Gespannen wacht ik het oordeel van de dokter af. Zeg alsjeblieft dat ik hier weg mag, is het enige wat ik kan denken. Vanbinnen duim ik. Het blijft een moment stil terwijl hij naar het kloppen van mijn hart luistert. Dan haalt hij het koude metaal weer van mijn huid af. Ik vraag me af waarom hij dat ding eigenlijk nodig heeft, aangezien een hersenschudding voor mij nou niet direct in verband staat met mijn hart, maar ik protesteer niet. Ik wil gewoon weg hier en met een discussie over mijn hart gebeurt dat niet sneller.
Mijn ogen zijn vragend opengesperd in de vraag die ik niet hardop stel. Alsjeblieft...
Dokter Dorrensteen staat op en gebaart mij hetzelfde te doen. Ik sta iets te snel op en word overspoeld door een golf duizeligheid, maar ik probeer niks aan hem te laten merken. Mijn gezichtsuitdrukking verandert niet. Hij heeft me blijkbaar scherp in de gaten gehouden tijdens het opstaan, want er ligt een goedkeurende blik in zijn ogen. 'Nou, het lijkt erop dat het opstaan je goed afgaat,' zegt hij tevreden knikkend. Ik geef een bevestigend knikje.
Mijn ogen ontmoeten de zijne en opnieuw is mijn blik vragend. Met een glimlachje draait hij zich om en loopt naar de deur. Net op het moment dat ik denk dat hij me hier achterlaat zonder nog iets te gaan zeggen, draait hij zich om. 'Ga je spullen maar inpakken en meld je bij de balie als je weggaat.'
Dan beent hij weg, mij opgelucht achterlatend.
Even later
Klop klop.
Ik wacht een paar seconden, maar als er geen antwoord komt open ik de deur toch maar. Ik stap de kamer binnen en doe dan voorzichtig de deur weer achter me dicht. Mijn ogen vallen op het ziekenhuisbed in het midden van de kamer, en voor een moment weet ik niet wat ik zie. Als het besef tot me doordringt voel ik hoe mijn hoofd knalrood wordt en even staren de oude vrouw in het bed en ik elkaar alleen maar aan.
'Uhm... Sorry, verkeerde kamer,' mompel ik nog net voordat ik snel de deur opengooi en de kamer weer uitvlucht. Buiten kan ik mezelf wel slaan. Awkward! Ja, dat kun je wel zeggen. Ben ik nou echt zo'n idioot dat ik geen bordjes meer kan lezen? Ik kijk nog een keer naar het bordje voor de deur, maar er staat toch echt het nummer 404. Dus óf ik heb een bril nodig, óf het is toch echt de goede kamer.
Het zou toch echt de goede kamer moeten zijn...
Ik vraag me af wat er gebeurd zou kunnen zijn met Laura, als ik opeens een idee krijg. Waarschijnlijk is ze gewoon van kamer verplaatst. Dat ik daar niet aan gedacht heb...
Helaas is de enige manier om te weten te komen waar ze ligt door het te vragen aan de baliemevrouw. Met een zucht loop ik naar de lift. Op naar beneden dan maar.
Beneden aangekomen staat er weer een rij – deze keer een kleine gelukkig – en ik ga achteraan staan. Voor de balie staat een jong ogende vrouw met een dikke buik en een paniekerige man naast haar. Hij gebaart wild naar zijn vrouw, die af en toe haar gezicht vertrekt van de pijn, en het is overduidelijk wat hij bedoelt. De baliemevrouw trekt een medelevend gezicht en gebaart dan naar boven. Een verpleegster komt aanlopen en begeleid de vrouw en man naar de lift. De baliemevrouw gaat verder met de volgende in de rij. Het is een klein, oud vrouwtje dat duidelijk hardhorend is. De baliemevrouw probeert haar iets uit te leggen, maar het enige wat ze terugkrijgt is een glazige blik. Ze herhaalt het nog een keer iets harder, maar nog steeds haalt de vrouw haar schouders op. Naarmate het langer duurt om het vrouwtje iets uit te leggen wordt de baliemevrouw steeds geïrriteerder.
'UW. DOCHTER. LIGT. IN. KAMER. 211. IK HERHAAL: 211,' schreeuwt ze zo hard dat iedereen op de benedenverdieping van het ziekenhuis opkijkt. Het vrouwtje trekt een opgelucht gezicht nu ze het eindelijk verstaan heeft en knikt dan. Ze pakt haar rollator en schuifelt richting de lift. Ik heb medelijden met haar. Oud zijn lijkt me echt verschrikkelijk... Maar oud én doof zijn lijkt me al helemaal verschrikkelijk...
Nu is er nog één iemand voor me aan de beurt, of eigenlijk twee. Het zijn een man van middelbare leeftijd en een jongen – waarschijnlijk zijn zoon – van een jaar of tien. De jongen heeft zijn arm in het gips. Als er gevraagd wordt waar ze mee kunnen worden geholpen, begint de vader een heel verhaal over het ongeluk van zijn zoon in plaats van gewoon antwoord te geven. Aan het gezicht van de baliemevrouw te zien is het ernstig oninteressant. Ik ben blij dat ik er niet naar hoef te luisteren.
Tegen de tijd dat ik aan de beurt ben, is het humeur van de baliemevrouw aardig verpest. Met samengeknepen wenkbrauwen schrijft ze iets op een blaadje en dan kijkt ze op naar mij. 'Waar kan ik je mee helpen?' vraagt ze kortaf, maar nog net niet zo kortaf dat het onbeleefd is. 'Ik vroeg me af waar Laura Weelder ligt,' antwoord ik, terugdenkend aan de vorige keer dat ik hier voor Laura kwam. Ik was niet echt aardig tegen deze vrouw. Ik pers er een glimlachje uit.
Ze kijkt me even onderzoekend aan. 'Wacht even...' Er verschijnt een blik van herkenning op haar gezicht. 'Jij komt hier voor Laura, toch? En je bent hier een paar dagen geleden ook geweest voor haar?' Het is eerder een vaststelling dan een vraag. Met tegenzin knik ik. 'Maar gisteravond werd je hier toch naartoe gebracht voor je hoofd?' Ik haal mijn schouders op. 'Maakt het uit?' Het blijft even stil terwijl de baliemevrouw me met open mond aanstaart. Eerlijk gezegd vind ik dat ze er nogal dom uitziet als ze zo kijkt.
'Dat was Shawn Mendes hè,' zegt ze beschuldigend, alsof het mijn schuld is dat hij bestaat. 'Ja, en?' zeg ik op vragende toon. Alsof ik daar zelf nog niet achter gekomen was. Ze kijkt me aan alsof ik niet helemaal goed bij mijn hoofd ben. Ik begin een beetje geïrriteerd te worden. Dat ze denkt dat ik gek ben – oké daar zit wat in – maar ze heeft nog steeds geen antwoord op mijn vraag gegeven... Als dat antwoord nog gaat komen, zou ik het wel erg fijn vinden.
Op dat moment beseft ze dat waarschijnlijk ook, want ze richt haar aandacht eindelijk op haar computer. Een paar klikken later kijkt ze weer op. 'Kamer 412 nu.' Ik knik. 'Bedankt.' Als ik wegloop voel ik haar ogen in mijn rug branden.
Sorry, ik ben echt heel goed in uploaden (note the sarcasm)
En ooit komen er wel minder saaie hoofdstukken😄
In elk geval ben ik de paar mensen die mijn boek lezen best wel dankbaar. Anders was ik misschien al wel gestopt. Love naar jullie♥
xx
JE LEEST
Hope ft. Shawn Mendes
Fanfiction~ stukje uit hoofdstuk 61 ~ 'Ik geef je tien seconden,' huilt hij. Mijn hart wordt verscheurd. 'Na tien seconden gaat hij eraan.' Mijn ogen schieten naar Shawn. Hij heeft geen woord kunnen verstaan van alles wat er gezegd is, maar zijn gevoel liegt...