Als ik in mijn frisse en fruitige zomerjurkje de badkamer uitkom, herinner ik mezelf eraan dat ik Jace zijn hoodie nog moet teruggeven.
Hoe langer ik hem hier houd, hoe meer kans er is dat mijn moeder de trui ergens ziet liggen en hem vervolgens eerst wil uitwassen voordat ik die teruggeef. Anders is dat zogenaamd 'niet netjes'. Het probleem is alleen dat het dan nog langer duurt voordat iemand zijn eigendom weer terug krijgt.
Zo netjes mogelijk probeer ik de hoodie op te vouwen, en vervolgens leg ik die in mijn tas. Daarna pak ik mijn telefoon van mijn nachtkastje en open ik Whatsapp, om Jace een appje te sturen.
Ik begin wat te typen en stuur uiteindelijk:
-Hey, ik heb je hoodie nog. Kun je effe je adres sturen, dan kom ik hem brengen.Ik klik op de verstuurknop en wil mijn telefoon al wegleggen, maar blijkbaar is Jace ze snel als water, want hij heeft al gereageerd.
-Nee, hoeft niet. Ik kom die wel ophalen.
Vreemd kijk ik naar het lichtgevende schermpje. Wat is dit nou voor iets raars, ik kan hem toch gewoon terugbrengen. Ik begin weer te typen.
-Doe niet zo raar! Ik kom wel gewoon jou kant op, stuur je adres effe!
Na nog enkele appjes waarin Jace extreem duidelijk laat merken dat ik alles behalve zijn kant op moet komen, besluit ik te sturen dat ik niet thuis ben , en hij dus ook niet bij mij langs kan komen.
Vervolgens zet ik mijn detectivemodus aan en begin ik met het stalkwerk.
Als eerst probeer ik Snapchat. Ik open de kaart en ga op zoek naar het poppetje dat Jace heeft gecreëerd, maar nergens is het te vinden. Stap is is dus al een faal.
Ik geef de moed niet op en begin zijn Instagram account te stalken. Ik zoek naar de plaatsen die hij heeft toegevoegd bij zijn posts, maar het was al te verwachten dat er geen specifiek adres bij weergegeven is.
Als laatst heb ik nog een laatste hoop. Het is een slimme truc, die ik ooit van Lynn heb overgenomen, toen ze ooit wanhopig verliefd was op een jongen en perse zijn adres wilde hebben.
Niet dat deze situatie daar mee te vergelijken is.
Het is de Snapchat-kaart hack. Ik open de gele app opnieuw en voer enkele wijzigingen in op mijn profiel. Wat knopjes zet ik op aan, terwijl anderen op uit worden gezet. Ik wacht even af en voer de laatste veranderingen in.
Dan kijk ik naar mijn eindresultaat. Iedereen die in mijn vriendenlijst staat heeft nu een exacte locatie. Ik kan precies zien waar ze zijn en hoe lang geleden.
Ik weet het, ja het klopt. Ik ben een stalker, maar ik moet ook wat te doen hebben soms.
Ik zoek weer naar Jace zijn poppetje en zie dat hij wel in het dorp is. Steeds verder zoom ik in, totdat het niet meer verder kan. Hij bevindt zich op de Juliapleinstraat, die net buiten de bebouwde kom ligt.
Ik weet dat er niet veel huizen liggen en vraag me meteen af hoe hij daar terecht is gekomen. Na een paar minuten puzzelen kom ik er eindelijk achter. Hij is in een hotel.
Wat?
Waarom?
Hoezo is hij in een hotel? Wat moet hij daar?
Ik ververs de pagina eerst een keer, omdat ik er vanuit ga dat snapchat gewoon een fout heeft gemaakt, maar weer dezelfde locatie komt tevoorschijn.
Vreemde scenario's beginnen zich te vormen in mijn hoofd. Zou hij met een meisje zijn?
Niet dat dat mij wat aangaat of boeit.
Totaal niet.
Ik vraag het me gewoon af, meer niet.
Ik besluit vervolgens maar gewoon te kijken waar ik beland, en dus stap ik enkele minuten later op mijn fiets en volg ik de route naar Jace zijn locatie.
Ik kom langs de supermarkt, mijn school, de kerk en zelfs het huis van mijn opa en oma, voordat ik me realiseer dat ik helemaal naar de andere kant van het dorp moet. Ik zucht een keer, maar trap stevig door, omdat teruggaan nu al geen optie meer is.
Als ik de laatste straat in sla zie ik het hotel van ver af al liggen en begin ik automatisch wat harder te fietsen.
Eenmaal bij de finish plaats ik mijn fiets in het fietsenrek en besluit ik naar de receptie om het kamernummer te vragen, want die gaf de Snapchatkaart niet aan.
Ik loop de ruimte binnen en lach eerst vriendelijk naar het meisje, achter de balie. "Hallo, kan ik iets voor je doen?" vraagt ze opgewekt.
'Ja! Ik ben op zoek naar Jace Harrison.' zeg ik. Ongemakkelijk leun ik op de balie.
"Ben je familie?" vraagt ze. Ik schud mijn hoofd van nee.
"Aangetrouwde?" vraagt ze nog eens.
Wanhopig kijkt ze naar me. Op het moment dat haar mond weer open gaat, duw ik de woorden eruit, zonder er goed over na te denken.
'Ik ben zijn vriendin.' zeg ik snel.
Het meisje kijkt me ineens diep aan, met zo'n "oh-la-la" blik, en enkele keren haalt ze haar wenkbrauwen op. Mijn gezicht wordt rood, ik voel het.
'Ik heb hem nodig, maar kon hem niet bereiken.' lach ik wat ongemakkelijk.
Het meisje begint wat op haar computer te typen, terwijl ik geduldig afwacht. Na enkele seconde kijkt ze weer naar mij.
"Hij heeft een kamer gehuurd. Als ik het goed heb kamer 21."
Tot slot steek ik vreemd mijn duim naar haar op. 'Oké, heel erg bedankt!' zeg ik voordat ik op zoek ga.
Ik loop de gangen in en kijk nieuwsgierig naar elk bordje dat naast de deuren hangt. De lampjes aan de zijkanten van de gang geven licht af, alleen zijn er enkele kapot en is daardoor het licht niet fel genoeg om er een boek mee te kunnen lezen. Niet dat ik dat van plan was.
Als ik na een poosje nummer 18 zie, vertraag ik mijn pas. Een paar deuren verderop sta ik uiteindelijk stil, voor het nummer 21. Nu maar hopen dat het meisje de waarheid sprak.
Ik druk de bel in.
Vanuit de andere kant van de deur hoor ik een rinkelend geluid galmen.
Wat nerveus wiebel ik op en neer, van voet naar voet, en frunnik ik aan mijn zelfgemaakt armbandje.Na een poosje wordt de deur opengedaan, en kijk ik recht in het gezicht van Jace. Eerst kijkt hij opgewekt, maar zodra hij mij ziet, veranderd zijn gezichtsuitdrukking naar gespannen.
"Eef? Wat doe jij hier?"
JE LEEST
The One Who Loved.
Teen Fiction"Dus.. Evy." zegt Jace. Ik zucht diep. Jammer. Hij is er nog. "Dus, Jace." zeg ik hard en bot. "Jep, mooie naam he!" zegt hij. "Net zoals die van jou, Eef." Meteen stop ik met lopen en draai ik me naar hem om. 'Ten eerste, je naam is poeplelijk, e...