Het is de jongen van de trein.
Onze blikken kruisen elkaar even en dan kijkt hij weer naar de jongens voor hem. Ik voel mijn wangen donkerrood worden van schaamte. Moet hij me altijd alleen vinden als ik in de problemen ben? Eerst die val en nu ben ik duidelijk ingesloten door dronken jongens die niet veel goeds met me voorhebben... Ik zucht vermoeid. Maar afgezien van dat ben ik ook ontzettend opgelucht. Ik sta er niet alleen voor. Ik ben gered!
Niet te snel juichen hè, moet ik mezelf voorhouden.
Zijn hand knijpt zacht in mijn schouder en ik word er een beetje door afgeleid. Als hij hem nu weg zou halen...
De jongens lijken verrast door deze plotselinge verschijning en even blijven ze hem met open mond aanstaren. Misschien zijn ze verbaasd dat hij het in zijn eentje tegen hen durft op te nemen. Als ik daaraan denk ben ik ook wel verbaasd. Dat hij dat durft is echt wel dapper, als ík in zo'n situatie terecht zou komen zou ik waarschijnlijk niet durven helpen.
Hoewel, misschien zou ik zo woedend zijn dat er opeens van alles uit mijn mond floept en ik alles lijk te durven. Net als vorige avond...
Lars tegenover me is de eerste die weer iets zegt. 'Bemoei je er niet mee.' Hij zegt het tegen de jongen van de trein en er glijdt een gemene grijns over zijn gezicht. De jongen kan hem natuurlijk nooit verstaan.
De jongen lijkt zich er niet veel van aan te trekken en hij richt zijn blik weer op mij. In het donker werpt het zwakke schijnsel van de lantaarnpalen lichtvlekken over zijn gezicht, maar sommige delen van zijn gezicht zijn donker. Daardoor ziet het er een beetje griezelig uit. Zijn ogen staan donker. 'Come,' zegt hij. Met zachte dwang duwt hij me de andere kant op. Ik slaak een kreetje als zijn hand over mijn bovenarm glijdt. De blauwe plek...
Hij kijkt me meteen bezorgd aan. 'Are you okay?' Ik knik. 'No!' zegt Lars, wier gezicht een nogal paarse kleur heeft gekregen. Aan de verandering in zijn stem hoor ik overduidelijk de dreiging. Hij doet een stap naar voren. Zijn vrienden kijken elkaar aarzelend aan, niet wetend wat te doen.
Ik deins achteruit. Op hetzelfde moment duwt de jongen – ik weet zijn naam nog steeds niet – me opzij en gaat beschermend voor me staan. Ik kijk hem verrast aan. Waarom doe je dit? vragen mijn ogen. Hij kent me niet eens, behalve van die keer dat ik in zijn armen gestruikeld ben. Blijkbaar heeft dat een nogal grote indruk op hem gemaakt... (duh) Zijn ogen ontmoeten de mijne weer en ik kan de blik in zijn ogen niet goed ontcijferen.
Ik ben blijkbaar niet de enige die verrast wordt door zijn plotselinge actie want ik zie Lars nu met een vleugje bezorgdheid naar zijn vrienden kijken. Ze weten allemaal niet wat ze moeten doen. Ze zijn misschien wel in de meerderheid, maar zíj zijn dronken, wij niet. Ik merk dat ik de meervoudsvorm heb gebruikt en glimlach donker. Reken maar dat het wíj is. Ik ga me echt wel verweren tegen die groep idioten! Ik ben er klaar mee om altijd en overal maar bedreigd te worden. De mensen die dat bij mij proberen moeten dan maar zelf de gevolgen inzien.
Ik denk terug aan gisteravond en aan de klap in zijn gezicht en die tegen zijn borstkas. Hij had ze verdiend. Mijn hand voelt nog steeds fantastisch als ik aan die welgemikte stomp terugdenk, ook al doet hij ook nog steeds pijn.
Op dat moment zie ik hoe Lars en zijn vrienden een besluit nemen. Of eigenlijk is het meer Lars die het besluit neemt en de anderen die hem volgen.
Er komt een wrede blik in zijn ogen te liggen en hij kraakt zijn knokkels. 'Kom maar op dan,' zegt hij, en het klinkt als een spinnende poes, alleen nogal ietsje kwaadaardiger. Waarschijnlijk zonder dat hij het merkt leunt hij al iets naar voren. Zijn vrienden grijnzen naar elkaar en gaan achter hem staan. Duidelijk klaar om te vechten...
Ik kijk bezorgd naar de-jongen-wiens-naam-ik-nog-steeds-niet-weet, maar hij blijft doodstil staan. Licht door zijn knieën gezakt en zijn ogen strak op Lars gericht. Ook al kan hij Lars niet verstaan, het is wel duidelijk wat die bedoelt. Daarvoor hoef je geen Nederlands te kunnen. Ik merk hoe hij zijn spieren aanspant, ook al heeft hij een jas aan. Ik zie het gewoon aan zijn gespannen houding. Hij is ook klaar om te vechten...
Dan stormt Lars op hem af.
Opeens lijkt alles heel snel te gaan. Er gebeuren meerdere dingen tegelijk, in zo'n snel tempo dat ik er duizelig van word. Het eerste wat er gebeurt is dat ik een duw tegen mijn borstkas voel, naar achteren struikel en hard op de koude stenen val. Daarbij schaaf ik mijn handen open. De jongen, die ik vanaf nu de-jongen-van-de-trein ga noemen bij gebrek aan een naam, duwt me – een beetje te hardhandig als je het mij vraagt – naar achter. Nog geen milliseconde later is hij alweer omgedraaid naar Lars en de andere jongens en staat hij klaar om ze op te vangen.
In een flits zie ik hoe Lars zijn arm vastgrijpt en zijn andere vuist naar achter haalt. Hij is nog verbazingwekkend snel voor een dronken iemand. Maar de-jongen-van-de-trein heeft zijn plan op een of andere manier blijkbaar door en maakt een halve draai.
Boem! Aan de donkere figuur op de grond te zien, ligt Lars op de grond.
Ik schud mijn hoofd. Ik kan dit even niet bevatten. Wacht! wil ik roepen. Het zou fijn zijn als iemand even op de pauzeknop zou drukken en terug zou spoelen, om wat er net gebeurde vervolgens in slow-motion te laten zien. Ik denk niet dat ik ooit iemand heb gezien die zó snel is.
De jongen-van-de-trein maakt weer een draai en bekommert zich dan niet meer om Lars, die op de grond ligt te kreunen van pijn. Ik weet niet wát hij heeft, maar ik hoop dat het lekker veel pijn doet.
Op dat moment komen Lars' vrienden, die verstijfd van schrik zijn blijven staan, eindelijk bij zinnen. Ik zie hoe eerst de verrassing over hun gezicht trekt als ze hun leider uitgeschakeld op de grond zien liggen, en dan de woede. Zonder verder overleg stormen ze met z'n vieren op mijn redder af.
Ik slaak een geschrokken kreetje en krabbel overeind.
Hij weet de eerste jongen goed op te vangen en zet zijn voet neer om hem te laten struikelen. De jongen klapt hard tegen de grond. Op de gezichten van de andere drie is ongeloof te lezen. Ik vraag mezelf ook af of dit eigenlijk wel echt is. Om het te controleren knijp ik hard in mijn arm. Ik bijt op mijn lip als ik voel dat het duidelijk wél echt is.
Maar drie tegen één is zelfs voor mijn redder te veel en als een van de jongens uithaalt om hem tegen zijn hoofd te raken, weet hij net niet snel genoeg opzij te springen. De vuist schampt zijn hoofd. Mijn kreet van afschuw blijft in mijn keel steken.
De andere twee jongens komen hun vriend te hulp. Ze dringen naar voren en proberen mijn redder te raken waar ze maar kunnen, maar hij springt steeds opzij. Ze lijken hem niet te kunnen raken en even blijven beide partijen elkaar aanstaren. Dan belandt mijn redder plotseling met een harde smak op de grond. Ik kan bijna horen hoe alle lucht uit zijn longen geperst wordt. De drie jongens lijken net zo verbaasd als ik als ze hem op de grond zien liggen. Als ik Lars' gezicht grijnzend zie oplichten in het vage oranje licht en mijn blik op zijn hand die de enkel van de jongen omklemt valt, besef ik pas wat er gebeurd is.
'Nee!' gil ik en ik spring naar voren.
Twee grote handen sluiten zich om mijn middel.
Ik schrik me kapot en in een reflex sla ik naar achteren. Mijn hand komt tegen de schouder van de werkelijk enórme man achter me. Waarschijnlijk is mijn hand nu pijnlijker dan zijn schouder. 'Calm down, please!' zegt hij met een zware basstem die me op een of andere manier geruststelt. Zijn ogen zijn kalm en geruststellend. Hij laat me weer los.
Dan beent hij naar voren. Met een paar grote stappen is hij bij de jongens, die angstvallig naar hem opkijken. 'Go away.' Zijn stem klinkt niet boos of iets maar op een of andere manier laat hij me de rillingen over mijn rug lopen. De dreiging in zijn zware stem is heel duidelijk, en zijn kalmte maakt het er nog erger op. Het is duidelijk dat deze man weet wat hij doet, inclusief hoe hij dronken tienerjongens moet aanpakken...
Zonder zich te bekommeren om hun twee vrienden op de grond of überhaupt maar naar mekaar te kijken, maken de drie jongens zich uit de voeten.
Ik wist niet eens dat Shawn kon vechten😲
JE LEEST
Hope ft. Shawn Mendes
Fanfiction~ stukje uit hoofdstuk 61 ~ 'Ik geef je tien seconden,' huilt hij. Mijn hart wordt verscheurd. 'Na tien seconden gaat hij eraan.' Mijn ogen schieten naar Shawn. Hij heeft geen woord kunnen verstaan van alles wat er gezegd is, maar zijn gevoel liegt...