Gym.
Je zou het "een vak waardoor je fit blijft" kunnen noemen, maar ik noe het liever "de docenten willen je doodmaken met hun vreselijke vervelende en onmogelijke opdrachten."
Vandaag gaan we trefbal doen, had meneer Lieshout ons de vorige les al verteld. Laat dat nou net hetgeen zijn waar ik niet goed in ben. Ik heb geen enkel gevoel voor richting en het komt dan ook nogal vaak voor dat mijn gegooide bal tegen een muur aan beland, of erger, niet verder komt dan 2 meter.
"Kunnen jullie allemaal in een rij gaan staan?" vraagt meneer van Lieshout opgewekt. Hij klapt een aantal keer in in zijn handen en verschillende leerlingen schrikken uit hun gedachtes. Kort grinnik even.
Iedereen gaan netjes in een rij staan. Links van mij staat Kacey, en rechts van mij staat Lynn. Wat ongemakkelijk staar ik voor me uit. Ik heb nog geen woord tegen haar gezegd, sinds her hele toilet verhaal. Om eerlijk te zijn weet ik ook niet goed wat ik moet zeggen. Wat zou het uit moeten maken dat ze Jace leuk vindt, hij is niet mijn vriendje? Toch voelt het alsof Lynn me heeft verraden, ook al is die logische verklaring niet aanwezig.
Ik voel dat Lynn me aankijkt, haar ogen branden op mijn huid. Ik weet gewoon, dat ze wacht tot ik terug kijk, maar ik vermijd haar blik. Lynn weet helemaal niet dat ik weet dat ze Jace leuk vindt en ik weet niet of ik haar nu kan aankijken zonder ook maar een hint te geven dat ik er vanaf weet. Ze is tenslotte wel mijn beste vriendin, en kijkt zo dwars door me heen.
"We gaan 2 teams maken voor trefbal." begint meneer Lieshout. Hij wijst naar 2 jongens die wat verder op in de rij staan. "Joshua en Mathew, komen jullie eens hier staan." zegt hij en hij laat zijn arm naast zich neer zakken. De twee jongens volgen zijn instructies en gaan voor de klas staan. Waarom altijd jongens?
Om de beurt mogen ze iemand uitkiezen die in hun team komt. Natuurlijk worden eerst alle jongens uitgekozen voordat de meisjes in teams worden ingedeeld. Ik zie mijn vriendinnen een voor een uitgekozen worden, terwijl ik achter blijf op de gele lijn. Pas als een van de laatse wordt ik gekozen, niet dat dat uitmaakt, ik ben er inmiddels al aan gewend.
Voorzichtig ga ik naast Lilly staan, die in hetzelfde team is ingedeeld als mij. Ze glimlacht kort wat ongemakkelijk naar mij, aan haar gezichtsuitdrukking zie ik dat ze spijt heeft van wat ze mij laatst verteld hebben. Om haar gerust te stellen lach ik terug, ik moet me niet zo aanstellen.
"Nou, jullie weten hoe het werkt, toch?" Enkele leerlingen knikken enthousiast. "Dan beginnen maar, denk ik!" Meneer van Lieshout gooit 3 stuks ballen in de lucht en blaast hard op zijn fluitje, als teken dat het spel is begonnen.
Zoals gewoonlijk nemen de jongens het spel weer iéts te serieus op. Een voor een sprinten ze op de ballen af, om die vervolgens met een snelheid van een formule 1 auto naar het andere team te gooien. En zoals gewoonlijk wordt er ook weer na de eerste paar worpen..
"Niet slingerwerpen, mensen!" roept de leraar door mijn gedachtes heen.
Ja. Dat dus.
Ik zucht een paar keer en kijk naar mijn medeleerlingen die zo erg hun best doen, terwijl ik hier lekker sta te niksen. Lilly staat er net zo onbeholpen bij als mij. Met haar armen over elkaar geslagen leunt ze tegen de gymkast aan, terwijl ze met haar ogen ongeïnteresseerd de trefballen volgt.
En precies op dat moment beslis ik dat ik dat ook had moeten doen.
Bam.
De trefbal komt meet een bonk tegen mijn schouder aan, waardoor ik met een vreemde beweging een stuk naar achteren val. Gelukkig slaat Lilly precies op het goede moment een arm om mij heen, dus raak ik nog net niet de grond. Met een harde snelheid trekt ze me weer overeind en wat nonchalant kijk ik met opengesperde ogen om me heen.
Opgelucht haal ik adem, niemand heeft het gezien. Pfhiew..
Maar Jace kijkt me met een grijns aan, aan de andere kant van de gele lijn op de gymzaal vloer. Zijn witte tanden worden blootgesteld aan het licht, en meteen voel ik een haatgevoel in me koken. Ik knijp mijn ogen tot spleetjes en sla mijn armen over elkaar. Tot slot knipoogt hij ook nog eens, wat het helemaal duidelijk maakt. Ik wil wraak.
Haastig pak ik de bal van Lilly over. De bal die net nog tegen mijn hoofd aan bonkte en vervolgens hopeloos op de grond viel. Met spanning hou ik hem strak in mijn hand, gericht op Jace zijn hoofd. Ik weet nu al dat dit een mislukte missie gaat worden, maar het is het proberen waard.
Ik gooi de bal, met zo veel kracht als ik kan naar het andere team toe, maar zoals verwacht, komt hij gewoon op de grond terecht, met geen een druppel bloed eraan van Jace.
Jammer.
Niet veel later voel ik weer een bal tegen mijn been belanden. Flauw kijk ik Jace weer aan. Hij haalt nonchalant zijn schouders op met een don't-blame-me gezicht. Mijn haat wordt alleen maar meer.
Verschillende pogingen gaan nog voorbij, maar elke trefbal beland over behalve tegen Jace. Zijn grinnik wordt dan ook als maar groter, tot ik hem niet meer kan uitstaan.
Met nog meer kracht als de andere keren gooi ik de bal van me weg. En ik voel het. Ik voel het al op het moment dat de bal in de lucht zweeft. Dit is hem. Deze gaat pijn doen.
En jawel hoor.
Met een harde klap komt de bal tegen Jace zijn gezicht aan. En met "zijn gezicht" bedoel ik, "recht op zijn neus". Mijn ogen sperren zich wijd open, benieuwd hoe hij hier op gaat reageren. Mijn reactie wordt duidelijk gedeeld, want meer mensen kijken verbaasd naar Jace.
Ik moet eerlijk toegeven dat dit ook niet helemaal mijn bedoeling was.
Jace laat zich op de grond zakken en houd pijnlijk zijn hand tegen zijn neus. Er wordt weer hard op een fluitje geblazen, en meteen duw ik geschrokken mijn ore dicht. Moeten ze er altijd zo hard op blazen? Met de helft van dat volume had ik het ook al gehoord.
Meneer van Lieshout rent bezorgd naar Jace toe. Voorzichtig houdt hij Jace zijn hand aan de kant, om naar zijn neus te kijken. "Oehhh." zegt hij geschrokken. "Dat ziet er niet goed uit." Dringend schud hij zijn hoofd. "Echt niet goed." Hij gaat op zijn knieën zitten.
"Vriend, ik stel voor dat je het eerst even gaat koelen." wordt verteld. Ik voel inmiddels wat schuldgevoel opborrelen. Het was niet mijn bedoeling om hem serieus te bezeren.
"Loopt er even iemand mee? Voor het geval dat hij,-" de leraar houdt zijn hoofd snel even schuin en fluit een keer, "je weet wel, knock-out gaan ofzo." ongemakkelijk schud hij zijn hoofd.
'Ik kan wel meelopen.' Lynn houdt voorzichtig haar hand omhoog. Onzeker kijkt ze om zich heem, terwijl verschillende blikken op haar gericht zijn.
Haar opmerking wordt compleet genegeerd, meneer van Lieshout kijk nog steeds bezorgd naar Jace. Hij zucht een paar keer.
"Wie gooide die bal eigelijk?" vraagt hij onder de indruk. Natuurlijk richten alle blikken zich nu op mij, ik voel mijn wangen rood worden van schaamte. "Oh." zegt de leraar, iets teleurgesteld, terwijl hij naar mij kijkt.
"Goed gericht, meid." zegt hij. Wat zelfverzekerd knikt hij, vast trots dat hij zijn mega, goede, leerling in zijn klas...
Sorry.
Soms kan ik het even niet laten.
Jace zit nog steeds onbeholpen op de grond en trekt een pijnlijk gezicht. Wat bezorgd kijk ik hem aan. Hij heeft echt pijn, anders zou hij zich we wat meer vermannen. Ik schrik uit mijn gedachte als mijn naam wordt geroepen.
"Mevrouw Greens, wil jij zo vriendelijk zijn om even mee te wandelen?"
JE LEEST
The One Who Loved.
Jugendliteratur"Dus.. Evy." zegt Jace. Ik zucht diep. Jammer. Hij is er nog. "Dus, Jace." zeg ik hard en bot. "Jep, mooie naam he!" zegt hij. "Net zoals die van jou, Eef." Meteen stop ik met lopen en draai ik me naar hem om. 'Ten eerste, je naam is poeplelijk, e...