Die avond kan ik niet in slaap komen. De woorden die mijn moeder zo moeizaam over haar lippen kreeg galmen nu nog na in mijn hoofd. Haar verdriet staat nu in mijn eigen ogen, ogen die ik er niet van kan weerhouden de warme tranen die ik zo lang heb opgehouden naar beneden te laten glijden, over mijn wangen, op mijn inmiddels doorweekte kussen. De rusteloosheid die haar hele lijf uitstraalde, zorgt er nu voor dit ik lig te woelen in mijn bed. Het is niet eerlijk, denk ik, terwijl ik mijn ogen voel branden. Het is absoluut niet eerlijk!
Ik heb mensen horen zeggen dat het moeilijker is om machteloos toe te kijken hoe iemand van wie je houdt pijn lijdt, dan om zelf die pijn te lijden. Nu pas dringt de volle betekenis van deze woorden tot me door. Nu pas weet ik hoe het is om diegene te zijn.
Hoewel ik niet onderschat hoe moeilijk dit moment voor Laura zal zijn, voel ik me alsof ik in elkaar geslagen wordt. Ik wil wegkruipen in het diepste, donkerste hoekje wat ik maar kan vinden. Door de grond zakken. Gewoon van deze aardkloot verdwijnen. Maar het allerliefst wil ik een manier vinden om Laura beter te maken.
En dat is nou juist wat ik niet kan.
Het allerergste is het niet kunnen helpen van degene van wie je zoveel houdt. Ik moet machteloos toekijken. Maar stel dat ik dat ook niet kan? Stel dat ik gewoon compleet nutteloos ben? Stel dat... stel dat ik zal moeten zien hoe ze het niet overleeft? Ik snik in mijn kussen.
Want ik kan niet meer liegen tegen mezelf. Ik zál niet meer liegen tegen mezelf. Het is vanaf het begin door mijn hoofd geschoten, en nu vult het mijn hoofd voor het overgrote deel. De kans dat Laura dit overleeft is klein. Minimaal bijna.
Opeens voel ik de sterke behoefte om getroost te worden. Ik wil huilen in iemand anders armen. Mijn gezicht tegen warme huid drukken. Zachte klopjes op mijn rug krijgen, geruststellende woordjes in mijn oren gefluisterd worden.
Ik voel me plotseling heel erg alleen.
Ik kan natuurlijk altijd terecht bij Amy, of mijn gezin, en dat weet ik. En toch, ik heb het gevoel dat zij niet degenen zijn die ik nu, op dit moment, nodig heb. En de vraag is ook of het überhaupt wel lukt om mezelf het bed uit te slepen, laat staan nog bij een van hen langs te gaan. En ik wil het verdriet van mijn gezin ook niet verder aanwakkeren. Of Amy een nog grotere last erbij geven.
Ik wil een ander soort liefde, een ander soort troost. De liefde die maar één persoon je kan geven.
Ik probeer mijn ademhaling weer een beetje onder controle te krijgen. Na een aantal minuten lukt dat eindelijk. Mijn ogen voelen dik en opgezwollen, maar ik huil niet meer. Nog even later begint de vermoeidheid de overhand te krijgen. Ik voel mijn ogen dichtvallen, maar voor ik in slaap val, of misschien slaap ik al wel, word ik overvallen door een vreemd beeld.
Twee grote bruine ogen staren me aan en ik staar terug. Ik laat mijn blik naar beneden glijden en ik zie nog net de lippen bewegen. Deze keer hebben mijn oren geen moeite om het ene, simpele woordje op te vangen. De fluistering klinkt helder, de stem bekend. 'Always.'
Het klinkt troostend.
~~
De volgende dag wil ik het liefst zo snel mogelijk naar het ziekenhuis. Ik besluit eerst mijn ouders op te halen. Ik neem niet de moeite te ontbijten; het enige wat ik doe is mezelf in mijn kleren hijsen en op de fiets springen. Onderweg dwalen de woorden door mijn hoofd. Het is nog steeds één grote warboel in mijn hoofd, maar fysiek voel ik me wel sterker. Ik heb niet meer de neiging op de grond te gaan liggen en weg te kwijnen.
De snijdende wind raast langs mijn gezicht. Adem in. Adem uit. Ik ben me heel erg bewust van mezelf, van mijn kloppende hoofd en mijn razende gedachten. Om me heen is alles een waas. Volgens mij fiets ik zelfs een keer door rood zonder dat ik het zelf door heb. Gelukkig is het niet druk op de weg. Adem in, adem uit. Acute lymfatische leukemie. Ernstiger dan gedacht. Ondersteuning nodig. Flarden van het gesprek met mijn moeder herhalen zich steeds in mijn hoofd, alsof ze op een cd staan die steeds vastloopt en hetzelfde stuk afspeelt. Stamceltransplantatie.
JE LEEST
Hope ft. Shawn Mendes
Fanfiction~ stukje uit hoofdstuk 61 ~ 'Ik geef je tien seconden,' huilt hij. Mijn hart wordt verscheurd. 'Na tien seconden gaat hij eraan.' Mijn ogen schieten naar Shawn. Hij heeft geen woord kunnen verstaan van alles wat er gezegd is, maar zijn gevoel liegt...