"Geen wonder dat Jace naar huis is."

106 6 2
                                    

"Eef!" Lilly komt haastig naar me toegerend als ik de aula in loop. Ernstig kijk ik haar aan, ze laat het overkomen alsof er iets ergs aan de hand is. "Je moet me vertellen wat ik allemaal heb gedaan, bij dat feest."

Ik begin te lachen en haal mijn schouders op. 'Geen idee, toen ik binnen kwam was je al straalbezopen.'

Lilly kreunt en trekt een beschamend gezicht. "Ik hoop zo dat ik mezelf niet voor schut heb gezet." zegt ze met haar handen ineen. Samen lopen we naar de tafel waar Lynn, Maddy en Kacey al zitten te eten.

Ik schuif naast Kacey aan en begroet de rest. Lynn en Maddy zijn druk in gesprek, en het lijkt erg grappig te zijn aan hij gelach te zien.

"Heb je het al gehoord?" fluistert Kacey zacht.

Niet begrijpend schud ik mijn hoofd. 'Nee, wat dan?' Kacey schuift wat dichter naar me toe. Ik zie dat ze naar een bepaalde hoek van de aula staart. Ik volg haar ogen en zie het jongensgroepje van onze klas.

Ik zie ze allemaal; Joshua, Ryan, Quinn, Dylan en Liam, maar er ontbreekt er ook een. 'Waar is Jace?' vraag ik Kacey.

"Nou, daar gaat het nou juist om." zegt ze. "De laatste paar lessen was hij er niet. Volgensmij is hij aan het spijbelen. Mijn mond valt open. 'Dat meen je niet?' vraag ik verbaasd.

Je vind het vast vreemd dat we er zo moeilijk om doen, maar hier, in Dusty Willows is spijbelen iets wat echt amper voor komt. Dit is zo'n klein onschuldig dorpje waar bijna nooit iets uit de maat loopt, waar bijna nooit iets fout gaat. Iets zoals spijbelen wordt dus al gezien als iets groots.

'Wat is hij ook een ezel.' zeg ik hoofdschuddend. Ik laat me achterover tegen mijn stoel vallen en probeer een logische reden te bedenken voor dit gedrag. Eigelijk snap ik zelf niet goed waarom ik er zo van sta te kijken. Ik heb al de hele tijd het gevoel dat er iets niet deugt aan die jongen.

"Ik vraag me af waar hij heen is." zegt Lilly onschuldig. 'Naar huis, natuurlijk.' zeg ik fel.

Ik haal mijn boterhammen trommel uit mijn tas en duw snel mijn boterhammen naar binnen. Ik heb geen idee waarom ik zo snel eet.

Nog steeds kijk ik naar de tafel van de jongens. Op een gegeven moment draait Quinn zich om. Hij kijkt me even aan, en zwaait dan. Met een kleine glimlach zwaai ik kort even terug, voordat hij zich weer omdraait, en verder gaat met het gesprek waar hij mee bezig was.

"Euhhh, wat heeft dit te betekenen?" met open mond kijk Lynn me aan. Natuurlijk heeft ze het weer gezien. 'Helemaal niets!' zeg ik nijdig. "Echt wel!" gaat ze eigenwijs door. "Je zat net onder wiskunde ook al naast hem. Geen wonder dat Jace naar huis is, hij voelt zich buitengesloten." Lynn en Maddy lachen beiden.

'Ik moest naast hem zitten, omdat jij me in de steek liet." zegt ik brutaal. Lynn kijkt me aan, maar zegt niets. 'En ik heb niks met Jace. Ik mag hem niet eens, dus hou er gewoon over op.' met een geïrriteerde blik kijk ik haar aan. Een tijd blijft het stil aan onze tafel.

Ik kan er gewoon niet tegen als iemand je uitlacht om een een gebeurtenis wat is gebeurt door de acties van die persoon. Het klinkt vast heel onduidelijk, maar denk daar maar eens goed over na.

Ik haal mijn telefoon uit mijn tas en kijk wat op sociale media. Echt zin om me in gesprekken te mengen heb ik niet meer, dus ik houdt me stil.

Als de pauze eindelijk voorbij is, door teken van de bel, prop ik mijn trommel in mijn tas en loop ik zonder pardon weg. Ik weet dat er nu weer over me geroddeld gaat worden, over het feit dat ik niks kan hebben en snel boos wordt, maar daar moet ik dan maar mee leven.

"Hey, zusje." Er wordt een arm om me heen geslagen en aan de bepaalde parfumlucht die de persoon met zich meebrengt ruik ik al dat het Timo is. "Gaat het?" vraagt hij meteen als hij mijn gezicht ziet.

Dat haat ik dus ook zo erg. Ik ben zo'n open boek. Als ik me slecht voel zie je dat aan mijn gezichtsuitdrukking, als ik me boos voel zie je dat aan mijn gezichtsuitdrukking. Ik kan mijn emoties gewoon niet verbergen ofzo.

'Het gaat wel.' Ik zucht diep en kijk Timo aan. "Wat is er?" vraagt hij bezorgd en hij legt een arm op mijn schouder. 'Het is niet belangrijk.' Ik wuif het weg, ik wil hem er niet mee lastig vallen. En daarbij, zo erg is het allemaal niet eens.

'Ik heb gewoon wat hoofdpijn.' zeg ik maar. Timo knikt begrijpend. "Wil je naar huis? Ik kan mam wel bellen." zegt hij lief. 'Nee, nee.' ik schud mijn hoofd heftig. 'Dat is niet nodig. Ik pak wel gewoon een paracetamol.' Ik zet kort even een glimlach op.

"Doe maar rustig aan." zegt Timo. Ik knik. Wat is hij ook waar aardig voor me. Hij wordt niet veel later op zijn schouder geslagen door een andere jongen. "Kom je, Timo." roept hij. Timo knikt. Hij draait zich weer naar mij om.
"Ik zie je thuis wel weer!" zegt hij. Hij loopt achter de jongen aan, maar roept dan toch nog wat. "Als het niet gaat moet je gewoon naar huis gaan, ik regel het wel!" Ik grinnik. 'Jaahaa.'

The One Who Loved.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu