De deur vliegt open. Ik ben erop voorbereid, maar toch schrik ik zo erg dat ik twee hele passen naar achter struikel. Amy pakt gauw mijn arm en trekt me weer naar voren. Het valt me op dat ze me blijft me vasthouden.
Ik kijk op, recht in het gezicht van Jasper. In zijn kille blauwe ogen staat verbazing. En ook iets anders. Ik weet het niet zeker, maar als ik niet wist wie er voor me stond had ik gedacht dat het verdriet was. Dan worden zijn ogen hard als staal en vertrekt hij zijn mond tot een smalle streep.
De eerste paar seconden staren we elkaar alleen maar aan.
Niemand zegt iets, zelfs Amy niet, die met een bang gezicht staat toe te kijken. Uiteindelijk doe ik mijn mond open. 'Mogen we naar binnen?' Ik probeer de woorden sarcastisch uit te spreken – want zeg eens eerlijk, het is toch niet normaal als je dat moet vragen voor je eigen huis? – maar ik denk niet dat het zo overkomt. Mijn stembanden trillen veel te erg.
Even kijkt hij alsof hij nee wil zeggen en de deur voor mijn neus dicht wil gooien. Op dat moment doet Amy haar mond open. Ze praat rustig en duidelijk, en haar stem trilt niet. Ik wilde dat ik zo rustig kon blijven. 'Dat is het beste voor ons allemaal, Jasper. Anders zullen we ons misschien genoodzaakt voelen om de politie in te schakelen wegens huisvredebreuk.' Ik kan nog net voorkomen dat mijn mond openvalt. Hoe kan ze ooit zo rustig zijn?
Jasper verlegt zijn blik naar Amy en kijkt alsof hij iets zuurs proeft. Zijn minimale herseninhoud lijkt te begrijpen dat hij niet veel keus heeft. Het helpt natuurlijk dat hij niet dronken is op het moment, anders hadden Amy en ik vast al als twee panda's in het ziekenhuis gelegen. Hij zwaait de deur helemaal open en doet een paar stappen naar achteren.
Amy gaat voor, wat ik heel dapper van haar vind. Bæ en ik volgen haar op de voet. Daarachter komt Jasper, en hij loopt zo dichtbij dat ik zijn warme adem in mijn nek voel. De haartjes in mijn nek gaan rechtovereind staan en ik haast me zo snel mogelijk de woonkamer in.
Het eerste wat me opvalt is de ongelofelijke puinhoop. Mijn mond valt geschokt open als ik de ravage met eigen ogen aanschouw. Overal liggen bierflesjes, maar dat niet alleen, iemand heeft ook in een woedebui met meubels gegooid. In het midden van de kamer ligt een berg scherven, van de kamerlamp, en de kussens van de bank zijn gescheurd. Er dwarrelen een aantal veertjes door de lucht. Het salontafeltje ligt op zijn kant en de inhoud van de kamerplant ligt verspreid over de vloer.
Ik kijk woedend naar Jasper. Ik weet zeker dat hij dit gedaan heeft.
'En waarvoor was dit nodig?' Ik spuug de woorden naar hem uit. Hij lijkt niet erg onder de indruk en haalt zijn schouders op. 'Dat hoorde bij het lesje wat ik jou leerde.' Het is voor het eerst dat hij iets zegt, en er klinkt een hysterische ondertoon door zijn stem. Hij mag dan wel niet dronken zijn, hij is absoluut niet goed bij zijn hoofd. Ik kijk hem vol walging aan.
Hoe kan deze jongen ooit zo erg de fout zijn ingegaan? Vroeger was er niks mis met hem. Vroeger konden we nog met elkaar lachen, met elkaar zoenen, elkaar aankijken... Alles is kapot nu. Niks is meer zoals vroeger. Waar is die verlegen jongen die een jaar geleden nog bestond? Waar is de jongen die op Valentijnsdag met rozen een hartje op de grond maakte, alleen voor dat sullige meisje met blauwe ogen? Waar is Jasper, de échte Jasper?
'Je weet wat ik hier kom doen?' veronderstel ik. De blik in zijn ogen wordt wilder, hysterischer. Hij zegt niks, maar ik weet zeker dat hij het wel weet. Hij weet hoeveel pijn hij me heeft gedaan. Misschien dacht hij altijd dat ik te laf, te bang was om dit te doen, maar nu is hij te ver gegaan. Ik heb eindelijk de moed verzameld die ik nodig had. Amy volgt ons gesprek met grote ogen.
Ik haal diep adem. 'Ik maak het uit.'
Een paar tellen blijft het doodstil. In zijn ogen schemert verdriet, deze keer weet ik het zeker. Het is niet te ontgaan. Hij ademt ruw in, zacht hijgend. Plotseling wordt zijn gezicht uitdrukkingloos. Ik zie de spieren in zijn bovenarm opbollen, maar dat is dan ook de enige waarschuwing.
JE LEEST
Hope ft. Shawn Mendes
Fanfiction~ stukje uit hoofdstuk 61 ~ 'Ik geef je tien seconden,' huilt hij. Mijn hart wordt verscheurd. 'Na tien seconden gaat hij eraan.' Mijn ogen schieten naar Shawn. Hij heeft geen woord kunnen verstaan van alles wat er gezegd is, maar zijn gevoel liegt...