Ik kijk hem verbijsterd aan. Langzaam dringt het tot me door wat hij net gezegd heeft. Wat? Is het enige wat ik kan denken. Wat?! Dit heb ik nooit geweten. Nooit gedacht ook. Hoe zou ik ook kunnen... Zo erg hoef ik me toch niet met hem te bemoeien. Maar toch zegt een stemmetje diep van binnen dat hij de waarheid spreekt. Misschien heb ik dit toch ergens altijd al geweten. Diep vanbinnen.
En hij misschien ook. Het blijft lang stil. Geen van ons beiden zegt iets. Uiteindelijk ben ik degene die als eerst mijn mond opentrekt. 'Oké...' Het komt er harder uit dan de bedoeling was.
Hij kijkt me aan. Ik kan niet zo goed zien wat er nu in hem omgaat. 'Hoelang weet je dat al?' vraag ik voorzichtig. Zijn mond vertrekt alsof hij iets smerigs moet eten. 'O... Lang,' zegt hij. Ik sta met mijn mond vol tanden. Hij weet het dus al lang. Hoe lang? Weet hij het al sinds zijn veertiende? Zeventiende? Achtste? Ik durf het niet te vragen.
'Waarom heb je het niet eerder verteld dan?' vraag ik hem. Zijn gezicht betrekt weer. Ik zie een diep verdriet in zijn ogen. De eerste tranen beginnen al over zijn wangen te lopen. Hij draait zijn hoofd weg. Ik pak zijn hand om hem steun te geven, en ik voel hem gewoon trillen. 'Hé,' zeg ik zachtjes. Hij kijkt op. De tranen hebben duidelijke sporen over zijn gezicht achtergelaten en zijn ogen zijn net zo rood en gezwollen als die van mij eerder vandaag. Hij doet zijn mond open om iets te zeggen maar hij krijgt er geen geluid uit. In plaats daarvan begint hij te huilen. Keihard te huilen.
Geschrokken kijk ik hem aan. Dan omhels ik hem en laat hem op mijn schouder uithuilen. Ik ben bang dat hij gaat hyperventileren, zo erg schokt zijn lichaam bij elke ademhaling. Het keihard huilen gaat over in keihard gieren en hij drukt zijn gezicht in mijn T-shirt om het geluid een beetje te dempen. Mijn T-shirt wordt kletsnat maar het maakt me niet uit. Het is duidelijk dat dit er echt uit moet. Normaal gesproken is Damian niet iemand die veel huilt, net als ik, maar hij loop hier al ik-weet-niet-hoelang mee rond. Dat moet afschuwelijk zijn geweest. Ik geef hem onhandige klopjes op zijn rug. Na ongeveer een minuut haalt hij zijn gezicht uit mijn T-shirt.
'Ik was bang dat jullie me niet zouden accepteren,' zegt hij. Zijn roodomrande ogen staan droevig. Ik kijk hem aan en krijg een brok in mijn keel. Dit is echt heel erg. 'Natuurlijk wel!' fluister ik. 'Hoe kunnen we jou nou ooit níet accepteren. Het maakt toch niet uit op welk geslacht je valt!?' Ik voel een traan over mijn wang lopen. Ik vind het zo vreselijk voor hem dat hij hier al zo lang mee loopt. En ik vind mezelf echt walgelijk dat ik dit nooit heb opgemerkt. Wat voor zus ben ik? Wat voor tweelingzus, nog wel?! Ik had moeten opmerken dat hij op jongens viel. In plaats daarvan komt het als een complete verrassing.
Ik heb zoveel verkeerd gedaan en niet opgemerkt de laatste tijd dat ik het niet eens meer op één hand kan tellen.
Onze blikken blijven in elkaar vasthaken en ik voel meer dan dat ik zie dat er een klein glimlachje op zijn gezicht verschijnt. De opluchting valt bijna van zijn gezicht af te lezen. Hij drukt me weer plat in een omhelzing.
Ja... Zei ik eerder niet iets over een nationale knuffel en huil-dag?
'Ik hou van je,' zegt hij. Ik lach. 'Ik hou meer van jou,' zeg ik. 'Nietes,' zegt hij. Hij kijkt me met glinsterende ogen aan. 'Wel,' zeg ik. Ik haal mijn hand door zijn zorgvuldig met gel in model gebrachte haar en breng het helemaal in de war. 'Hé,' protesteert hij. 'Blijf uit mijn haar!' Ik grijns naar hem, blij dat hij weer zijn oude zelf is.
'Wat jij wilt,' zeg ik, maar ik kan het niet laten om nog één laatste keer door zijn haar te gaan zodat hij er uitziet als een aap die onder stroom heeft gestaan. Hij geeft me een duw. Dan word ik weer serieus. 'Heb je iemand ontmoet?' vraag ik nieuwsgierig. Hij kijkt me verlegen aan. 'Nee...'
'Maar waarom vertel je het me nu eigenlijk dan?' Ik vraag het me serieus af. Hij perst zijn lippen op elkaar. Ik heb het idee dat hij het niet echt een leuk onderwerp vindt, maar hallo? Ik ben zijn zus hoor. En nu wil ik ook het hele verhaal. Ik kijk hem vragend aan. Hij zucht diep. Zoals wel vaker begrijpt hij me zonder dat ik iets hoef te zeggen. Tweelingengedoe hè. 'Oké, ik vertel het wel...' En hij begint zijn verhaal.
'Ik was vijftien toen ik voor het eerst ontdekte dat ik gevoelens voor jongens had. Ik probeerde mezelf wijs te maken dat ik het mis had, nam verkering met een meisje, maar het hielp niet. Uiteindelijk echt dom dat ik dat gedaan heb, want het was niet eerlijk tegenover dat meisje. Je weet wel wie; Noa.' Ik knik. Ik herinner me haar nog wel, maar het is volgens mij niet heel lang aan geweest tussen haar en Damian.
'Achteraf heb ik spijt, maar ik deed er echt alles aan om mezelf wijs te maken dat ik niet zo was als ik vermoedde. Ik wilde mezelf niet accepteren zoals ik was, ik was alleen maar op zoek naar een uitweg in mijn situatie,' gaat hij verder. 'Maar het werd niet beter, ik werd niet verliefd op Noa, en na onze eerste keer wist ik het zeker. Ik viel niet op meisjes. En ook niet op haar. Maar nog steeds wilde ik het niet geloven. Ik wilde gewoon normaal zijn, als de meeste mensen. Ik gleed steeds meer af naar een depressie, maakte het toch maar uit met Noa en haalde slechte cijfers op school.'
Hij stopt even om adem te halen. Ik kan me die tijd nog herinneren: Damian kwam thuis met drieën en vieren, en dat terwijl hij juist zo'n goede leerling was. Hij was altijd degene die thuiskwam met negens en tienen, en ik degene met die zevens. Maar ik was blij met zevens, terwijl hij juist alleen genoegen nam met negens en tienen. Toen hij thuiskwam met al die onvoldoendes wisten mijn ouders echt niet wat er aan de hand kon zijn. Ze moesten om de haverklap naar school om over Damian te praten: het was zelfs zo erg dat ze er op een gegeven moment aan hebben getwijfeld hem van het vwo naar de havo te laten overstappen. Uiteindelijk hebben ze dat niet gedaan, maar het moet een zware periode voor hem zijn geweest. Ik heb altijd gedacht dat het lag aan het feit dat het uit was met Noa. Ik dacht dat hij daarom verdrietig was en zich niet kon concentreren op school, maar het is eerder het tegenovergestelde, besef ik me nu.
'Op een gegeven moment besefte ik me dat het niet zo langer door kon gaan. Ik moest een beslissing maken. Accepteerde ik mezelf of niet?' Hij staart voor zich uit.
'Het duurde lang, maar na verloop van tijd leerde ik mezelf te accepteren. Ik zag van het idee om voor de trein te springen af en besloot door te gaan met leven. Maakte mijn ontdekking nou zo veel uit? Ik kon toch nog steeds gelukkig zijn? Het moeilijkste vond ik om het aan jullie te vertellen en tot vandaag heb ik het ook niet verteld. Je weet niet hoe goed het voelt dat ik het nu eindelijk kwijt ben,' zegt hij. 'Je bent de eerste aan wie ik het ooit verteld heb.'
Op een of andere manier moet ik weer bijna huilen. Ik voel me trots dat mijn broer me zo vertrouwt dat ik de eerste ben die zijn geheim, waar hij het zelf heel lang héél moeilijk mee heeft gehad, mag weten. En dát hij het moeilijk heeft gehad is nu wel duidelijk...
Jeetje mina, wat is dit voor 'n heftige dag vol ontknopingen!?
Ik trek mijn mond in een glimlach. 'Damian...' begin ik zacht. Ik leg mijn hand voorzichtig op zijn knie. 'Ik wil dat je één ding weet, en onthoudt...' Het blijft een paar seconden stil terwijl hij me vragend aankijkt. 'Je bent de allerbeste broer en ik zal je altijd accepteren zoals je bent. Duidelijk?' vraag ik met een streng gezicht. 'Wat er ook mag gebeuren, ik hou van je! We steunen elkaar door dik en dun en als je ooit iets kwijt moet, kom je naar mij. Vooral nu Laura zo ziek is, begrepen?' vraag ik. Er breekt een lach door op Damians' gezicht.
'Begrepen,' antwoordt hij.
'En kunnen we het nu over wat vrolijkere dingenhebben?' vraagt hij hoopvol. Ik schud verslagen mijn hoofd. 'Nou, ik denk nietdat je wat ik nu ga vertellen zo vrolijk vindt.'
JE LEEST
Hope ft. Shawn Mendes
Fanfiction~ stukje uit hoofdstuk 61 ~ 'Ik geef je tien seconden,' huilt hij. Mijn hart wordt verscheurd. 'Na tien seconden gaat hij eraan.' Mijn ogen schieten naar Shawn. Hij heeft geen woord kunnen verstaan van alles wat er gezegd is, maar zijn gevoel liegt...