"Hij wat?"
Lilly en Kacey kijken me beide verbaasd aan. 'Ik heb het echt al 3 keer verteld he.' zeg ik verbaasd. 'Hij was er gewoon ineens.' zucht ik.
We lopen de volgende dag alweer door de drukke schoolgangen op weg naar het lokaal. Gelukkig zijn er nog een paar mensen op deze wereld die me begrijpen. Lilly en Kacey.
"Sowieso is het raar dat Jace en Timo vrienden zijn. Op school heb ik ze nog nooit zien praten. En iemand die je tegenkomt met skaten ga je toch niet na 2 dagen al mee naar huis nemen?" Ik knik naar Kacey.
'Precies, dat zei ik ook al!' enthousiast hou ik mijn armen omhoog.
"Wat vonden je ouders van hem?" vraagt Lilly dom. Met open mond draai ik me naar haar om. Wat denkt ze? 'M
'Lilly, snap je het niet? Het maakt niet uit wat mijn ouders van hem vinden, dat boeit me ook niet. Het is al raar genoeg dat hij er was.' zeg ik geïrriteerd.
"Wie?"
Ik schrik me zowat een hardaanval en draai me verdacht snel om.
'Kap.
Daar.
Mee.' zeg ik hard maar duidelijk.
Je kan het natuurlijk al raden. Jace staat achter me. En ook deze keer heeft hij zijn flauwe grijns weer meegenomen. Hij duwt kort tegen mijn arm aan. "Was wel gezellig he. Ik kom nog een keer denk ik." uitdagend kijkt hij me aan.
"Niet reageren." fluistert Lilly in mijn oor. Dat is ook precies wat ik ga doen. Met een kille blik en gespleten ogen kijk ik Jace aan. Niet dat hij er van onder de indruk raakt. Pas als hij zich omdraait om weer naar zijn vrienden toe te lopen, ontspan ik mijn gezicht weer.
"Ik moet toegeven, ik ship dit."
'Kacey!'
"Sorry."
Ik zucht diep. Blijkbaar snapt toch alleen Lilly me nog.
"Hey." hoor ik weer iemand achter me zeggen. Alleen zegt deze persoon het op een gepaste manier, waardoor ik er niet van schrik.
'Hey.' zeg ik ineens heel opgewekt, als ik Quinn zie.
"Hoe gaat ie?" vraagt hij. Ik knik.
'Jep, prima, met jou?' Hij knikt ook.
"Ook goed." Een tijdje kijken we elkaar awkward aan. Quinn kijkt soms ook wat ongemakkelijk naar Kacey en Lilly, die bij me staan. Dan draait Quinn zich gelukkig ook om, om naar zijn vrienden te lopen. "Doei." zegt die nog kort. Ik zwaai even.
"Nee, dat was gezellig." zegt Kacey nonchalant. Ik schud mijn hoofd niet begrijpend.
'Wat bedoel je?' Met grote ogen kijkt ze me verward aan.
"Met Jace kun je tenminste normaal praten, zonder dat het awkward is. Dit leek wel een gesprek tussen twee ananassen." zegt ze.
'Ananassen kunnen niet praten.' zeg ik slim.
"Precies."
Shit.
Ik moet echt wat gaan doen aan die slechte comebacks, man. Deze keren zich uiteindelijk alleen maar tegen me.
JE LEEST
The One Who Loved.
Teen Fiction"Dus.. Evy." zegt Jace. Ik zucht diep. Jammer. Hij is er nog. "Dus, Jace." zeg ik hard en bot. "Jep, mooie naam he!" zegt hij. "Net zoals die van jou, Eef." Meteen stop ik met lopen en draai ik me naar hem om. 'Ten eerste, je naam is poeplelijk, e...