Hij Heeft Mij Ontvoerd Om Erna Van Mij Te Houden

Deel 71

Salam Aleykoum,

Mory: Als ik wat weet?

Ik keek naar Aymen zo van help mij.

Ik: Euh..Euh..

Mory: Waarom happer je?! Antwoord ! 

Dybril: Wat is er gebeurd?

Mory: Ik weet het niet , ik stond voor de deur om naar binnen te komen en ik hoorde ineens "Als Mory en Dybril het weten dan ben ik dood". Ik wil weten wat ze verbergt.

Ze keken mij allemaal aan.

Dybril: Myriam, wat is er gebeurd?!

Ik: Euh...

Mory: Zeg niet dat jullie samen zijn, want anders gaat dat echt niet goed komen.

Ik en Aymen keken elkaar aan en begonnen te lachen.

Ik: Nee, wij zijn niet samen.

Mory: Beter ! 

Dybril: Wat is er dan?

Aymen: Het is gewoon dat ze ruzie heeft gemaakt met een meisje daarjuist ! 

Mory: Gewoon dat ofwa? Denk je dat ik je voor dat ga vermoorden ofwa?

Dybril: Meisjes van tegenwoordig maken voor niks ruzie.

Ik: Het is niet waar Dybril.

Dybril: Leg dan uit. Waarom hadden jullie ruzie?

Ik: Euh... Ik was beneden aan het wachten voor een kopje koffie en er kwam een meisje en ze begon iedereen voor te steken dus maakte ze mij boos en hebben wij ruzie gemaakt...

Mory: Wie is dat meisje?

Ik: Precies ik ken haar ofzo...

Dybril: En wacht wacht, gewoon omdat ze je heeft voor gestoken, maak je films?

Moussa: Ik zou ook zo gereageerd hebben.

Dybril: Jullie overdrijven.

Ik: Moussa, waar is mijn kopje koffie?

Moussa: Naast u, op het tafeltje.

Ik: Ah saaf, bedankt.

Ik was mijn koffie aan het opdrinken wanneer er verpleegsters naar binnen  kwamen. Ze namen mij mee omdat ik nog foto's moest nemen. Na het nemen van de foto's ben ik terug naar mijn kamer gegaan en heb ik geslapen. Niemand was er opdat moment. 

Ik: Kais, ben je terug gekomen?

Kais: Ja, maar ik ben niet voor u teruggekomen ! 

Ik: Waarom ben je hier dan? Waarom ben je terug in België?

Kais: Ik ben naar hier toe gekomen met mijn vrouw.

Ik: Wat?!

Kais: Ik wil je haar voorstellen.

Ik: Nee, Ik...

Hij draaide zich om en zei tegen haar "Kom naar binnen schat".

Ik richtte mijn hoofd naar de grond. Ik wou haar zelfs niet zien, want ik weet dat ik haar anders zou slaan. Ik zag een persoon naar ons toe komen. Ik keek naar haar schoenen. Kais sprak mij aan, maar ik keek nog steeds naar de grond.

Kais: Ik stel u mijn vrouw Mélanie voor.

Mélanie: Hallo, Myriam.

Ik keek naar haar buik en zag dat ze zwanger was. Ik stond daar met mijn mond open. Ze nam de hand van Kais en legde het op haar buik.