"Guting tog!" schreeuwt ineens iemand naar me. Van schrik sla ik hard mijn locker dicht, waardoor alleen nog maar meer mensen beginnen te staren. Wat ongemakkelijk kijk ik ze aan en wuif ik mijn handen, als teken dat ze gewoon door moeten gaan met waar ze mee bezig waren.
'Jezus, Lilly. Kon je nog harder roepen?' grinnik ik. Lilly rolt flauwtjes met haar ogen en slaat daarna hard op het boek wat ze in haar handen heeft.
"Straks heb ik een mondelinge overhoring bij Duits en ik kan je zeggen, dat gaat helemaal goed komen. Ik heb echt die Duitse roots, ik voel het gewoon!" zegt ze blij.
Supportend knik ik een keer. 'Tuurlijk, zolang je in jezelf gelooft.' zeg ik spiritueel en ik maak een juich beweging met mijn handen. Daarna laat ik mijn hand op haar schouder vallen en kijk ik haar serieus aan. 'Het is trouwens wel "Guten Tag" en niet "Guting Tog".' verpest ik de sfeer meteen en om toch te laten zien dat ik trots op haar ben dat ze haar best doet klop ik een keer op haar schouder.
Snel wissel ik de laatste paar boeken en daarna loop ik samen met Lilly naar de oh-zo-bekende tafel in de aula. Kacey zit al op ons te wachten, wat haar duidelijk iets te lang duurde, want ze is al begonnen aan haar boterhammen.
"Oh! Daar zijn jullie!" roept ze opgelucht als ze ons ziet. Ineens begint ze enthousiast in haar handen te klappen en Lilly en ik kijken haar beide verward aan.
'Wat is er met jou aan de hand?' probeer ik normaal te vragen.
"Hebben jullie het nog niet gezien ofzo?" Enorm teleurgesteld kijkt Kacey naar ons en als ik mijn hoofd van nee schud haalt ze hortig haar telefoon uit haar paarse rugzak. Vervolgens krijg ik een fel beeldscherm in mijn gezicht geduwd.
'Zo kan ik het toch niet zien!' roep ik geïrriteerd en snel trekt Kacey haar arm wat verder naar achteren.
De letters op het beeldscherm lijken wel op lettertype 70 te staan, alsnog geeft Kacey nooit toe dat ze een bril nodig heeft.
Met grote witte letter staat er: Vrijdag -25 graden. Op de balken eronder, bij zaterdag en zondag staan net zulke hoge temperaturen aangegeven. Van binnenuit word ik meteen warm, eindelijk een goed weer!
"25 graden?" roept Lilly door de hele aula. "Het is pas april, normaal vriest het dan nog."
Kacey knikt als maar blijer en springt van blijdschap bijna van haar stoel af. "Het leukste moet nog komen." zegt ze. Benieuwd kijk ik haar aan. "School heeft ons vrijdag vrij gegeven, zodat we kunnen genieten van het weer!" met Jazzhands kondigt ze het nieuws aan, waardoor ik moet lachen.
"Ik weet niet hoor, maar volgensmij vind ik de opwarming van de aarde niet zo erg." zegt Lilly pesterig naast me, wetend dat ik er anders over denk. Evengoed vind ik het geweldig dat we eens zon krijgen.
Snel proppen we onze boterhammen naar binnen terwijl we plannen maken voor de hittegolf van dit weekend. In het bos is een groot meer, waar bijna niemand vanaf weet. Een perfecte plek om te zwemen en barbecueën.
Als de bel gaat staan we snel op en lopen we alle drie een andere richting uit, omdat we anderen lessen hebben.
Nadat ik mijn boeken heb gewisseld loop ik de grote trappen op naar de derde verdieping.
Een paar trappen voor me zie ik Lynn lopen, alleen. Het lijkt me het perfecte moment om een gesprek te starten, nu Maddy er niet bij is.
'Lynn!' roep ik, zodat ze zich omdraait en op mij wacht. Dat doet ze ook, wat me nogal verbaasd.
'Heb je het al gezien? Spanje komt dit weekend gewoon hierheen!' zeg ik opgewekt. Ik heb geen idee waar ineens al die energie vanaf komt, maar ben allang blij dat ik normaal tegen Lynn kan praten.
"Ja!" zegt ze blij. "Hebben wij ook eens mazzel he!" lacht ze.
Ik lach ook even, maar snel genoeg daarna valt al een ongemakkelijke stilte.
'Weet je al wat je gaat doen vrijdag?' vraag ik maar om het gesprek voort te zetten.
"Maddy en ik gaan misschien naar het meer, met wat anderen jongens en meiden." zegt ze. Ik zie aan haar gezicht dat ze spijt heeft dat ze dat heeft gezegd. "Wat gaan jullie doen?" vraagt ze snel.
'Oh, nou.. wij wouden eigenlijk ook naar het meer gaan.' zeg ik wat ongemakkelijk. Ik krijg ineens hoop dat we weer vrienden kunnen worden en het hele drama gedoe met Maddy opgelost kan worden. 'Misschien kunnen we allemaal samen gaan?' zeg ik dus enthousiast. Meteen begin ik leuke scenario's in mijn hoofd te bedenken.
"Ik weet het niet. Maddy is nog steeds wat gekwetst enzo." zegt ze. Mijn energieboost verdwijnt acuut en ik kan wel door de grond heen zakken. Wat dacht ik wel niet? We leven niet in een sprookje.
'Oh.' zeg ik uit teleurstelling.
"Misschien als we elkaar daar zien dat, je weet wel, Maddy het niet zo erg vind om iets samen te doen.'
'Ja, misschien.' zeg ik wanhopig. Maddy kijkt me niet eens aan als we elkaar tegen komen in de gangen.
"Hey, luister Evy." zegt Lynn heel plots en ze pakt mijn handen vast. "Ik wil niet dat we ruzie hebben. Ik heb me echt als een idioot gedragen en dat had ik niet moeten doen. Het is alleen.. Maddy heeft niemand anders." Ik ben wat verbaasd door haar opmerking.
"Ookal zeg je dat je niks voor Jace voelt, ik zie ook hoe jullie naar elkaar kijken, elkaar plagen en doen alsof jullie de ander niet aardig vinden. Maar ik ken jou als sinds de peuterspeelzaal, Evy, ik ken jou." Lynn lacht even naar me.
"Maddy komt wel weer bij, het heeft gewoon even tijd nodig. Ze vond hem echt leuk, begrijp je?' zegt ze nog.
Ik knik even kort, maar krijg geen woorden uit mijn mond. Ik wil mezelf graag verdedigen, maar de juiste zin vind ik niet. En misschien is dat ook maar beter.
"Hey!' klinkt een zware stem achter mij. Ik draai me om.
'Hey!' begroet ik Quinn.
Hij komt bij ons staan en vraagt ons ook of we het nieuwtje al hadden gehoord.
'Het gaat als een lopend vuurtje rond, volgensmij.' lach ik. Quinn zijn tanden worden blootgesteld aan het licht en hij grinnikt ook even.
"Ga je ook naar het meer?" vraagt hij specifiek aan mij. Blijkbaar weten er toch meer mensen vanaf dan dat ik dacht.
'Ja, met Kacey en Lilly.' antwoord ik zijn vraag.
We maken kort even oogcontact en glimlachen beide.
"Leuk!" zegt hij. "Dan zien we jullie daar wel." hij knipoogt een keer naar me en rent dan snel naar zijn vrienden die een paar meters verderop staan te wachten.
JE LEEST
The One Who Loved.
Teen Fiction"Dus.. Evy." zegt Jace. Ik zucht diep. Jammer. Hij is er nog. "Dus, Jace." zeg ik hard en bot. "Jep, mooie naam he!" zegt hij. "Net zoals die van jou, Eef." Meteen stop ik met lopen en draai ik me naar hem om. 'Ten eerste, je naam is poeplelijk, e...