Als Lynn en ik de straat in komen fietsen, horen we de muziek al. Door de koude winterlucht en het sombere ligt in de straat fietsen we naar het huis toe. Voorzichtig stap ik af en zet ik mijn voeten op de gladde grond. Het heeft alweer een paar nachten gevroren, en zoals de meeste mensen wel weten is een gladde stoep plus mij niet echt een goede combinatie.
We zijn nog niet eens binnen en de geur van zweet en alcohol dringt nu al mijn neus binnen. Bijna kokhalzend draai ik me op. "Aah, komop. Niet zo aanstellen." Lynn klopt hard op mijn rug en lacht. Dan haakt ze haar arm in de mijn en lopen we samen naar binnen.
De deur staat al open, dus we lopen zo door. Binnen is het een stuk warmer. Snel trekken we onze jassen uit, die we vervolgens op de jassenstapel gooien in de hoek. Vervolgens lopen we de drukke woonkamer in.
"Hey!" Lynn begroet Kacey en Lilly. Wat verbaasd kijk ik ze aan, omdat ik niet verwacht had om ze hier te zien. 'Hai.' zeg ik ook. Kort lachen ze even.
"Oh mijn god." zegt Lilly ineens na een tijdje. "Kijk daar!" ze wijst naar een hoek van de woonkamer. Er staan wat mensen te dansen, maar echt iets bijzonders valt er niet te zien. 'Wat is er?' vraag ik nieuwsgierig. Met open mond kijkt Lilly naar de mensen. "Daar is Gerard Joling." zegt ze bloedserieus.
Met een vreemde blik kijk ik Kacey aan. 'Hoelang zijn jullie hier al?' vraag ik. Kacey haalt haar schouders op. "Ik denk een uurtje ofzo." antwoord ze mij. Ik schud mijn hoofd. 'Dat is al lang genoeg voor Lilly om dronken te worden.' Ik grinnik en kijk naar Lilly, die hopeloos de kamer rond kijkt.
"Ik ga wat drinken halen, wil je ook wat?" vraagt Lynn. 'Ja, doe maar Fanta.' zeg ik. Lynn loopt weg en niet veel later wordt Kacey geroepen door wat meisjes bij de muziekboxen. Dat betekend dat ik alleen achterblijf met een nogal dronken Lilly.
"De lucht is zo mooi." zegt ze dromerig en wijzend naar het plafond. Ik schiet in de lach en haal een hand door mijn haar. Wat moet ik hier mee?
'Ja, inderdaad.' zeg ik droog. Lilly kijkt me trots aan. "Ik kan piano spelen." zegt ze na een tijd. 'Echt?' vraag ik, wetend dat ze geen noot kan lezen. "Jep. Heel goed zelfs." zegt ze. "Ik kan wel een stukje voor je spelen als je wil." zegt ze schouderophalend. Lilly wijst naar een piano aan de andere kant van de kamer.
"Kom!" zegt ze enthousiast en ze maakt al een poging om er naar toe te lopen. 'Nee!' roep ik. Ik trek Lilly aan haar arm terug. 'Ik denk niet dat dat zo'n goed idee is.'
Teleurgesteld kijkt Lilly mij aan. "Waarom niet? Geloof me nou maar, ik kan het echt hoor." Ik zicht diep en hou Lilly's pols nog steeds stevig vast. 'Blijf nou maar gewoon hier, daar ga je me later dankbaar voor zijn.'
Snel kijk ik even om me heen. Waar blijft Lynn. Zo lang kan het toch niet duren om wat te drinken te halen?
"Zoek je mij?" hoor ik ineens iemand zeggen. Ik schrik ervan, en snel draai ik me weer om.
'What the fuck, Jace? Moet je me altijd zo laten schrikken?' vraag ik.
"Ook leuk om jou te zien." zegt hij. Lachend kijkt hij me aan en hij geeft me een knipoog. Ik rol met mijn ogen. 'Bah.'
"Je bent gewoon gekomen." zegt hij. Ik knik.
'Jep, in tegenstelling tot andere mensen hou ik me aan mijn beloftes.' zeg ik. Nog steeds zoek ik om me heen naar Lynn. Waarom schiet ze nou niet op?
"Is dat zo?" vraagt Jace. "Noem eens een voorbeeld." droog kijkt hij me aan. Ik heb op dit moment echt geen zin in dit gesprek. Ik sta hier te wachten op mijn drinken, alleen met een dronken persoon en dan wordt ik ook nog eens lastig gevallen door deze gozer. Ik wist dat ik thuis had moeten blijven.
'Zoals,-' zucht ik. 'Dat jij en ik, nooit vrienden gaan worden.' Irritant kijk ik hem aan. Jace grinnikt enkel en kijkt maar de grond. "Zeg nooit, nooit."
'Jawel, dat doe ik wel.'
Als ik nog eens zo'n 10 minuten verder ben besef ik me dat Lynn me heeft gedumpt. Ik heb ineens een stuk minder zin in dit feestje, en ik had er al niet eens zin in. Kun je je dat beseffen?
Zuchtend kijk ik Lilly aan, die er ineens echt niet goed uit ziet.'Oh mijn god, Lilly. Gaat het wel?' vraag ik bezorgd. Ik leg een hand op haar schouder en kijk haar doordringend aan. "Ja..ja. Het gaat wel." zegt ze, maar ik hoor aan haar stem dat ze elk moment in elkaar kan zakken.
'Ik breng je naar huis.' zeg ik stellig. Jace staat nog steeds naast me en kijkt ook bezorgd naar Lilly. "Euhh.. ik ga wel mee." zegt hij zelfverzekerd. Ik kijk hem vreemd aan. 'Dat hoeft niet, hoor. Ik kan het best alleen.' zeg ik eigenwijs. Ik leg een arm om Lilly's middel en sla haar arm over mijn schouders. 'Jongens denken altijd dat we niks kunnen.' zucht ik. Ik praat tegen Lilly, ook al weet ik dat ze niet eens luistert.
"Hoe wil je haar ooit meenemen?" vraagt Jace. 'Gewoon. Achterop mijn fiets.' zeg ik. Ondertussen loop ik al met Lilly naar de deur. "Dat gaat je nooit lukken." Mijn mond valt open. 'Euh, hallo? Een beetje vertrouwen zou best welkom zijn, hoor.' zeg ik.
"Ik laat je niet alleen door het donker fietsen." zegt Jace stellig. Ik voel snel even een rilling door mijn lichaam gaan, maar ik weet niet of dat komt door zijn opmerking of de koude lucht die over mijn lichaam waait. Ik laat Lilly voorzichtig op het stenen muurtje buiten zakken en steek mijn fietsensleutel in mijn fiets. Ik ben nog niet eens een halfuur hier, of ik ga alweer naar huis. Waar ik eigelijk geen eens moeite mee heb, dit is gewoon een excuus om hier niet langer te hoeven blijven.
Jace staat nog steeds hulpeloos naast me. "Laat me je nou gewoon helpen." zegt hij. Moeilijk kijkt hij toe, terwijl ik Lilly achterop mijn fiets probeer te zetten. Hij heeft gelijk.
Jace komt mijn richting uitgelopen en aan de andere kant springt ineens een ligt aan. Geschrokken draai ik me om, om een auto te zien. Jace glimlacht kort naar me. "Doe nou niet zo eigenwijs en geef me voor één keer gewoon gelijk." zegt hij. 'Prima.' zeg ik.
Ik leg mijn hand op Jace zijn schouder. 'Dankje Jace. Je bent zo geweldig. Ik hou echt van je. Wat moest ik toch zonder mijn prins op het witte paard?' zeg ik sarcastisch. Kort knijp ik even in zijn wangen. Jace begint te lachen en maakt even oogcontact. "Een bedankje was ook genoeg geweest, maar dit is nog beter." lacht hij.
Even moet ik ook lachen, maar snel sla ik een hand voor mijn mond. Niet lachen, Eef. Hij is niet grappig.
Jace tikt mijn fiets achterin de kofferbak en helpt zelfs Lilly de auto in. Voorzichtig laat hij de autodeur dichtvallen, voordat hij naast mij, voorin komt zitten en de auto start. Met zijn twinkelde ogen kijkt hij me aan.
"Nog wat leuks te vertellen?"
JE LEEST
The One Who Loved.
Ficção Adolescente"Dus.. Evy." zegt Jace. Ik zucht diep. Jammer. Hij is er nog. "Dus, Jace." zeg ik hard en bot. "Jep, mooie naam he!" zegt hij. "Net zoals die van jou, Eef." Meteen stop ik met lopen en draai ik me naar hem om. 'Ten eerste, je naam is poeplelijk, e...