Jongens, make-up, stad, playen, totdat.. (Waargebeurd) (Voltooid)

Hoofdstuk 77

Ik bekeek mijn blauwe plek, mijn wang was dikker geworden.

Ik: ''Laila!''
Laila: ''ja!''
Ik: ''kom is even''
Laila: ''ja wat is er?''
Ik: ''wil je alsjeblieft even naar Naima gaan zeg tegen haar of je poeder mag lenen, want mijn zus heeft een hele grote puist''
Laila: ''wat doe je moeilijk ik heb ook poeder hoor''
Ik: ''zeg wollah? Oh je hebt mijn leven gered. Uhmm trouwens wat doe jij met poeder?''
Laila: ''opmaken enzo. Wat anders?''
Ik: ''ethemschoent.''
Laila: ''ja kijk hoe lelijke huid ik heb''
Ik: ''ja ja geef. Ga ik die blauwe plek verbergen''
Laila: ''word alleen maar opvallender hoor. Beter laat je gewoon zo en zeg je dat ik per ongeluk met mijn ellenboog tegen je wang aan kwam ofzo''
Ik: ''ja maar is lelijk man''
Laila: ''geeft niet. Over weekie is het weg. Trouwens Nabil komt zo''
Ik: ''ppff ja ik weet ik hoorde yemma dat tegen papa zeggen''
Laila: ''echt geen zin in hem. Tfoe gaat ie weer baas spelen enzo''
Ik: ''ach ja, hij moet morgenochtend toch weer terug die vieze crimineeltje''
Laila: ''straks gaat ie vragen hoe je aan die blauwe plek komt. Gaat papa straks alles zeggen''
Ik: ''nee papa doet dat niet dat weet ik wel zeker''
Laila: ''soo ik schrok toen ik je met rmagheb zag. Ik wist niet dat het zo erg was''
Ik: ''ja joh ik praat nooit meer tegen hem!''
Laila: ''ach ja. Eey trouwens wat ga jij doen vandaag?''
Ik: ''ik wil naar Rotterdam. Wollah weet je hoe gezellig het daar is''
Laila: ''helemaal naar Rotterdam? Waarom niet Den Haag dan?''
Ik: ''ga ga met je Den Haag. Ik haat het daar om de 5 seconden bekende. Doei daar heb ik echt geen zin in''
Laila: ''zullen we samen gaan en dan gaat Sour en Naoual ook mee?''
Ik: ''ja maar moet je wel zeggen dat we naar Delft gaan ofzo niet zeggen Rotterdam''
Laila: ''ja duuh. Ik ga wel even vragen''

Mijn zusje ging naar mijn moeder en ik keek weer in de spiegel. Volgens mij gaan alle mensen denken dat ik wat heel ergs heb geflikt door die blauwe plek. Ik wou mezelf niet vertonen, maar ik had echt geen zin om thuis te blijven en al die familie te zien. Die zeggen dat je groot bent geworden en dat het tijd is om te trouwen en bla bla.. Er werd geklopt op de buitendeur. Ik keek uit het raam wie het was. Het was Nabil ik zag zijn lelijke hoofd al. Tfoe. Ik deed de deur voor hem open. Hij keek mij aan en keek gelijk naar mijn blauwe plek.