16. En dan lig je zomaar in het ziekenhuis

1.8K 41 16
                                    


Nadat de dokter me onderzocht heeft – ik heb inderdaad een zware hersenschudding – word ik naar een andere kamer gerold. Het is toch wat, met al dat rollen. Maar ik klaag niet, want ik weet zeker dat ik als ik zou proberen op mijn eigen benen te staan, ik meteen weer zou omvallen – en waarschijnlijk in mijn eigen net-uitgekotste braaksel. Ik hoop maar dat het overgeven niet lang meer duurt. Ik moet er niet aan denken dat ik die misselijkheid elke keer krijg als ik opsta. Ik heb er eigenlijk nog helemaal niet lang bij stil gestaan, maar nu ik er aan denk zijn er duizenden dingen die ik niet meer kan doen met mijn hersenschudding.

Die hersenschudding is echt ontzettend onhandig! En het is nog erger doordat ik weet dat het mijn eigen schuld is. Ik had nooit zo door het lint mogen gaan. Ik had hem überhaupt niet moeten slaan, laat staan uitschelden. Ik heb die klap hélemaal over mezelf uitgeroepen. Die wetenschap maakt het me nog moeilijker.

Ik zucht en probeer de sombere gedachten uit mijn hoofd te verbannen. Ik kan maar beter in het nu leven, dat is waarschijnlijk de beste tijd. Of misschien is het rond mijn zeventigste wel beter geworden, dat mag ik in elk geval hopen. Als mijn leven op de manier hoe het nu is doorgaat, wil ik misschien wel helemaal niet meer leven...

Nee, Mara. Hou op met dit soort gedachten!

De dokter doet het licht in mijn kamer aan en ik knijp mijn ogen tot spleetjes. Hij ziet het en verontschuldigt zich meteen. 'Sorry meis! Maar misschien moet je jezelf echt even gaan opfrissen?' Hij zet er een vraagteken achter maar het voelt meer als een soort bevel. Ik kan me eigenlijk ook wel voorstellen dat iedereen die bij mij in de buurt zou komen meteen van zijn stokje gaat. Ik stink waarschijnlijk net zo erg als een berg beschimmelde kazen.

Hij glimlacht een beetje onzeker. 'Als je wilt kan ik je wel helpen met douchen, maar...' Hij maakt zijn zin niet af en ik begrijp waar hij op doelt. Ik zou dat inderdaad niet erg prettig vinden. Hij waarschijnlijk ook niet. Hoewel hij het natuurlijk wel gewend is. Ik trek een grimas als ik daaraan denk. 'Nee, ik kan het zelf wel,' zeg ik vriendelijk. Ik vraag me af of ik het inderdaad zelf kan. Waarschijnlijk niet.

'Als u het niet erg vindt wacht ik alleen nog even tot ik me iets beter voel.' Ik zeg het niet expliciet maar ik heb echt geen behoefte aan die dokter terwijl ik aan het douchen ben. Douchen is míjn moment om tot rust te komen, daar heb ik hem echt niet bij nodig. Ik denk nu al verlangend aan de koele waterstralen die mijn pijnlijke hoofd een beetje zullen verlichten.

Hij knikt. Hij vat mijn antwoord gelukkig niet op als een belediging. Ergens lijkt hij ook wel opgelucht.

'Mooi. Dan ga ik nu naar bed als je het niet erg vindt. Als ik nog iets voor je kan doen...?' Hij kijkt me vragend aan. Ik denk even na. Op dat moment schiet me iets te binnen.

'Die twee mensen: John en Shawn. Zijn die er nog?' Ik probeer mijn stem een beetje kalm te houden en vooral niet té geïnteresseerd te klinken. En hem ook niet té smekend aan te kijken.

Hij kijkt me even moeilijk aan als hij mijn gezicht ziet, maar knikt dan van ja. 'Je wil zeker dat ze langskomen?' vraagt hij met een zuur gezicht. Het is duidelijk niet helemaal volgens de regels. Ik knik heftig met mijn hoofd van ja, wat ik achteraf misschien beter niet had kunnen doen. Ik voel meteen mijn hoofdpijn weer extra erg. Mijn gezicht vertrekt een beetje.

Hij ziet het ook en kijkt nog moeilijker. 'Maar je moet rusten,' protesteert hij. Ik kijk hem zwijgend aan. Mijn ogen zeggen genoeg: nou en! Hij zucht. Ik zie dat hij worstelt met aan de ene kant zijn gezond verstand en aan de andere kant zijn toegeeflijke zelf. Hij zucht nog een keer als zijn toegeeflijkheid wint. 'Goed dan,' gromt hij. 'Niet meer dan een halfuur. Daarna ga je rusten.' Ik probeer mijn gigantische grijns een beetje te onderdrukken maar het lukt volgens mij niet echt. Hij lacht.

Hope ft. Shawn MendesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu