Hij Heeft Mij Ontvoerd Om Erna Van Mij Te Houden

Deel 26

Salam Aleykoum,

**in de vel van Kais**

Het was Mory.

Ik stond op, ging naar mijn kamer en nam op.

Ik: Hallo.

Mory: Ja, baas ik ben het Mory.

Ik: Ja wat wil je?!

Mory: Baas ik heb het geld.

Ik: Wat?!

Mory: Ik heb het geld. Ik breng het je morgen en jij geeft mijn zus terug.

Ik: Wie ben jij om te zeggen wat ik moet doen?!

Mory: Sorry baas, maar ik wil gewoon mijn zus terugzien.

Ik: Breng morgen het geld en ik  geef jou zus terug.

Ik heb direct opgehangen. Ik was echt boos aan een kant, omdat ik echt goed was met Myriam. Altijd wanneer het goed ging tussen ons kwam er altijd iets tussen om het weer te verpesten.

Ik ging terug naar de salon.

**in de vel van Myriam**

We waren in de salon met Kais, Younes, Nassim en Mamadou gewoon rustig aan het praten wanneer Kais een telefoontje kreeg.

Hij ging direct naar boven om op te nemen.

Ik: Wie is dat?!

Nassim: Ik weet het niet.

Ik: Stel u voor dat hij met een meisje praat? 

Mamadou: Geen films maken gekke.

Ik: Ik heb echt zin om naar boven te gaan en zijn conversatie te horen.

Nassim: Ben je gek ofzo. Niet naar boven gaan !

Younes: Wil je  weeral problemen?

Ik: Nee.

Op dat moment zelf kwam Kais terug naar beneden. Ik kon zien aan zijn gezicht dat hij niet blij was.

Ik: Met wie sprak je aan de telefoon?

Kais: Waarom wil je dat zo graag weten?

Ik: Heb je iets te verbergen ofzo?

Kais: Mij niet gek maken.

Ik: Maar vertel.

Kais: Het was je broer.

Ik: Nee, zeg wollah?

Kais: Ja.

Op dat moment wist ik niet of ik blij moest zijn of ik moest huilen. Blij omdat ik terug mijn moeder ga zien. De vrouw van mijn leven. Natuurlijk ben ik ook blij dat ik mijn broers, vrienden terug ga zien. Anaas mijn beste vriend mijn tweede man(Ja, Kais zit nu op de eerste plaats). Huilen omdat ik Kais niet meer zal zien. Ook al sloeg, brak hij mij. Ik hield van hem. Ik ga Nassim niet meer zien degene die er altijd voor me was sinds dag 1. Mamadou, Younes degene die mij altijd lieten lachen.

Mamadou: Je kunt terug naar huis gaan Myriam.

Nassim: Myriam, kom is even. Ik wil je spreken.

Ik en Nassim gingen naar de tuin.

Ik: Wat is er?

Nassim: Beloof me iets.

Ik: Wat moet ik beloven?

Nassim: Wanneer je terug naar huis gaat dat je nog steeds aan me zult denken en dat je nog iets van je zal laten weten.