Hoofdstuk 81

651 20 0
                                    

Sour: ''waar aan denk je?''
Ik: ''misschien is Nabil wel veranderd en gaat ie zijn leven verbeteren. Wollah ik zeg je hij heeft nooit zo gepraat''
Sour: ''ja ik weet maar toch. Hij is een dealertje denk je nou echt dat hij dat leventje zomaar opgeeft''
Laila: ''ja. Ik wil zelfs dealen. Weet je hoeveel geld hij altijd heeft''
Ik: ''en jij eh moekejoe3. Met je dealen. Jou verkrachten ze eerst en dan gooien ze je weg''
Naoual: ''hahahaha ja. Meskiena met haar dealen''
Laila: ''ja so maar even serieus vind je het gek dat al die Marokkaanse jongens dealen. Ze worden nergens aangenomen en ja dealen is makkelijk geld verdienen''
Ik: ''ja maar toch je weet zelf wat er bij Khalid is gebeurd''
Naoual: ''wat dan?''
Ik: ''ja is een neef van mij woont in Den Haag. Hij had shi vijanden ofzo. Ze waren jaloers op hem hij had geld, auto, mooie huis, maar wel allemaal met drugsgeld. Toen hebben ze wraak op hem genomen hebben ze hem neergeschoten meskien''
Naoual: ''pff dat is erg man''
Ik: ''ja is al paar jaar geleden hoor''
Sour: ''ja als je in zo een wereldje leeft is echt erg hoor''
Ik: ''ja precies. Vooral als je bekend bent''
Laila: ''zij kiezen ervoor, dus eigen schuld''
Ik: ''tja.''

Ik was blij dat ik be3da als cassiere werkte. Ik had beter weinig geld dan zoveel geld en dan elke dag problemen hebben met mensen. Door geschreeuw werd ik uit me gedachte gehaald. Ik keek wie het waren. Het waren 2 Marokkaanse meisjes die bij een paar jongens zaten. Tfoe dacht ik Marokkaanse meisjes altijd zo opvallend. Je hoort ze altijd keihard lachen en praten. Aandacht.

Laila: ''mensen komen aandacht tekort''
Ik:''ja dat dacht ik net ook''
Naoual: ''ja net alsof jullie niet zo hard lachen en praten. Allemaal 1 pot nat''
Sour: ''wollahila is echt wel zo. Wij zeggen over andere mensen ze praten hard, maar wij zijn precies hetzelfde''
Ik: ''ga ga kijk hoe ze doen. Ik doe echt niet zo''
Sour: ''ja erger''
Ik: ''jeh koe. Jij en Naoual oke, maar ik echt niet!'''
Naoual: ''wie schreeuwde net keihard op station. WEJOW I LOVE HIM''
Ik: ''zei ik dat?''
Sour: ''hahaha zie je je weet het niet eens''
Ik: ''wanneer dan''
Naoual: ''oma, net op station toen Nabil had gebeld''
Ik: ''ooh toen ja maar dat is anders''
Sour: ''stil stil. We hebben gewoon gelijk''

We waren aangekomen in Rijswijk en we waren nog steeds aan het discussieeren dat ik nooit schreeuwde. Ik schreeuwde misschien soms, maar lachtte nooit hard en dat deed Souraya en Naoual wel, vooral als ze werden gebeld ofzo. De hele wereld moest weten dat zij aan de telefoon zaten.

Naoual: ''kijk wie daar loopt!''
Ik: ''shit! Wie is dat Nabil?''
Naoual: ''ja snel ren!''
Laila: ''oh god kijk met wie hij is.''

Tfoe mijn broer liep hand in hand met een meisje. Ze droeg hoofddoek, ze3ma hoofddoek. Ik wou echt naar hem toe gaan en zeggen zie je die hoofddoekjes slaan nergens op is gewoon voor de sier of ze verstoppen hun kroeshaartjes. Echt ik kreeg zjnoen en wou echt gaan, maar dat durfde ik niet, anders zou ik die avond nog dood zijn.
We liepen snel naar onze bus, want als Nabil ons had gezien wist ie dat we niet naar Delft waren geweest. We kwamen tenslotte uit de trein van Rotterdam.

Laila: ''so zie je die jongens van nu''
Ik: ''ja echt hatelijk. Thuis doet ie kapot heilig en nu. Zemmel. Ze3ma hoe die naar haar keek. Die slet weet zeker vast niet hoe hij is. Als ze weg is noemt ie haar zeker hoertje''
Laila: ''ja wollah wel en die hoertjes verpesten het voor ons.''
Sour: ''ah joh hij is een jongen''
Naoual: ''en jij? Echt een rkempoe wijf ben je. Zo ouderwets. Hij is jongen dus?''
Ik: ''ja he wat jongen. Ik ben meisje dus is zelfde haram is haram''
Sour: ''ja maar je weet toch hoe onze ouders denken. Hij heeft piemeltje hij mag alles''
Ik: ''onze cultuur slaat echt helemaal nergens op!''
Naoual: ''ja ze verzinnen die regeltjes zelf en dan zeggen ze staat in koran''
Sour: ''ja joh.''

We waren uit de bus gestapt en namen afscheid van elkaar. Ik en Laila liepen samen naar huis.

Laila: ''wedden al die kk neefjes en nichtjes zijn er''
Ik: ''tfoe ja man wollah als ze een keer aan mijn laptop hebben gezeten. Wollah ik maak kefta van ze''
Laila: ''vooral die Imad. So man in hem heb ik echt geen zin''
Ik: ''shit nu je het over familie hebt. Waa en filodeeg?''
Laila: ''oh ja kom we gaan naar de bakker."
Ik: ''ja snel kom''

Ik haatte het om naar de bakker te gaan, want je kwam dan al die vaders tegen, die brood aan het kopen waren en ze keken dan heel goed naar je, maar ja we moesten wel. We hadden allemaal lekkere dingen meegenomen en natuurlijk filodeeg. Onderweg naar huis zagen we de mannen naar de moskee gaan. We liepen naar boven en ik hoorde al vanaf de trappenhuis gegil. Mijn neefjes en nichtjes waren er ja hoor. Kindercreche was begonnen..

Jongens, make-up, stad, playen, totdat.. (Waargebeurd) (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu