"Dus de vriendin van een vriendin van jou, vindt mij leuk. Maar jij vind haar niet aardig, maar je vriendin wel. En je wilt dus niet met mij omgaan, omdat je vriendin partij kiest voor haar vriendin en niet voor jou?" met een gespannen blik kijkt hij geconcentreerd naar het plafond, terwijl hij alle informatie op een rijtje zet.
Ik knik alleen een keer ter bevestiging en heb meteen al spijt dat ik het hem heb verteld.
"Maddy?" vraagt hij.
Verbaasd kijk ik hem aan. Ik heb bewust geen namen genoemd. 'Hoe weet je dat?' vraag ik wat zacht, in de hoop dat niemand anders meeluistert.
"Algemene kennis." zegt hij slim, terwijl hij zijn schouders ophaalt. Ik rol mijn ogen en keer.
"Maar waarom wil je dan niet met mij omgaan?" vraagt hij nieuwsgierig.
'Dat zei je net toch zelf ook.' ze ik geïrriteerd. 'Omdat Maddy denkt dat ik je ook leuk vindt en door met je om te gaan maak ik haar alleen maar kwader.' zucht ik.
Ik kijk naar Jace voor een reactie, maar daar moet ik een tijdje op wachten. Dan ineens trekt hij een flauwe blik.
"Dus.." begint hij.
'Ja?' benieuwd kijk ik naar zijn ogen.
"Dus jij vindt mij ook leuk?" met een trotse blik staart hij naar iets achter mij. Wat ook maar goed is, want van schaamte voel ik mijn wangen weer kleuren.
'Wat? Nee! Waarom denk he dat?!' zeg ik hard. Om het extra duidelijk te maken schud ik mijn hoofd ook een keer.
"Waarom ben je dan zo bang voor Maddy haar reactie?" Jace begint te grijnzen.
Ik stotter wat en kom niet goed uit mijn woorden. Hij overvalt me altijd met zijn filosofische vragen.
'Omdat ik Lynn niet kwijt wil.' zeg ik
zelfverzekerd na een tijdje."Ja." zegt Jace kort. Even denk ik hem te slim af te zijn, maar nog geen 5 seconden later vervolgd hij zijn ondervraagsessie.
"Maar als Lynn echt je beste vriendin zou zijn, zou ze toch weten dat je mij niet leuk vindt? Waarom zou ze dan niet gewoon voor jou kant kiezen, als ze weet dat ik niks voor jou beteken?"
Mijn hersenen lijken ineens niet meer te werken. Ik probeer zo hard mogelijk na te denken, om op en goede comeback te komen, maar ik weet op dit moment niet eens meer zeker of 1+1 wel 2 is.
'Eeuhhh..' Ik kom niet eens op de juiste woorden, en besluit ook deze poging maar op te geven.
Nog een hele lange tijd stilte volgt, waarin Jace wacht op een antwoord die werkelijk waar maar niet in me op komt.
"Weet je,-" zegt hij na een poosje. "Ik zie je zaterdagmiddag. 14.00 bij jou thuis." hij glimlacht nog een keer flauw en loopt dan weg.
"Oh!" zegt hij als hij al een paar meter van mij verwijdert staat. "Ik zal de volgende keer niet meer zo'n lastige vragen stellen. Ik dacht eigenlijk dat je ze wel aankon, maar je hersenen werken toch wat trager dan ik had verwacht." zegt hij flauw. Hij grinnikt er ook weer bij, waardoor ik het water in me voel koken.
Vervolgens draait Jace zich weer om en loopt hij weg. Pas dan lijk ik weer te weten hoe mijn mond werkt.
'Ik vind je niet leuk!' roep ik zo hard als ik kan.
Iedereen in de gang kijkt me vreemd aan, alsof ik een of ander virus met me meedraag. Ik hoor en zie Jace enkel wat lachen, en uit reflex steek ik boos mijn middelvinger naar hem op.
Stomverbaasd blijf ik in het gangpad, alleen achter. Ik ben even helemaal de weg kwijt, en ben nog steeds verdwaald in de woorden die Jace net in mijn oren goot. Alles wat hij zegt helpt nou niet perse mee, het laat me alleen nog maar meer aan mezelf en mijn gedachtes twijfelen.
"Evy?" Ik draai me verbaasd om en zoek voor de tweede keer vandaag diegene die mijn naam ineens roept.
"Hey, alles goed?" Een jongen met krullend, blond haar kijkt me lief aan.
Quinn.
Ik schud mijn hoofd een keer en knik snel. 'Ja, hoor. Alles toppie!' zeg ik achterlijk. Quinn lacht en keer naar me.
"Zullen we samen lopen? Naar biologie?" vriendelijk kijkt hij me aan.
'Ja, tuurlijk.' Ik gooi mijn rugzak wat steviger over mijn schouder en loop naast Quinn het gangpad uit.
In het begin is het wat stil, dus besluit ik maar een gesprek op te starten.
'Hoe gaat het nog met je tekeningen?' vraag ik belangstellend. Nieuwsgierig kijk ik hem aan.
Quinn moet glimlachen en knikt zijn hoofd een keer. "Volgensmij wel goed, ze zijn alleen niet zo spraakzaam." grapt hij. Ik moet ook lachen.
'Sorry, dat was een domme vraag.' zeg ik en ik sla een hand voor mijn hoofd. Vrijwel direct reageert Quinn erop en haalt hij mijn hand voorzichtig weer van mijn voorhoofd af.
"Nee! Ik gaf gewoon een dom antwoord." lacht hij. "Ik heb de laatste tijd niet meer zo veel getekend. Het is nogal druk, met huiswerk enzo."
Begrijpelijk knik ik. 'Zeg dat wel ja.'
We lopen inmiddels het biologielokaal binnen. Aan de voorste twee tafeltjes zie ik Lynn en Maddy zitten. Ergens hoop ik dat Lynn zich omdraait, om gewoon even oogcontact met haar te hebben, wat hopelijk genoeg is voor haar om zich te realiseren dat het stom is om te denken dat ik ook maar iets van Jace wil. Maar natuurlijk gebeurd dat niet en herinner ik mezelf aan het feit dat deze wereld niet op die manier werkt.
Ik zie vanuit mijn ooghoek dat Quinn al is gaan zitten aan een tafel. Wat verward schud ik mijn hoofd, waardoor alles weer wat helderder word.
"Kom je naast me zitten?" afwachtend kijkt Quinn mij aan, met zijn lichte, blauwe ogen. Ik lach snel even. Ook kijk ik even om me heen, stiekem zoekend naar een ander plekje, maar al snel genoeg kom ik erachter dat het klaslokaal bomvol is, met geen enkele lege plek over.
Ik draai me weer richting Quinn. 'Tuurlijk, waarom niet?' zeg ik schouderophalend. Vervolgens laat ik mijn rugzak op de grond vallen en schuif ik naast hem aan.
Misschien dat Lynn zich nu realiseert dat haar verdenkingen niet kloppen, als ze me hier naast Quinn ziet zitten.
JE LEEST
The One Who Loved.
Teen Fiction"Dus.. Evy." zegt Jace. Ik zucht diep. Jammer. Hij is er nog. "Dus, Jace." zeg ik hard en bot. "Jep, mooie naam he!" zegt hij. "Net zoals die van jou, Eef." Meteen stop ik met lopen en draai ik me naar hem om. 'Ten eerste, je naam is poeplelijk, e...