Uit mijn ooghoek zie ik ook Harry en Ron even kort naar elkaar grijnzen. 

Meneer Wemel en meneer Kannewasser nemen beide een toverstok in de hand. 'Prior Incantanto!' roepen ze tegelijkertijd. 

Uit Draco's toverstok schiet de spreuk lumos, die hij hoogstwaarschijnlijk heeft gebruikt voor een lichtje tussen de bomen. 
Mijn laatste spreuk was Finite Incantantem. Even zie ik bij meneer Wemel, die mijn toverstok had, een puzzelende blik. Dan verwijdden zijn ogen zich en kijkt hij me verwonderd aan. 

'Jij was het!' zegt meneer Wemel verbaasd. Ik knik, met een opgetrokken mondhoek. Kannewasser lijkt het niet te vatten. 

'Dat was je bekentenis, jongedame! Je staat onder arrest!' 

'Kannewasser, gedraag je!' schreeuwt Krenck plots. Hij was al teruggekomen en had de spreuken uit onze toverstokken nog gezien. Zijn gezicht is spookachtig wit en zijn ogen schieten vuur. 

'Arthur bedoelde niet het schedel, maar de familie Rolvink, jij stomkop! Zij heeft de familie naar de aarde gebracht!'  

Barend Kannewasser lijkt eindelijk in verlegenheid te zijn gebracht en stottert nog iets onverstaanbaars. Onze toverstokken worden teruggegeven en meneer Wemel wenkt ons. 

'Blijf maar hier aan de zijkant staan, jongens' zegt hij zachtjes. De tovernaars van het Ministerie hebben hun aandacht inmiddels op Winky gericht en het is voor ons beter om ons nu uit de schijnwerpers te houden. Ik kijk naar boven. Zou het niet slim zijn om het schedel weg te halen?

'Meneer Wemel?' vraag ik zachtjes. Ook Ludo Bazuyn en Krenck kijken om. Ik kijk weer naar boven. 'Moet dat schedel niet uit de lucht worden gehaald?' 
De tovenaars volgen mijn blik en meneer Wemel knikt zachtjes. 'Zeker, Kate, maar we weten niet hoe. We kennen de spreuk niet om hem op te roepen en al helemaal de tegenspreuk niet.' 

Ik kijk twijfelend omhoog. 'Zou ik een poging mogen wagen?' Mijn vraag is voorzichtig gesteld, omdat ik niet weer beschuldigd wil worden. De tovenaars van het Ministerie kijken elkaar even aan en halen dan hun schouders op. 

'Waarom niet' zegt Bazuyn. 'Anders blijft het hier toch hangen.' 

Ik richt mijn toverstok in de lucht en denk na. Een bestaande spreuk gaat me niet helpen, dus ik zal zelf wat moeten verzinnen. Ik laat mijn gevoel mijn toverstok beheersen en probeer mijn krachten naar boven te halen. 

'Gaudimus' fluister ik zachtjes. Uit mijn toverstok schiet een straal in alle kleuren van de regenboog, die met zijn allen het schedel omringen. Langzaam maar zeker verdwijnt het schedel en maakt het plaats voor een reusachtige regenboog. Het is me gelukt. 

Als ik weer naar beneden kijk, wordt ik door een tiental verbaasde blikken aangestaard. 

Dit heeft nog nooit eerder iemand gedaan. 

-----------------------------------

Ik ga een overstap maken naar boek vijf. Er zullen nog een of twee hoofdstukken verschijnen, maar dan is het tijd voor de volgende. Het zal een nieuw boek zijn, waarvan de naam nog niet bekend is :)

x

Slytherin girlWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu