Jongens, jongens, wat ben ík een goede vriendin...
Ik kan mezelf wel slaan, en als ik niet nog steeds een hersenschudding had, zou ik mezelf hoogstwaarschijnlijk ook echt voor mijn hoofd hebben geslagen.
Ik maak er de laatste tijd echt een potje van. Ik ben nog nooit eerder iemands verjaardag vergeten, en al helemaal die van Amy niet. Ik probeer het maar te wijten aan die stomme hersenschudding...
Ik woel onder de dekens. Eigenlijk heb ik het veel te warm... Ik sla mijn benen over de rand van het bed en ga wankelend rechtop staan. Het gaat al beter dan die keer in het ziekenhuis.
Amy is vast in slaap, haar ademhaling galmt door de kamer, samen met het tikken van een klok. Die klok is echt een soort déjà-vu, hij heeft altijd op Amy's kamer gehangen als ik bij haar ging logeren. Hij doet me denken aan alle logeerpartijtjes. Hoe we de eerste keer dat we gingen logeren tot tien over twaalf opbleven en dat heel laat vonden. Schattig, right?
Amy ziet er vredig uit als ze slaapt. Haar blonde haar ligt in een soort waaier om haar hoofd, het doet me aan Laura denken.
We zijn gewoon samen in Amy's tweepersoonsbed gaan liggen, waarom zouden we moeilijk doen? Ik kijk hoe ze slaapt en zucht. Ik kan me echt geen betere vriendin wensen.
Op mijn tenen – om haar niet wakker te maken – sluip ik de kamer uit. De kamerdeur laat ik op een kier. Als ik op de overloop sta, loop ik weer normaal. Even twijfel ik, dan ga ik rechtstreeks naar de badkamer. Ik doe eerst de deur dicht en druk dan pas op het lichtknopje. Mijn ogen hebben even de tijd nodig om te wennen aan het plotseling felle licht. Zodra ze gewend zijn begeef ik me naar de wastafel. Ik zet de kraan aan en houd mijn polsen eronder.
Ah, dat is lekker koud!
Ik maak mijn handen nat en houd ze dan tegen mijn nek en voorhoofd. Dat had ik echt even nodig...
Ik kijk op, recht in de spiegel.
Ik heb al lang niet meer in de spiegel gekeken, en eerlijk: ik schrik van wat ik zie. Als mijn donkerbruine haar vroeger dik en golvend was, is daar nu niets meer van over. Het hangt slap en slierterig langs mijn gezicht. De wallen onder mijn ogen zijn dik en paarsig, alsof ik al een week niet geslapen heb. Zelfs mijn ogen – vroeger altijd zo vrolijk en alsof ze overal doorheen konden kijken – staan nu dof. De energie die om me heen hangt is vermoeidheid.
Op mijn voorhoofd zit een dun korstje, waar Jasper me geslagen heeft. Ik doe mijn shirt omhoog en kijk naar mijn buik. De blauwe plekken zijn weg, godzijdank. Helaas is wel zowat mijn hele linkerarm blauw, daar hoef ik niet eens naar te kijken om dat te weten.
Het meisje dat ik in de spiegel zie is toegetakeld. Zowel lichamelijk als mentaal. Ik vraag me af wie ze is...
Ik kan dat meisje niet zijn, toch?
Ik blijf mijn spiegelbeeld een paar minuten aanstaren. Dan besluit ik dat het tijd wordt om weer terug te gaan naar bed. Ik kan hier moeilijk de hele nacht naar de spiegel gaan staan staren en mezelf niet eens herkennen.
Ik knip het licht uit en ga weer stilletjes naar Amy's kamer. Als ik in bed wil stappen, struikel ik bijna over mijn eigen hoopje kleding. Amy heeft me een pyjama geleend, en zoals altijd heb ik mijn kleding in een berg naast haar bed gegooid. Ik kijk ernaar en weet plotseling weer wat er in de broekzak zit.
Shawns briefje.
Even heb ik de neiging het briefje te pakken, maar ik houd me in. Het heeft toch geen nut. Ik heb mijn mobiel niet eens bij me. Die ligt nog thuis.
Als ik in bed ga liggen spreek ik met mezelf af dat ik morgen naar mijn huis ga, wat zeer waarschijnlijk betekent dat ik Jasper zal tegenkomen (als het me een beetje tegenzit, en dat doet het nogal de afgelopen dagen). Ik ril al bij de gedachte alleen. Maar ik moet ooit terug, en het heeft geen zin om het uit te stellen. Daar wordt het niet makkelijker door.
Als ik heel veel geluk heb is hij er niet, denk ik bij mezelf.
Maar aan de andere kant... Ik moet ophouden met hem proberen te ontlopen. Het is nu wel duidelijk wat er aan de hand is, en elk meisje dat een beetje goed bij haar hoofd was zou het al drie keer uitgemaakt hebben.
Ik ben echt niet goed bij mijn hoofd dat ik hem zo lang zijn gang heb laten gaan. Het moet nu afgelopen zijn... Hij kan ergens op straat doodgaan, mij een zorg!
Ik draai mijn gezicht opstandig in mijn kussen en fantaseer even over een gruwelijk einde van Jasper. Hem verdrinken in een doorzichtige bak lijkt me wel wat. Of misschien hem uit een vliegtuig laten springen en zijn parachute doorknippen. Allebei niet slecht...
Ik lach tevreden. Diep vanbinnen weet ik ook wel dat het niet grappig is, maar dat boeit me nu even niet. Ik mag van mezelf best fantaseren over zijn dood, aangezien hij toch niet dood zal gaan. Ik ben te laf om hem iets aan te doen, en als hij niet van zijn overvloedige drankgebruik de pijp uit gaat weet ik ook niet waar hij dan wel dood door zou kunnen gaan. Het is gewoon niet waarschijnlijk.
Maar als ik van hem af ben zou mijn leven al fantastisch zijn.
En met die gedachte val ik in slaap.
Speciaal voor jou😘😂😂
JE LEEST
Hope ft. Shawn Mendes
Fanfic~ stukje uit hoofdstuk 61 ~ 'Ik geef je tien seconden,' huilt hij. Mijn hart wordt verscheurd. 'Na tien seconden gaat hij eraan.' Mijn ogen schieten naar Shawn. Hij heeft geen woord kunnen verstaan van alles wat er gezegd is, maar zijn gevoel liegt...