Jongens, make-up, stad, playen, totdat.. (Waargebeurd) (Voltooid)

Hoofdstuk 73

Sommige jongens gingen hun nog uitschelden en zeiden kk zwarte of iets anders, mohiem het was echt zo schandalig en ik liep naast ze..

Ik: ''Diane doe normaal hoor''
Diane: ''nee is grappig''
Ik: ''eey kom we gaan naar Sour en peertje''
Diane: ''jaa gek in die 2 heb ik ook zin.''

We liepen naar de macdonalds en gingen naar boven. Ik zag Sour naast peertje zitten en toen ik ze achterliet zaten ze tegenover elkaar. Ze schrokken toen ze ons zagen, vooral Sour. Ik had het niet verwacht van haar. Ze zat zowat op zijn schoot. Diane kneep me en fluisterde: ''ik zweer het je Nora, ik ken hem hij woont in Spangen''
Ik: ''echt? Oke stil, vertel straks''..
Diane: ''so so.. Wat toevallig zeg''
Perenhoofd: ''eey Diane alles goed?''
Diane: ''ja goed hoor met jou ook?''
Perenhoofd: ''ja perfect''

Ik was even vergeten hoe hij ook alweer er uitzag. Oef hij was zo lelijk en ik ging bijna over me nek. So als Souraya met hem heeft gezoend, raak ik haar nooit meer aan, maar nee zoiets zou ze nooit doen. Mijn telefoon ging over was privenummer.

Ik: ''ja''
Papa: ''waar ben je!''

Ik schrok me dood mijn vader klonk heel boos en Diane en Perenhoofd waren aan het lachen en praten. Ik verstond hem niet zo goed en liep van ze weg.
Ik: ''ik ben op school''
Papa: ''op school jek? Nu naar haar huis komen eh mosiba (heks)''

Hij hing op.

Ik: ''Souraya zied nu opstaan we moeten weg''
Sour: ''wat is er dan? Is nog niet zo laat''
Ik: ''opstaan zei ik''
Sour: ''oeeff.. nou wezens ik zie jullie vast nog wel een keer''
Ik: ''ja saffi dag doei kom''

Ik sleurde haar mee naar buiten.

Sour: ''rustig rustig wat is er?''
Ik: ''wollah papa.. Hij weet dat ik niet op school ben. Shit hij heeft denk ik naar school gebeld. We moeten zo snel mogelijk naar huis. Saffi vandaag ga ik dood klaar''
Sour: ''we verzinnen wel wat''
Ik: ''ja loop maar gewoon door''

We rende zowat naar station. Een groepje Marokkaanse jongens riepen nog iets van zullen we jullie brengen, maar we gaven ze geen aandacht en liepen snel weer door.

Ik: ''we moeten die trein halen. Mijn vader maakt me af. Hij gaat alles tegen Nabil zeggen. Wollah Souraya ik schijt bijna in mijn broek''
Sour: ''saffi komt goed hoor. Zeg gewoon we gingen broek halen of wat dan ook. Ik bedoel die hebben we toch ook gehaald''
Ik: ''ben je nou echt zo dom? Ik heb tegen Carla gezegd dat ik doorgelekt ben en dat ik naar huis ging. Remember?!''
Sour: ''oh sorry hoor''
Ik: ''ja ja sorry loop door.''

We renden naar onze trein. We hadden hem bijna gemist. Ik was helemaal bekaf ik kon bijna geen ademhalen, ik had pijn in mij zij. Ik trilde en voelde me niet goed..