Als hij merkt dat ik naar hem kijk, kijkt hij op. Eerst scant hij mijn hele lijf, wat me nogal ongemakkelijk laat voelen. Als hij eerst niks zegt haal ik mijn wenkbrauwen op.
Omdat ik de vriendelijkheid zelf ben, en het hele uur met deze gozer zit opgescheept, speel ik wel even de volwassene en stel ik me als eerst voor.'Hey, euhh. Ik ben..' begin ik.
"Oh, sorry. Praat je tegen mij?" onderbreekt hij me onbeschoft.
Nee. Tegen mijn oma, jij domme slofslipper.
'Ja, tegen wie anders.' zeg ik. Hij begint te lachen. "Ja, sorry hoor. Voordat je doorgaat. Het antwoord is waarschijnlijk toch nee." Weer zo'n onbeschoft antwoord. Is deze jongen opgevoed door wolven ofzo?
Zo snel mogelijk probeer ik een goede comeback te maken, om hem te vernederen. 'Oh, nou dat komt dan goed uit, want eigelijk had ik ook niet zo'n zin om aardig te zijn vandaag.' zeg ik zelfverzekerd.
De jongen kijkt me aan met een niet-onder-de-indruk gezicht aan en op dat moment realiseer ik me pas dat die zin in mijn hoofd stukken beter klonk. Well, this is awkward.
Ik ga recht op mijn stoel zitten en open alvast mijn boek op de juiste bladzijde. Als ik alleen al naar de cijfers en letters kijk, moet ik bijna kotsen. Gelukkig kan ik me nog net inhouden, denkend aan leukere dingen zoals een baby koala beertje.
"Mag ik misschien meekijken? Ik heb mijn boeken nog niet." zegt de jongen naast me ineens weer.
'Ik weet niet. Het antwoord is toch waarschijnlijk nee.'
Ja! Lekker Evy! Die zit, BAM!
Met een trots glimlach kijk ik wat de leraar op het bord schrijft. Ik voel dat de jongen me aan blijft staren, maar daar besteed ik geen aandacht aan.
"Wat een onzin." zegt hij zacht. Ineens strekt hij zijn arm uit over mijn tafel en pakt hij mijn boek op. Die legt hij op zijn eigen tafel om er vervolgens in te kijken.
'Pardon? Waar denk je dat je mee bezig bent?' zeg ik iets harder dan gepland. "Ík wil ook graag een boek, dus ík kijk in die van jou mee." zegt hij met een nepglimlach.
'Heel grappig, meneertje Nieuw, maar het is mijn boek dus geef het terug.' Ik sta op om over zijn tafel heen mijn boek weer terug te pakken. Tegelijkertijd pakt hij het boek ook vast. Ik trek er aan, in de hoop dat hij los laat, maar zijn grip is wat steviger dan ik verwacht had.
'Laat gewoon los, meloen.' probeer ik zo zacht maar fel mogelijk te zeggen. "Nee, doe zelf!" zegt hij terug. Met al mijn kracht trek ik aan het boek maar ik weet nu al dat ik deze strijd niet ga winnen.
"Wat is het, kleintje? Moet ik wat minder hard mijn best doen, zodat je nog enige kans hebt?" zegt de jongen spottend en lachend. 'Doe niet zo kinderachtig en ga zelf een boek kopen, zwerver!'
Oeps, iets te hard. Met dat gezegd te hebben schiet het boek uit mijn handen. "Ha, lekker voor je." zegt de jongen. Pas dan merken we beide dat de hele klas ons aan staart. Met een teleurgestelde blik kijkt de leraar ons aan, schuddend met zijn hoofd.
Om het wat minder erg te laten lijken ga ik snel weer op mijn stoel zitten. Suf kijkt de jongen naast me mij aan.
"Erg jammer dit." zegt de leraar. Aangezien ik me deze dag toch al aan iedereen erger besluit ik ook deze man vanaf nu niet meer aardig te vinden. Niet dat ik dat deed, ik bedoel hij geeft wiskunde.
"Wat moet ik hier nu mee?" vraagt de leraar.
En dat vraagt die ons. Ik zou zeggen theetje uitdelen aan de hele klas en die nieuwe jongen schorsen, maar dat is mijn mening.
"Zij wilde haar boek niet delen." zegt de jongen. 'Wat? Jij gaat hem gewoon afpakken.' zeg ik bot terug. "Ja, omdat jij eerst moeilijk gaat doen." 'Je vroeg het niet eens aar..'
"Ho, ho, ho, stop maar." zegt de leraar. Gaat die nu ineens de kerstman spelen?
"Het lijkt me verstandig als jullie je beide even gaan melden bij de conciërge. Misschien heeft die iets nuttigs klaarliggen voor jullie. Of anders morgen melden."De jongen en ik kijken elkaar aan. Dacht het niet. Ik heb niks fout gedaan, blijf ik stellig denken.
"Evy, Jace. Eruit! Allebei!" roept meneer Vluggen nu harder.
Met tegenzin staan we op. Snel duw ik mijn boeken in mijn tas en gooi ik even een blik naar Lynn. Met rollende ogen kijkt ze me aan. Fijn om te weten dat zij deze leraar net zo erg haat als ik doe.
Ik duw de deur open en loop de gang op gevolgd door de jongen, die dus blijkbaar Jace heet. Ik probeer sneller te lopen om hem kwijt te raken. Aangezien hij hier nieuw is weet hij niet waar de conciërge is, en ik pas ervoor om hem dat te gaan vertellen.
"Dus.. Evy." zegt Jace. Ik zucht diep. Jammer. Hij is er nog.
"Dus, Jace." zeg ik hard en bot.
"Jep, mooie naam he." zegt hij. "Net zoals die van jou, Eef." Meteen stop ik met lopen en draai ik me naar hem om.
'Ten eerste, je naam is poeplelijk, en ten tweede noemen alleen vrienden mij Eef, en ik kan je vertellen dat jij daar nooit bij gaat horen." Jace kijkt me met een flauwe grijns aan. "Dat zou ik niet zo zeker zeggen." zegt hij. Ik rol met mijn ogen. 'Ah bah, zo'n jongen ben je dus. Erg vol van jezelf, en denkend dat elk meisje zo voor je zou vallen. Nou veel plezier met dat plan, want ik doe niet mee.' Weer zucht ik diep. Deze dag wordt als meer irritanter. Het begon al met die stront regen.
"Zo zou ik mezelf niet persé beschrijven nee, maar als jij dat wilt." zacht lacht hij. Hij geniet er ook nog van.
'Nou.' begin ik weer. 'In ieder geval erg bedankt dat je er voor gezorgd hebt dat ik nu op de gang sta in plaats van in de klas zit!'"Ja, graag gedaan. Die les was toch al oersaai en ik geloof niet dat ik de enige was die daar zo over dacht." reageert hij weer terug.
Het blijft een tijd stil. Nadat ik hem nog wat kwade blikken heb gegooid, waar geen reactie op komt, draai ik me weer om om door te lopen.
"Weet je, Eef. Ik mag die attitude van jou wel." zegt Jace droog. Ik besluit er niet op te reageren en te doen alsof ik dat niet hoorde. Ik walg nu al van deze jongen, en ik ken hem nog niet eens één uur..
JE LEEST
The One Who Loved.
Novela Juvenil"Dus.. Evy." zegt Jace. Ik zucht diep. Jammer. Hij is er nog. "Dus, Jace." zeg ik hard en bot. "Jep, mooie naam he!" zegt hij. "Net zoals die van jou, Eef." Meteen stop ik met lopen en draai ik me naar hem om. 'Ten eerste, je naam is poeplelijk, e...