Hij Heeft Mij Ontvoerd Om Erna Van Mij Te Houden

Deel 51

Salam Aleykoum,

Ik draaide mijn gezicht om en zag Anaas. Ja, Anaas mijn man, mijn leven. Ik dacht dat ik droomde dus pitste ik mij. Hij had op Ayoub geschoten.

Ik: Anaas ben jij dat?

Anaas: Ja, ik ben dat habiba.

Ik ging lopend naar hem toe en gaf hem een dikke knuffel. Ik wou hem gewoon niet loslaten. Het was precies een droom. Ik geloofde dat echt niet. Anaas terug?

Anaas: Euh.. Myriam je doet mij pijn.

Ik: Anaas ! Ik vergeef je het ook al heb je tegen mij gelogen ! Ik hou van u meer dan van iedereen ! Ik ga u nooit laten gaan !

Anaas: Rustig Myriam.

Kais: Hmm.

Ik liet Anaas los en Aymen kwam naar me toe en gaf mij een knuffel.

Aymen: Alles goed lieverd?

Ik: Ja...

Kais: Niet tegen haar praten !

Aymen liet mij los en ging naar Kais. Hun voorhoofden waren tegen elkaar geplakt.

Aymen: Wat is er?! Je maakt mij niet bang ze !

Kais: Wat ga je doen?!

Nassim: Stop ! Wij hebben geen tijd om ruzie te maken, de jongens van Ayoub gaan zo meteen komen.

Kais: Ja, broer je hebt gelijk. Kom we gaan.

Ik nam de hand van Anaas vast en we verlieten het huis. We gingen richting de auto's.

Aymen: Kom Myriam je stapt met mij in !

Kais: Nee, met mij !

Aymen: Ik zeg dat ze met mij gaat ! Wat is u probleem?!

Kais: Waarom zou ze met u instappen?! Ben je dat vergeten ofzo? Ze is mijn vriendin !

Aymen(terwijl hij lachte): Ze is mijn vriendin niet, maar mijn vrouw !

Kais: Doe maar graaf ! We zien wel.

Ik: Ik stap in met...

Ze keken mij allemaal aan.

Die: Met wie stap je in?

Ik: Met Anaas.

Kais: Ik doe alles om u hieruit te halen en toch stap je met iemand anders in?!

Ik: Door wie was ik daar belandt?

Kais: Door mij ! Ik geef het toe en ik weet da ook !

Ik: Awel dan? Laat mij gewoon met mijn beste vriend instappen.

Kais: Is hij u beste vriend?

Ik: Ja !

Kais: Vriendschap tussen een jongen en een meisje bestaat niet !

Ik: Ik vind van wel !

Ik nam de hand van Anaas vast en ging naar zijn auto. Wij stapte in en Anaas begon te rijden.

Ik: Anaas?

Anaas: Ja, habiba?

Ik: Waarom heb je tegen mij gelogen?

Anaas: Over?

Ik: Over u dood !

Anaas: We praten straks wel over !

Ik: Nee, ik wil dat nu weten !