Hoofdstuk 50

648 29 0
                                    

Ik kwam boven. Ik hoorde mijn moeder de stem. Shit ze zijn al thuis..zo snel. Wat moet ik verzinnnen. Oh my god. Wat moet ik zeggen? Ik rook heel erg naar de sigaretten. Ik keek door de klep en zag ook mijn vader's schoenen in gang staan. Vandaag ga ik echt dood. Ik kon niet hier blijven staan, dus ik klopte op de deur. Yemma deed open.

Yemma: ''waar was je?!''
Ik: ''wacht ik moet heel nodig naar de wc.''

Ik rende snel naar de wc en belde Laila op vanuit de wc. Straks heeft zij al wat verzonnen en dan komt yemma erachter dat we liegen.

Ik: ''Laila. Wat heb je tegen yemma gezegd?''
Laila: "Tfoe debiel kon het nog opvallender. Zeg gewoon dat je snel langs Naima ging''
Ik: ''oke is goed doei''

Naima was onze buurmeisje. Ja dat is wel goed dat ga ik zeggen, maar ik rook nog steeds heel erg naar de sigaretten. Ik pakte een wc spray en spoot op mezelf het stonk zo erg, maar alles beter dan sigaretten geur. Ik kwam uit de wc en ik zag mijn moeder al staan.

Yemma: ''ewa waar was je dan''
Ik: ''ppff. Waar moet ik heen met deze kleren ik was bij Naima''
Yemma: ''zeker weten?''
Ik: ''ja hallo kijk dan wat ik aan heb''
Yemma: ''waga. Ik vraag het wel aan haar moeder''
Ik: ''haar moeder was er niet eens dus.''
Yemma: ''waga we zien wel''

Ik liep van haar weg ze3ma ze doet moeilijk. Ik liep richting mijn kamer.

Laila: ''so ga weg je stinkt!''
Ik: ''hahaha ja weet je wat ik heb gedaan. Wc spray op mezelf gespoten''
Laila: ''tfoe stinkdier. Kom niet bij mij in de buurt he. Wc spray echt een lompe zwerver''
Ik: ''ewa ja moest wel''
Laila: ''ga ga met je moest wel''

Ze liep weg ik pakte mijn douchespullen en ging weer douchen, want ik stonk echt heel erg. Na een lekkere douche ging ik direct naar mijn bed, maar ik kon niet slapen ik moest steeds denken aan Jaouad. Al had hij nou wat bij mij gedaan, dan was ik misschien wel mijn eer kwijt aan een illie nog wel. Mijn telefoon ging over het was Louay. Ik was hem alweer vergeten.

Ik: ''ja''
Louay: ''hoi lieverd''
Ik: ''hoi hoi''
Louay: ''alles goed ''
Ik: ''goed hoor en met jou''
Louay: ''nu ik je stem hoor gaat het heel goed''

Soms kon hij echt lief zijn, dan voelde ik weer wat voor hem maar meestal was tie echt een gare debiel.

Louay: ''lieverd wat heb je vandaag gedaan?''
Ik: ''gewoon na school meteen naar huis, hoezo?''

Ik was bang straks heeft ie wat door.

Louay: ''gewoon ik mag toch wel weten wat mijn schatje heeft gedaan''
Ik: ''ja hoor''
Louay: ''ik hoop dat de ramadan snel voor bij is, dan kunnen we afspreken enzo..''
Ik: "ja''
Louay: ''of misschien kan ik je wel s'avonds zien?''
Ik: ''nee Louay dat kan niet''
Louay: ''oh jammer oke''
Ik: ''maar ik ga ophangen mijn zusje slaapt''
Louay: "is goed bella tot snel doei''
Ik: ''doei''

Ik hing op. Mijn zusje lag niet eens in haar bed, maar ik voelde me schuldig en wou niet meer met hem praten.

Jongens, make-up, stad, playen, totdat.. (Waargebeurd) (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu