Hoofdstuk 22

925 36 0
                                    

Ik keek door de winkel heen. Waar was die emshoem? Ik hoop dat ie weg was. Ik scheet in mijn broek. Ik keek nog een keer. Ik zag hem niet. Pff ik kan weer normaal ademhalen. Echt een sukkel gaat ie meisjes achterna rennen in de stad echt schandalig! Oh ja Sour was nog in de paskamer ik liep snel naar haar toe.

Ik: "Ey schijterd kom tevoorschijn hij is weg''
Sour: "Wollah? Weet je het zeker?''
Ik: ''ja ik weet het zeker. Ik heb heel de winkel rondgelopen maar nee die zwerver is weg''
Sour: ''gelukkig. Jeh bnedem. gaat ie achter ons aanrennen''
Ik: ''ja joh. Kom we gaan hier weg voor dat die zwarte daar ons eruit gaat gooien. Staan we helemaal voor lul"
Sour: ''tazz ze3ma omdat ie beveiliger is een keer mij aan raken''
Ik: ''hahaha ezel kom kom. Nu ben je weer stoer he daarnet scheet je bijna in je broek''
Sour: ''so had je jezelf dan niet gezien? Mij uitlachen kom nou''
Ik: ''hoe kom je erbij om naar een winkel te gaan?''
Sour: ''ewa ja wou je nog rondjes gaan rennen in de stad met een zwerver achter ons aan ofzo? Ik heb je gered wees blij!''
Ik: ''ja ja jij hebt mij gered.''

Sour en ik gingen gelijk naar huis. Stel je voor dat we hem weer tegen zouden komen. Moesten we weer gaan rennen. Daar had ik dus echt geen zin in. Onderweg naar station waren we heel stil. We keken om ons heen of hij toch niet ergens was. Elke keer als ik een Marokkaan zag tikte mijn hart sneller bang dat het die junk was.

Sour: "He he ben blij dat ik in de trein zit''
Ik: ''ja ik ook''

Ik keek haar aan en zij mij ook. Ik wist precies wat ze dacht, ze dacht aan die zwerver. Ineens begonnen we keihard te lachen.
Ik: "Hahahaha wejow nooit heb ik zoiets raars meegemaakt''
Sour:''hadden ze het maar opgenomen. Jouw gezicht he weet je hoe die eruit zag''
Ik: "So en jou gezicht dan. Je kwam nog tegen een opa aan meskien''
Sour: ''je liegt. Ik kwam tegen niemand aan ga ga''
Ik: ''wollah wel hij viel bijna''
Sour: "wejow sfetah!''
Ik: ''hahaha maar was doodlachen echt waar''
Sour: ''ik tril nog steeds. Die gozer heeft me laten zweten je wil niet weten''
Ik: ''ja mij ook''

We waren nog wat aan het praten en lachen over die gozer. Sommige mensen keken ons geiriteerd aan, maar ja schijt. We kenden toch niemand.

Aangekomen in Rijswijk gaf Sour mij een kus op mijn wang.

Sour: "Bedankt voor deze leuke dag wollah heb echt gelachen''
Ik: ''ja bedank die junk maar''
Sour: ''ja volgende keer bedank ik hem wel hahaha''
Ik: ''hahaha gekkie is goed. Ey doe thuis voorzichtig he''
Sour: ''ja praat toch niet meer met ze''
Ik: ''is goed spreek je snel doei doei''
Sour: ''beslama''

Ik zag voor onze flat een politiebusje. Ik dacht zeker weer een Marokkaan. Er woonden veel Marokkanen bij ons in de flat. Ik liep naar boven, pakte mijn huissleutel maar de deur ging al open.

Jongens, make-up, stad, playen, totdat.. (Waargebeurd) (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu